GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de Geref. Kerkbode voor Rotterdam schrijft Dr. A. K. Jr., het volgende:

Daar is een openbaring Gods door het Woord in de Heilige Schrift. Maar daar is ook nog een andere openbaring, waarin het Code behaagd heeft Zijne gedachten neer te leggen En die andere openbaring bezitten wij in het boek der natuur. In den regel wordt daarop te weinig gelet. En daarom is het goed bij tijden eens in herinnering te brengen wat onze vaderen beleden in artikel 2 der confessie: ij kennen Hem door twee middelen, ten eerste door de schepping, onderhouding en regeering der geheele wereld, overmits deze voor onze oogen is als een schoon boek, in hetwelk alle schepselen, groote en kleine, gelijk als letteren zijn, die ons de onzienlijke dingen Gods geven te aanschouwen, namelijk zijn eeuwige kracht en Goddelijkheid, als de apostel zegt, Rom. 1:20, welke dingen alle genoegzaam zijn om de menschen te overtuigen en hun alle onschuld te benemen.

Die groote en machtige schepping is een werk Gods. Het is niet vroom om God te zoeken alleen waar men zelf wil, maar het is wel vroom om God overal te zoeken, daar waar Hij zich openbaart. En nu, de Heere onze God openbaart zich óók in het rijk der natuur, in heel de Schepping, en doet daarvan uit een rijke sprake tot ons komen. Heel de schepping is door Gods alvermogen tot stand gebracht, en wordt door Zijn kracht onderhouden en geregeerd. Die wereld zou zonder Gods scheppende kracht nooit tot aanzijn zijn gekomen, en zonder Gods onderhoudende kracht geen oogenblik hebben kunnen stand houden. En daarom, wie waarlijk vroom is, onderzoekt niet alleen de Schriften, die wijs kunnen maken tot zaligheid, luistert niet alleen naar de vertroosting des Heiligen Geestes in het harte, maar laat óók zijn oog gaan over die groote en kleine letteren in het boek der natuur, om de sprake daarvan te verstaan, zoo Gods gedachten op te vangen, en de eere Gods te dienen.

Trouwens, wie bij het Woord leeft, wordt door dat Woord van zelf voortdurend gewezen op het boek der Natuur, op het werk van Hem die hemel en aarde geschapen heeft. Dat geschreven Woord roept u op Gods vrije natuur in te gaan, rondom u te zien, het oog naar boven te heffen, en in aanbidding uit te roepen: O Heere, onze Heere, hoe heeriijk is uw naam op de gansche aarde. Gij die uwe majesteit gesteld hebt boven de hemelen.

Treffend schoon is ook de aanhef van den zoo bekenden 19den Psalm : de hemelen vertellen Gods eer, en het uitspansel verkondigt zijner handen werk. De dag aan den dag stort overvloediglijk sprake uit, en de nacht aan den nacht toont wetenschap. Geene spraak en geene woorden zijn er, waar hunne stem niet wordt gehoord. Hun richtsnoer gaat uit over de gansche aarde, en hunne redenen aan het einde der wereld. Hij heeft in dezelve eene tent gesteld, voor de zon, en die is als een bruidegom, uitgaande uit zijne slaapkamer, zij is vroolijk als een held om het pad te loopen. Haar uitgang is van het einde des hemels, en haar omloop tot aan de einden er van, en niets is verborgen voor hare hitte.

Heel de schepping openbaart Gods wijsheid, macht en majesteit, en roept tot aanbidding van Hem, die het alzoo heeft uitgedacht en tot stand gebracht. De hemelen en de'aarde doen het. Het gebeurt door het ruime hemelrond, maar ook door het donkere zwerk. Wij beluisteren die sprake op den dag en in den nacht.

