GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Generale Synode van de Gereformeerde Kerken.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Generale Synode van de Gereformeerde Kerken.

19 minuten leestijd Arcering uitzetten

1 September. - Middagzitting.

De vergadering wordt heropend met het zingen van Psalm 2)2> : 11.

De Praeses noodigt Prof. Ridderbos, Ds. Landwehr en Oud. van Dorp uit, een concept te willen opstellen van het «Getuigenis".

In de plaats van Prof. Bavinck, die bericht zond, de Synode niet meer te kunnen bijwonen, wordt tot lid van de Ie Commissie benoemd het praeadviseerend lid Prof. Kuyper.

Aan de orde wordt gesteld het advies over het «Leerboek". Rapporteur is Dr. van Es. Aan de bespreking nemen deel Prof. Hoekstra, Oud. van Dorp, Prof. Lindeboom en Ds. de Geus. Nadat bij de discussie gebleken is, dat er behoefte bestaat aan meerder licht, over de kwestie, of één leerboek voor catechisatie en school, dan wel twee leerboeken voor ieder van beide • afzonderlijk zullen worden opgesteld, wordt de zaak naar de Commissie terug gewezen, om met het oog daarop de conclusies nog eens te overwegen.

Dr. de Moor brengt rapport uit over het «verzoek van den kring van belangstellenden inzake verbetering van het kerkgezang". Nadat over dit rapport door Prof. Lindeboom het woord is gevoerd, wordt na het aanbrengen van een wijziging in de voorgestelde overweging als volgt besloten:

De Generale Synode, kennis genomen hebbende van de «kleine verzameling Nieuw-Testamentische kerkliederen", haar aangeboden door den «kring van belangstellenden in de verbetering-van ons kerkgezang" en van het daarover ingediende rapport en de daarover gevoerde discussie, oordeelt, afgedacht van de vraag, of door haar besloten zal worden, stappen te doen tot uitbreiding van den bundel «Eenige Gezangen", de genoemde proeve alszoodanig niet te kunnen aanvaarden en besluit, daarvan aan dezen kring kennis te geven.

Ds. Renting rapporteert over de voorstellen, om te ontwerpen een «formulier voor het afleggen van openbare geloofsbelijdenis ter toelating tot het Heilig Avondmaal". Besloten wordt drie Deputaten te benoemen aan wie wordt opgedragen, enkele vragen te concipiëeren, welke aan de Kerken zullen worden aanbevolen, om bij het afleggen der openbare belijdenis te worden gebruikt, en dienaangaande op de eerstvolgende Generale Synode rapport uit te brengen

Dr. Haaia leest het rapport van Deputaten tot verbetering der predikantstractementen, en daarna Ds. Meijeting dat van de Commissie van praeadvies aangaande deze zaak. Na eene bespreking, waaraan deelnemen Prof. Greijdanus, Dr. de Moor, Ouderl. Francken, Ds. A. Brouwer, Prof. Hoekstra en de rapporteurs, wordt besloten:

Ie dezen Deputaten, en met name hun scriba Dr. J. Hania, dank te zeggen voor den gezegenden arbeid door hen verricht;

2e hare blijdschap en dankbaarheid uit te spreken:

a. over de^ blijkens het verhoogingscijfer van de tractementen in deze drie jaren, door de kerken bewezen groote offervaardigheid ;

b. over het feit, dat door een onbekend comité een som van f 20.000 op zoo nobele wijze voor deze zaak ter beschikking werd gesteld;

3e Voor de komende drie jaren opnieuw deputaten te benoemen met mandaat, om in de tot dusverre gevolgde lijn werkzaam te zijn tot verbetering der predikantstractementen, en

4e hun de vrijheid te verleenen, om, nadat de weg in het gestipuleerde onder letter K. c. der Acta Synodi van Rotterdam aangewezen, zonder het gewenschte' resultaat is bewandeld, van al de Kerken ééns per jaar eene bijdrage te verzoeken, ten einde het inkomen der predikanten, dat nog beneden f 2500 is bij gebleken behoefte, te kunnen suppleeren.

Na het zingen van Ps. 118 : 9 en dankgebed sluit de Voorz. de vergadering,

2 September. — Morgenzitting.

De vergadering wordt door den Praes'es geopend, waarna gezongen wordt Ps. 66 : 2. Ds. de Geus leest de notulen van de vorige vergadering, welke worden gearresteerd.

