GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Onze stadskerken.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Onze stadskerken.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hetgeen we schreven over den toestand van de Kerk te Amsterdam naar aanleiding van het rapport door de Commissie van Evangelisatie uitgebracht, heeft bij de Amsterdamsche broeders zekere gevoeligheid gewekt. Niet alleen onze waarde broeder Höweler, maar ook de redacteuren van de Amsterdamsche Kerkbode en van het Noord-HoUandsch Kerkblad meenden het voorde eere van Amsterdam's Kerk te moeten opnemen.

Voorzoover die mededeelingen nu dienden om ook op de tlichtzijden* van Amsterdam's Kerk de aandacht te vestigen, zijn we voor deze polemiek dankbaar. Maar daarom mag toch de ernst van het vraagstuk, dat hier aan de orde.is, niet worden weggedoezeld.

Dat het bedoelde rapport niet voor publiciteit bestemd was - ^ de Heraut publiceerde het niet, maar nam alleen de cijfers over — doet aan de ernstige misstanden, waarop dit rapport wees, niets toe of af. Ook is het zeer wel mogelijk, dat niet elk dezer cijfers geheel juist was. Zoo deelde Dr. De Moor in het Noord-HoUandsch Kerkblad mede, dat na een nauwkeuri onderzoek gebleken was, dat niet 4000 van de 6000 „doopleden" de catechisatie bezochten, inaar 2825 van de 4726. Ook zoo echter zijn deze cijfers droef genoeg en blijkt er wel uit, dat aan het toezicht op deze doopleden, om het zeer zacht te zeggen, niet genoegzame aandacht geschonken is. Dat de Kerkeraad .thans, , door dit rapport opgeschrikt, betere maatregelen heeft genomen, toont wel, hoe noodig het was, dat er verandering kwam.

De hoofdzaak, waarom het gaat, is echter niet, of die cijfers precies nauwkeurig waren en of er in Amsterdam's Kerk niet veel goeds wordt gevonden, maar of een afdoende verbetering mogelijk zal wezen, wanneer men. aan de onverdeelde stadskerk vasthoudt.

De droeve ervaring heeft geleerd vooral in onzen tijd, hoe overal in onze groote stedsn de Kerk achteruitgaat en haar invloed op de bevolking verliest. Het zou struisvogelpolitiek zijn, dit feit te willen ontkennen. Het rapport van de Evangelisatie-commissie heeft dit feit scherp in het licht gesteld, en daarom hebben we op deze cijfers de aandacht gevestigd, maar het feit zelf was bekend genoeg. En er is geen sprake van, dat dit feit alleen te Amsterdam zich zou voordoen bij de Gereformeerde Kerk. Het doet zich voor in al onze groote steden, en evengoed bij de Hervormde Kerk, zoo niet in nog veel ernstiger mate.

Op dit feit nu is reeds tal van malen gewezen. Er is gewaarschuwd en aaii de bel getrokken om degenen, die het huis regeerden, op dit gevaar te wijzen. Maar tot dusverre hebben deze waarschuwingen, helaas bitter weinig geholpen. Men bleef in het oude spoor voortgaan, alsof er geen wolkje aan de lucht was.

Nu heeft door de uitbreiding van het stemrecht de stembus bewezen, hoe sterk de afval van het Christendom in onze groote steden is. Het zou toch ondenkbaar wezen, wanneer de Christelijke Kerk nog een macht was in onze groote steden, dat het Socialisme en Communisme zulke triomfen had behaald. Indien het platteland geen tegenwicht bood, zou de meerderheid in het land aan de zijde der revolutie zijn geweest.

En dat is niet alleen zoo in ons land. Hetzelfde verschijnsel doet zich evenzeer voor in het buitenland. Indien men vraagt, wat voor invloed in Duitschland de Christelijke Kerk nog in de groote steden uitoefent, dan blijkt die invloed wel bedroevend klein.

Nu ontkennen we daarom geenszins, dat in onze stadskerken, vooral voor zoover zij trouw zijn aan de belijdenis, uitnemende krachten schuilen. Onze stadskerken beschikken gewoonlijk over de beste predikanten' van het land. Al is de offervaardigheid er zeker niet zoo groot als op onze dorpen, waar men naar verhouding veel meer geeft, toch kan, juist door de massaliteit dezer Kerken, veel meer gedaan worden voor de verzorging van de emeritipredikanten, voor de Zending enz. Maar hoezeer we dit alles gaarne toestemmen, dit neemt niet weg, dat het stadsleven zelf zooveel gevaren aanbiedt door de ontzettende kracht van de verleiding, die daar gevonden wordt, dat alleen door een zeer trouw toezicht op en bearbeiding van de gemeenteleden aan dit gevaar het hoofd kan worden geboden.

Het is daarom dat reeds lang door degenen, die het meest dit gevaar dooragen, naar middelen en wegen gezocht is, om aan dezen noodtoestand tegemoet te komen. En hun schier eenparig oordeel luidde, dat de fout niet schuilt in de personen der ambtsdragers, voor wier ijver men allen lof had, maar in het stelsel zelf, dat verkeerd was. Wilde men afdoende verbetering aanbrengen, dan moest dus dit stelsel zelf veranderd worden. Men moest de massale kerk loslaten en tot de parochiekerk komen.

Dr. A. Kuyper heeft hierop reeds jaren lang gewezen. Prof. Rutgers heeft er voor gepleit. Prof. Bavinck wees er op in zijn Dogmatiek. Dr. Harrenstein voerde er het pleit voor. Prof. Slotemaker de Bruine werd niet moede op dit parochiestelsel de aandacht te vestigen. Maar tot dusver bleef hun stem een vox clamantis in deserto, de stem des roependen in de woestijn. Het conservatisme, dat in ons kerkelijk leven helaas zooveel invloed heeft, bleef den baas spelen.

Het was daarom, dat we met zooveel ernst wezen op de cijfers van de Commissie tot Evangelisatie. Die cijfers, al zijn ze wellicht ietwat overdreven, toonden, hoe groot het gevaar zelfs voor onze beste stadskerken is.

Laat men daarom van het vraagstuk zich niet afmaken met te wijzen op het goede, dat nog in Amsterdam is. Zelfs kan het riiet helpen, dat de Kerkeraad naar aanleiding van deze cijfers nu strenger toezicht gaat houden. Redding voor onze stadskerken ligt er alleen in, wanneer met het bestaande stelsel wordt gebroken. Ook hier geldt: aux grands maux les grands remèdes. De fout zit niet in de personen, maar in het stelsel. En verbetering in afdoenden zin is alleen te verkrijgen, doordat men met het stelsel breekt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 12 oktober 1919

De Heraut | 4 Pagina's

Onze stadskerken.

Bekijk de hele uitgave van zondag 12 oktober 1919

De Heraut | 4 Pagina's