GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

IN VREEMDE HsAVEN.

V.s

Een nieuwe weg.

Maar de diaken schudde bedenkelijk het hoofd.

„Dat gaat niet", sprak hij. „Wij besteden de kinderen bij het jaar uit. Helpman zou zeker weigeren als we hem voorstelden den jongen weg te nemen, want hij zou het geld missen, en wij kunnen moeilijk dubbel betalen. Bovendien kon het Helpman in een kwaden naam brengen als of hij Hendrik slecht behandeld had". „O dien kwaden naam heeft hij toch al", zei Klaver, „en wat het geld betreft, als Hendrik verplaatst wordt, neem ik wat het meer kost voor mijn rekening".

„Ik weet niet of het zonder een nieuwe uitbesteding gaan zal, en die kunnen wij nu niet houden, 't Is nog maar zes maanden. Dan zullen we verder zien".

Onvoldaan nam Klaver afscheid, en ging thuis de zaak met zijn vrouw bespreken. Hij stelde voor den jongen op te nemen als pleegkind. Maar hiertegen had zijn vrouw groot bezwaar. „Ik houd van Headrik", sprak zij, maar wij hebben zelf een jongen van zijn leeftijd. En aj wilden wij het ook niet, allicht zouden we tusschen ons eigen kind en het vreemde onderscheid maken in allerlei. Nu zijn het vrienden, maar dan konden zij wel eens vijanden worden, en dat zou een der ergste dingen wezen die ons konden overkomen".

De man moest erkennen, dat zijn vrouw gelijk had. Dat Hendrik bij Helpman vandaan moest, stond bij man en vrouw vast. Na veel praten werden zij he'; eindelijk eens, Klaver zou trachten Helpman te bewegen, tegen betaling natuurlijk, den jongen te laten gaan, mits de diakenbakker het goed vond. Dan zou Hendrik voor een poosje bij Klaver in huis komen, tot er iets geschikts voor hem gevonden was. Zoodra dit afgesproken was maakte de boer werk van de zaak. De diaken had geen bezwaar, nu alles zoo liep. Wat Helpman betreft die weigerde eerst beslist. Maar Klaver kende hem en zei kortweg: „Hoor eens, ik zal voor de zes maanden betalen die het jaar nog heeft. De jongen gaat weg, het geld is dus voor jou zuivere winst".

„Maar ik mis zijn werk", antwoordde de gierige Helpman.

„En zoo. Nu dan leg ik er nog tien gulden op", zei Klaver gulweg. „Denk er eens over, dan krijg ik morgen wel antwoord". Nu veranderde Helpman dadeüjk en was voor alles te vinden. De zaak kwam in orde, en reeds na twee dagen kon de verhuizing van Hendrik plaats vinden. Trouwens een verhuiswagen was er niet bij noodig. Nagenoeg al zijn bezittingen droeg hij in een ouden, groenen zak onder den arm naar den woning van Klaver over. Een roerend afscheid had hij ook niet te nemen. Hij ondervond de waarheid van hefgeen ­een oud boek zegt: Wie zonder liefde wordt aangenomen, scheidt zonder droefheid.

Des te hartelijker was weer de ontvangst bij Klaver. Een paar weken gingen heel genoegelijk voorbij. Hendrik had er wel voor goed willen blijven, maar dit kon nu eenmaal niet. Voprloopig echter moest hij 't wel. Want om vele redenen ging het zeer moeihjk een gezin te vinden, waaiia men den wees wou opnemen, althans voor enkele maanden.

Zoo verliep de eene week na de andere, Hendrik deed zijn best om het zijn pleegouders naar hun genoegen te maken, en dat gelukte hem met 's Heeren hulp wonderwel. Des morgens trok hij er mee op uit, om allerlei werk te doen, op het veld, in den moestuin of in de stallen. Wat Hendrik deed, deed hij zoo goed hij kon en met allen ijver. Hij gevoelde zich hier op zijn plaats, wanneer des morgens gebeden en uit den Bijbel gelezen werd. Alles herinnerde hem aan het ouderüjke huis, te meer wijl hij hier ook zoo hartelijk bejegend werd. Zoo stonden de zaken toen op een avond terwijl de huisgenooten rustig in de groote kamer zaten, de deurklopper — zelke waren toen bij boerenhidzen nog wel in gebruik — zijn geluid liet hooren. Nieuwsgierig keek elk uit, wie er op zoo ongewoon laat uur nog zijn zou. Maar hoe verbaasden zij zich, toen weldra een man binnentrad in de fraaie kleeding van een scheepskapitein. Heel zijn voorkomen duidde trouwens den man aan die het varen op de groote zee gewoon was. «Goeden avond», sprak hij hartelijk. «Ik zal maar niet zeggen: Hoe later op den dag hoe schooner volk. Ik weet toch dat ik welkom ben». «Dat lijdt geen twijfel», antwoordde Klaver die opsprong en den nieuw gekomene vriendelijk de hand reikte, welk voorbeeld door zijn vrouw werd gevolgd. «Maar je komt ons verrassen als een die uit de lucht valt. Wij hebben al dikwijls tegen elkander gezegd: zou Karel heelemaal vergeten dat hij hier een broer en zuster heeft wonen en nog drie neven bovendien. Aan briefschrijven doe je ook al heel weinig. Maar, beste Karel, daarover later. Wij zijn nu blij je hier te hebben».

«Des te beter, dan laat ik voorloopig mijn zeilen opgerold, en gooi hier mijn anker neer voor een week of wat, als je het goed vindt». «Natuurlijk», zei de huisvrouw, en de gast drukte allen nog eens stevig de hand, ook de neven van welke hij er ahhans twee nog niet kende.

Oom Karel — 't is noodig dat de lezer dit al dadelijk verneemt — was kapitein of schipper van een vaartuig, dat op West-Indië voer, en allerlei koopwaren weg-of meebracht. In dien tijd waren stoomschepen nog bijna onbekend. Zoo konden de reizen niet zoo geregeld plaats vinden als tegenwoordig. Ze duurden ook veel langer; een reis van hier naar de West soms maanden. Kwam oom Karel dan weer in het vaderland, dan had hij het druk met de reeders van het schip en met allerlei handelszaken. Al had bij geen huishouding, toch was zijn vrije tijd weinig. Zoodoende had hij weinig gelegenheid om gemeenschap te oefenen met zijn vrienden en bloedverwanten. Thans echter had hij, uit erkenning van zijn verdienste, geruimen tijd vrijaf gekregen. Dien tijd wilde hij gedeeltelijk doorbrengen bij zijn broer. Deze hiervan niet te voren te onderrichten, en hem als 't ware te overvallen, lag geheel in 's mans aard.

Er viel de eerste dagen veel te praten. Van zelf sprak dat oom werd uitgelegd, dat Hendrik Crul geen neef maar toch als kind in huis was. Diens verdere geschiedenis kwam oom ook te weten. Wij zullen later zien hoe grooten invloed dit onder Gods bestuur op Hendriks leven had.

BRIEFWISSELING.

N. S. te B. o. L Uw briefin dank ontvangen. Daar echter kort geleden nog vragen beantwoord zijn, moet uwe een poosje wachten. P. R. Zoodra mogelijk.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 30 mei 1920

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 30 mei 1920

De Heraut | 4 Pagina's