Ds. de Moor verzoekt als voorzitter van de Ie Sectie, op Vrijdagmorgen geene vergadering te houden. De Praeses deelt mede, dat de morgenvergadering enkele oogenblikken in comité zal gaan, om over deze zaak nader ingelicht te worden, terwijl ook Vrijdagmiddag D.V. in comité zal vergaderd worden.

Ds. van Andel rapporteert over beter verdeeling van het Zendingsterrein. Het rapport betoogt uit de cijfers, dat de kerken van Noord-Holland onevenredig zwaar belast zijn in vergelijking met die van Zuid-Holland. Uitgaande van de gedachte, dat de kerken gezamenlijk, verantwoordelijk zijn voor het Zendingsveld, stelt het ppport voor uit te spreken de wenschelijkheid, dat de kerken van Noord-en Zuid-Holland trachten te komen tot een meer evenredige verdeeling van de Zendingslasten. |

Nadat op een desbetreffende vraag de urgentie van dit voorstel door den rapporteur nader geadstrueerd is, besluit de Synode dienovereenkomstig.

Vervolgens komt aan de orde de arbeid onder de verstrooide Gereformeerden in Ned.-Indië. Eerst wórdt het rapport van Deputaten voor deze zaak voorgelezen door Ds. Dijk; daarna - door Ds. van Andel het rapport van de praeadviseerende Commissie. Overeenkomstig laatstbedoeld rapport besluit de Synode:

Ie goed te keuren de handelingen der Deputaten ;

2e opnieuw Deputaten voor de verzorging van «de verstrooide Gereformeerden in Nederlandsch-Indië" te benoemen, ten getale van acht; 3e aan deze Deputaten op te dragen:

a. voor dezen arbeid gelden te verzamelen, en namens de Generale Synode aan de Gereformeerde Kerken in Nederland ééne collecte per jaar voor dit doel te vragen en de inkomende gelden te beheeren;

b. voort te gaan met dé uitvoering van wat voortvloeit uit de reeds genomen beslissingen inzake Medan en Bandoeng ; en aan deze kerken ook verder steun te verleenen, indien uit de over te leggen bescheiden de noodzakelijkheid daarvan blijkt;

c. op een daartoe strekkend gemotiveerd verzoek, ook aan andere Gereformeerde Kerken in Ned.-Indië voor de geestelijke bearbeiding van de verstrooide Gereformeerden steun te verleenen, voor elke kerk tot een bedrag als naar het oordeel der Deputaten ad hoc noodig zal zijn en de staat der kas zal toelaten;

d. te doen wat verder in het belang van dezen arbeid noodig zal blijken ;

e. de kosten hunner huishoudelijke uitgaven te betalen uit de door hen beheerde kas.

Daarna leest Ds. van Andel het praeadvies van dezelfde Commissie over de instelling van het ambt van «pandita" (Inlandsche predikant.)

De Synode besluit:

Ie goed te keuren de handelingen in dezen van • de Deputaten voor de Zending ;

2e het advies der Deputaten als leiddraad aan te wijzen, Wanneer men op het Zendingsterrein zal overgaan tot de instelUng van het ambt van dienaar des Woords.

Het Zendingsrapport in zijn geheel zal worden opgenomen achter de Acta, en dus ook het advies van Deputaten.

Ds. van Andel rapporteert ook nog over de «Opleidingsschool voor helpers bij den Dienst des Woords: "

De Synode besluit overeenkomstig het rapport: Ie goed te keuren de handelingen in dezen van de Deputaten van de Zending;

2e aan Ds. Bakker het gevraagd verlof te verleenen; -

3 e aan de te benoemen Deputaten op' te dragen, na ingewonnen advies van de Afzonderlijke Vergadering en in overleg met Ds. Bakker, een nauwkeurig plan te ontwerpen van de reorganisatie der school, en een voorloopige raming te maken van de kosten, aan die reorganisatie, alsmede aan de overplaatsing, indien deze wenschelijk zal worden geacht, verbonden, opdat door de eerstvolgende Generale Synode in deze zaken een beslissing zal kunnen worden genomen.