De menschen spreken in veelheid van talen, maar hier spreekt God de Heere in ééne taal tot alle volken en tot alle landen. Zooals een schilderij of beeldhouwwerk in één taal tot alle volken spreekt, zoo spreekt God de Heere door Zijn machtig scheppingswerk in één taal tot de geheele wereld. Daarom zegt de psalmist: een spraak en geen woorden zijn er, waar hunne stem niet wordt gehoord, hun richtsnoer gaat uit over de gansche aarde, en hunne redenen aan het einde der wereld. De Apostel Paulus past deze waarheid toe op het Evangelie. De openbaring in de natuur aan heel de wereld is het voorbeeld en de profetie dat zoo ook eens het Evangelie aan alle volken gepredikt zal worden. Want als hij spreekt over de liefelijkheid van de voeten dergenen die vrede verkondigen, dan roept hij uit (Rom. 10:18): ebben zij het niet gehoord? Ja, toch, hun geluid is over de geheele aarde uitgegaan en hunne woorden tot de einden der aarde. Hoe groot zijn. Heer, uw werken! Hoe ver gaat uw beleid! Gij stelt met mogendheid Elk deel zijn juiste perken !

Die openbaring van Gods wijsheid en majesteit in de natuur is zoo duidelijk, dat geen schepsel te verontschuldigen is, die daar niet op let en de sprake er van niet verstaat.

Daarom lezen we in Rom. 1:19, 20: vermits hetgeen van God kennelijk, in hen openbaar is, want God heeft het hun geopenbaard, want zijn onzienlijke dingen worden van de schepping der wereld aan, uit de schepselen verstaan en doorzien, beide zijn eeuwige kracht en goddelijkheid, opdat zij niet te verontschuldigen zouden zijn. En toch, zoo velen onder de kinderen der menschen wandelen op deze aarde, en alle dingen openbaren zich aan hun oog, maar zij zien ze niet, zij verstaan niet de sprake Gods, die tot hen komt in die groote en kleine letteren van het boek der natuur. Zij worden er niet door gedrongen de hand Gods te zien in de werken zijner majesteit, zij komen niet tot verootmoediging en aanbidding. De Psalmist zegt van dezulken: en^ ziel aan 't stof gekluisterd, beseft uw daden niet, ' geen dwaas weet wat hij ziet, zijn oordeel is verduisterd. Als is het, dat het kind der wereld op aarde wandelende, doof is voor de sprake Gods uit de natuur, en blind voor het schrift Gods in de Schepping, hij is, naar uitdrukkelijk uitwijzen van Gods Woord, niet te verontschuldigen.

Gods Woord is ook weer noodig om de taal der Schepping goed en juist te verstaan. En als er dan zijn, die in de vrije natuur willen genieten, vooral op een rustdag, en dan denken, dat zij zonder meer God wel kunnen dienen in den Tempel van ongekorven hout, en dat meer niet noodig is, dan komt deze Psalm, die juist zoo heerlijk doet zingen van de grootheid onzes Gods in de scheppingswerken, er het oog op vestigen, dat van die Natuur wel een sprake Gods uitgaat, zeer krachtig en heerlijk zelfs, maar dat nog iets anders en iets meer noodig is.

Des Heeren Wet nochtans verspreidt volmaakter glans. Veel rijker en heerlijker is het' getuigenis Gods in het heilig Woord. Daarin geef Hij zichzelven nog klaarder en volkomener aan ons te kennen, zooveel als noodig is voor onze zaligheid, en om. te leveh not Zijn eere. Het Woord, dat volmaakter glans verspreidt dan het hemellicht der zon, is Gods getuigenis dat eeuwig zeker is en slechten wijsheid leert.

O, als de natuur schoon is, als de lente haar pracht verspreidt, als de zomer de weelde der schepping voor uw oogen uitstalt, geniet wat God, die hemel én aarde geschapen heeft, te genieten geeft. Maar doe het in dank en met aanbidding van den Vader, wiens eigen werk de schepping is Laat daarboven het geschreven Woord Gods u dierbaar zijn, en zij de hoogste genieting in de inwoning des Heiligen Geestes.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 20 juni 1920

De Heraut | 4 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 20 juni 1920

De Heraut | 4 Pagina's