GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

AAN VRAGERS.

Habakuk. — Romeinsche cijfers — De oude wereld. — Fidibus. — Oosterlingen. — Zaterdag.

In een vorig Nr. kwam o.a. voor een berijming van een deel uit het boek Habakuk. £en onzer lezers meent, dat er nog een andere berijming bestaat, en vraagt, als dat zoo is, of wij die ook mee kunnen deelen.

Er bestaan, zoover ik weet, verscheiden berijmingen van de bedoelde plaats uit de Schrift. Die welke voorverleden week gegevenj werd is van wijlen De Liefde, en was oorspronkelijk bestemd om gezongen te worden als «canon*. Er bestaat ook een berijming door da Costa, die zeer schoon is en welke wij daarom hier laten volgen:

Wanneer de vijg niet uit zal botten. Geen druif meer zwellen zal van wijn, De olijf haar kweeker zal bespotten. En alle vruchtboom kaal zal zijn; Als negens 't graanveld meer zal rijpen, De herder te vergeefs zal grijpen Naar ooi of rund in veld of stal. Zoo weet ik toch, dat onder 't lijden Mijn ziel in God zich zal verblijden. Mijn hart in Hem opspringen zal.

N. S. te B. o. L. vraagt: Hoe schreven of noemden de Romeinen in hun lettercijfers de groote getallen boven of meer dan duizend (M) tien, honderd, of meer duizenden, millioenen, miljarden enz. De praktijk in het schrijven van Romeinsche cijfers is niet altijd de zelfde. Boven de duizend zet men vóór het hoofdcijfer M een kleiner cijfer, dat aanwijst hoeveel duizenden er bedoeld worden. Drieduizend b.v. ziet er dan zoo uit: iiiM.

P. vraagt: at wordt in Lukas 2 bedoeld met de geheele wereld ? Is ook bekend hoeveel inwoners de wereld toen volgens de beschrijving telde ? Wij lezen in Luk. 2:1. En het geschiedde in diezelve dagen, dat er een gebod uitging van den keizer Augustus, dat de geheele wereld beschreven zoude worden.

Met de geheele wereld wordt natuurlijk bedoeld de wereld voor zoover die aan de beschaafde volken van Europa bekend was. Amerika en Australië rekenen dus niet mee. Van Europa telt het Noorden niet mee; van Azië alleen het Zuiden e«i het Westen; van Afrika de Noordkust. Kortom het geldt de landen die rechtstreeks afhankelijk waren van de Romeinsche macht, die zetelde in Italië. Haar gebied waren in hoofdzaak de landen rondom de Middellandsche Zee, waarbij nog kwam een deel van Engeland. Dit was het Romeinsche wereldrijk, en zijn gebied wordt bedoeld met «de geheele wereld."

Daarover regeerde Augustus als eerste keizer. Hij schijnt te hebben willen weten, hoeveel inwoners zijn ontzaglijk rijk telde. Misschien ook bedoelde hij tevens het meer gemakkelijk invorderen van de belasting. Het een hmg trouwens met het andere saam.

Mag men de oude berichten gelooven, dan was Augustus, zooals bleek, heerscher over honderd twintig millioen menschen. Bij dit cijfer moet echter wel bedacht, dat een nauwkeurige beschryving of telling in die dagen bijna onmogelijk was, wijl niet alles zoo opgeschreven werd ats thans geschiedt. In elk geval is het-gebied waarover Augustinus regeerde, thans veel meer bevolkt dan in zijn tijd.

In mijn jongen tijd, zoo schrijft R. leerde ik de Duitsche taal. Mijn hooggeachte onderwijzer, een Duitscher, was gewoon tijdens de les een lange Duitsche pijp te rooken. Als hij gestopt had, nam hij echter geen lucifer om dadelijk aan te steken, maar een stuk papier gevouwen tot een smalle reep. Van zulke papieren lag een heel pakje gereed. De onderwijzer stak eerst een luciefer aan, met de vlam daarvan het papier en met het brandende papier de tabak in zijn pijp.

Zulk een papier noemde men ^tn. fidibus. Meermalen heb ik den leeraargevraagd waarom, maar hij kon het niet zeggen, naar het scheen. Weet u ook raad ?

In vroeger tijd had men onder de Duitsche studenten zoogenaamde rook-coUeges. Dit waren vriendenkringen waarin men samenkwam om te rooken en gezellig bijeen te zijn.

Als er een vergadering zou wezefi kregen de vrienden een briefe, waarin hun dit werd aangezegd. Zulk een briefje begon met de Latijnsche woorden I< idelibus Fratribus dat wil zeggen : Aan de getrouwe broeders. Naar dezen aanhef kreeg het papier bij verkorting den naam Fidibus. Het werd vaak gebruikt om de pijpen aan te steken in een tijd toen er nog geen lucifers waren, en men het stellen moest met een koolije vuur of een tondeldoos. Later werd dit anders, maar uit kracht van ge-woonte bleef het oude gebruik bestaan.

Over twee woorden schrijft P. S. 't Eene is schorremorrie. Er zijn in onze spreektaal een aantal woorden en uitdrukkingen — meer dan men gewoonlijk denkt — die afkomen Van het Hebreeuwsch. Zij zijn door de Joden overgebracht en worden in de volkstaal onzer groote steden niet zelden gehoord.

Zoo is het ook met schorremorrie, verkort tot schorum. Het duidt thans aan: gering, gemeen, haveloos volk, in het Hebreeuwsche woord ligt de beteekenis van «deugniet*. Dergelijke woorden zijn o.a. Massel, dat is winst, fortuin; Majim, dat is groot water, zee; Roeag, dat is onrust, geweld, herrie, en vele andere.

Het tweede woord is Zaterdag. Vanwaar die naam ?

De namen van de dagen der week stonden bij de heidensche Germanen, ook bij onze voorouders, in verband met hun goden en godsdienst. Zoo was de eerste dag der week gewijd aan de Zon, de tweede aan de Maan. «Zaterdag* is eigenlijk Saturnusdag. Saturnus was de god van den tijd, aan wiens verloop het einde der week herinnert.

Hoe de Germanen er toe kwamen den god Saturnus van de Romeinen over te nemen, is niet duidelijk. Zeker is dat zij in de zes andere dagen hun eigen goden gedachten. Zoo had men : Den Zondag voor de zon. Den Maandag voor de maan. Den Dinsdag voorTuisco, den god der gedingen. Den Woensdag voor Wodan, den oorlogsgod. Den Donderdag voor Thor, den dondergod. Den Vrijdag voor Freya, de godin des huwelijks. Ook in den Christelijken tijd bracht men de nimen der weekdagen met den godsdienst in verband. Zoo komen het Fransche Samedi, het Duitsche Samstag af van Sabbath (Zaterdag). Het Fransche woord Dimanche voor Zondag komt uit het Latijn, en beduidt dag des Heeren.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 27 juni 1920

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 27 juni 1920

De Heraut | 4 Pagina's