4e de te benoemen Deputaten te machtigen, in overleg met den docent te besluiten, dat deze na zijn terugkeer op Java te Djokja of te Solo een cursus zal beginnen op den ouden voet.

Ds. Breukelaar leest alsnu het praeadvies over de Christel. HoUandsch-Inlandsche Kweekschool, de eerste dergelijke school in Indië.

De Synode besluit overeenkomstig het rapport:

Ie Goed te keuren de handelingen van deputaten voor de zending onder Heidenen en Mohammedanen in betrekking tot de Christ. Holl.-Inl. Kweekschool;

Je Met het oog ook op het aldaar kosteloos te verkrijgen terrein. Solo aan te wijzen als plaats van vestiging voor deze Kweekschool;

3e. aan de te benoemen deputaten voor de Zending onder Heidenen en Mohammedanen op te dragen, in overleg met de Algemeene Vergadering tot de oprichting der schoolgebouwen over te gaan op de wijze, zooals hun het meest geschikt zal voorkomen ;

4e de te benoemen deputaten voor de zending onder de Heidenen en Mohammedanen te machtigen Europeesche leerkrachten te benoemen zooveel als hun beslist noodzakelijk zal blijken;

Se goedkeuring te hechten aan de vastgestelde instructies, aan het ingevoerde Reglement van deze Kweekschool en aan de gewijzigde regeling van den arbeid van den Raad van Toezicht;

6e ingenomenheid uit te spreken met de gelijkstelling van deze Kweekschool met de Gouvernements Kweekscholen;

7e aan de te benoemen deputaten voor de zending onder Heidenen en Mohammedanen op te dragen, een eventueel voorstel tot overdracht der Christ. Holl. Inl. Kweekschool aan de «Vereeniging voor Christ. M. U. L. en Middelbaar onderwijs te Djokjakarta" in overweging te nemen en daarover een volgende Gen. Synode te dienen van advies en dit door genoemde deputaten aan gemelde Vereeniging te doen berichten;

8e met dank voor de ontvangen bijdragen door de te benoemen deputaten voor de Zending onder Heidenen en Mohammedanen de Besturen der Chr. HoU.-Jav. en Chr. HoU.-Chin. scholen op Midden-Ja va uit te noodigen de Chr.-Holl. Inl. Kweekschool geregeld finantiëel te blijven steunen;

9e. dank te zeggen aan Directeur Br. H. Meijerink en den leeraar Br. D, J. Bosma voor hun arbeid, alsmede ook aan de Algemeene Vergadering voor al haar bemoeiing.

Ook rapporteert Ds. Breukelaar over de oprichting van een normaalschool te Solo. Staande voor de-keuze óf het aantal leerlingen van de Keuchenieusschool op te voeren tot een ongewenscht groot getal öf een tweede dergelijke school op te richten, stellen Deputaten met instemming van den Directeur der Keucheniusschool en van de Algemeene Vergadering van Zendingsarbeiders op Java voor, een dergelijke school (normaalschool) te Solo op te richten. Overeenkomstig het voorstel van de praeadvi-' seerende commissie, besluit de Synode aan de te benoemen Deputaten voor de Zending onder Heidenen en Mohammedanen op te dragen:

Ie. te onderzoeken en nader te overwegen of de oprichting en instandhouding eener Christelijke Normaalschool te Solo naast de Keucheniusschool te Djokjakarta finantiëel uitvoerbaar is te achten;

2e. zoodra hun de sub. 1 genoemde uitvoerbaarheid is gebleken, tot de oprichting dezer Normaalschool te Solo over te gaan en zulks in overleg met de Algeraeene Vergadering enmet dien verstande, dat voor de oprichting uit de Generale kas geen hooger bedrag dan ƒ 10.000 mag worden bijgedragen;

3e. voor deze school eenen Directeur te benoemen alsmede meerdere" leerkrachten, die zullen blijken noodig te zijn;

4e. de instructie voor het Eüropeesch personeel dezer school vast te stellen, zooveel mogelijk in overeenstemming met de instructie van het personeel der Keucheniusschool;

Se. na advies van de Algemeene Vergadering de salarisregeling vast te stellen, die voor het personeel dezer school zal gelden, met dien verstande evenwel dat de salarieering in geen geval hooger mag gaan dat de salarieeringt van het personeel der Gouvernements Normaalscholen ;

6 e. den Raad van Toezicht voor de Keucheniusschool uit te noodigén ook over de Normaalschool te Solo toezicht te oefenen op denzelfden voet als dit met de Keucheniusschool geschiedt.

Ds. C. L. F. van Schelven leest zijn rapport over de behartiging van de belangen der Nederlandsche Gereformeerden bij de Overheidspersonen in Duitschland. Daarna leest Ds. Koopraans het rapport van de praeadviseerende commissie, overeenkomstig hetwelk de Synode besluit, Ds. C. L. F. van Schelven hartelijk dank te zeggen voor zijn rapport en voor den arbeid door hem verricht.

Vervolgens wordt door Ds. H. Meijering gelezen het rapport van Deputaten voor de Generale Kas voor hulpbehoevende Kerken. Daarna leest Oud. D. de. Bruya het rapport van de praeadviseerende Commissie. De behandeling der conclusies van dit rapport aan­

gehouden tot de middagzitting.

De vergadering gaat in comité. Middagzitting.

De Praeses heropent de vergadering en laat zingen, Psalm 97 : 1.

Voortgezet wordt de behandeling van het rapport over de Generale kas voor hulpbehoevende kerken. Nadat de 3e conclusie is teruggewezen naar de commissie voor nader advies, worden de volgende voorstellen der commissie aangenomen:

Ie. Deputaten dank te zeggen voor hun met zooveel nauwkeurigheid verrichten arbeid en te dechargeeren van hun beheer.

2 e. Den staat van ontvangst en uitgaven als bijlage op te nemen in de Acta.

3e. Het mandaat van de Deputaten dezer kas te continueeren, met name ook wat betreft de hulp aan den Em. Pred. Ploos van Amstel te verleenen, (volgens Acta Gen. Syn. van Rotterdam).

4e. De kerken op te wekken, met het oog op de steeds meerdere noodzakelijke uitkeeringen, "voort te gaan, naar den aangenomen regel voor deze kas te blijven collecteeren en deze gelden geregeld te doen afdragen door de Classis of Provinciale deputaten hiervoor aangewezen.

Ds. Kolthof verkrijgt het woord, om te spreken namens de Oud-Geref. Kerken in Bentheim en Oost-Friesland. Spr, dankt voor het bezoek, door Prof. Lindeboom aan zijne Kerken gebracht als Deputaat voor de correspondentie met Buitenlandsche Kerken, zoo spoedig het grensverkeer weer eenigszins vergemakkelijkt was, en brengt den zustergroet over. De toestand der Duitsche kerken is, naar omstandigheden, gunstig te noemen. De kerk van Gronau is het meest verzwakt. De leden der kerken zijn over 't algemeen ongeschokt in het geloof van de slagvelden teruggekeerd. Door Gods genade bleken ook thans de Gereformeerde beginselen sterk genoeg, om steun te bieden in doodsgevaar, in lange gevangenschap en tegenover ongeloof en revolutie. Eene schoone vrucht van den oorlog is, dat de gereformeerden in Europa aanvankelijk nader tot elkander zijn gebracht. Gaat dit verder, dan zullen ook de-Duitsche kerken uit hun isolement worden verlost. Tot nog toe is echter, ook bij het wegvallen van de Landesherrliche Kirchenregiment, daarvan in Duitschland nog weinig te merken. Gevraagd is, of er van de Oud-Geref. Kerken niet eene actie kan uitgaan nu naar nieuwe vorrnen wordt gevraagd. Straks zal de steun der Nederlandsche kerken worden gevraagd voor deze actie. Alle pogen in deze richting wordt evenwel door tal van moeilijkheden, niet het minst door de lage valuta, belemmerd. Met groote belangstelling wordt het leven der Hollandsche kerken gevolgd en dankbaar is men voor de medewerking aan de buitenlandsche kerken veroorloofd, bij de ontwikkeling der belijdenis, waarvan Spreker verzoekt, alle voorstellen dienaangaande ook ter behandeling* te willen aanbieden aan de Classicale vergadering der Oud-Geref. Kerken. Tenslotte dankt Spr. voor de hartelijke ontvangst, hem bereid, en hoopt deze te kunnen vergelden wanneer een afgevaardigde der Nederlandsche Kerken de Classis Bentheim bezoekt.

Prof. Lindeboom beantwoordt namens de Synode deze toespraak en wenscht aan de Oud-Gereformeerde Kerken in Bentheim en Oost-Friesland, van wier gedachte met nauwkeurigheid kennis zal worden genomen, de bewaring en de leiding des Heiligen Geestes toe.

Prof. Kuyper rapiporteert over de voorstellen aangaande het overgaan van predikanten tot een anderen staat des levens.

Nadat Prof. Bouwman hartelijk instemming met het rapport heeft uitgesproken, besluit de Synode:

met de' grondgedachten, die in dit rapport zijn uitgesproken, hare instemming te betuigen en het in hare Acta op te nemen, opdat het als leiddraad voor de Kerken moge dienen, opdat zij weten zullen hoe in dergelijke gevallen te handelen is, en voorts uit te spreken:

Ie. dat de Generale Synode onverzwakt wenscht vast te houden aan het beginsel in Art. 12 K.O' uitgesproken, dat een Dienaar des Woords, eens wettelijk beroepen zijnde, zijn leven lang aan den kerkedienst verbonden blijft, waarom het hem niet geoorloofd zal zijn zich tot een anderen staat des levens te begeven zonder groote en gewichtige oorzaken;

2e. dat de Generale Synode, gelet hebbende op het droeve feit dat in den laatsten tijd meermalen Dienaren des Woords niet alleen buiten, maar ook in' onze Kerken hun ambt hebben neergelegd om een beroep te kiezen, dat geldelijk voor hen voordeeliger was, de Dienaren des Woords met ernst op het hart binde, dat het hun niet geoorloofd is op dergelijke gronden het heilig ambt door Christus hun toebetrouwd te verlaten; waaraan zij echter evenzeer de vermaning tot de Kerken toevoegt om niet door te karige bezoldiging van hare Dienaren tot zulk een zondige daad aanleiding te geven ;

3e. dat de Generale Synode de Classen, die naar Art. 12 K.O. geroepen zijn bun oordeel uit te spreken over de grootte en het gewicht van de oorzaken, die zulk een overgang tot een anderen staat des levens alleen wettigen, vermaant om aan dit Artikel gestrenger de hand te houden en zoodanig verzoek om uit den kerkedienst ontslagen te worden, niet anders toe te staan, dan wanneer naar haar oordeel daartoe dwingende gronden aanwezig zijn;

4e. dat de Generale Synode aan het verzoek om nader te omschrijven, wat onder deze groote en gewichtige oorzaken te verstaan is, opdat in dezen meer uniformiteit kome, moeilijk voldoen kan, omdat de gevallen daarvoor te onderscheiden zijn en elk geval afzonderlijk moet behandeld worden;

5. dat de Generale Synode echter wel van oordeel is, dat in het vervolg zulk een verlof om tot een anderen staat des levens over te gaan, niet zal geschonken worden door de classis alleen, maar dat daarbij zal gevraagd worden de approbatie van de deputaten der Particuliere Synode, weshalve zij besluit Artikel 12 K. O. aldus aan te vullen, dat daarbij moet gevraagd worden: Welk oordeel de Classis niet zal uitspreken zonder kennis en approbatie van de Deputaten der Particuliere Synode;

6e. dat de Classen niet licht vaardiglij k den naam en eere van een Dienaar des Woords zullen laten behouden aan Dienaren, die hun ambt verlaten, om ^tot een ander beroep over te gaan, maar zich houden zullen aan den regel, dat zulk een voorrecht alleen behoort geschonken te worden aan zulke Dienaren, die geroepen worden tot een anderen dienst ten bate van de Kerken in het algemeen of tot een zoodanigen arbeid, die een geestelijk karakter draagt en met de roeping tot de prediking van het Evangelie in verband staat.

Eveneens rapporteert Prof. Kuyper over het bezwaarschrift van Dr. A. A. van Schelven tegen de besluiten van de classis Middelburg en de Part. Synode van Zeeland, waardoor hij losgemaakt werd van de kerk van VlissTogen.

De Synode besluit:

De Generale Synode der Gereformeerde kerken, vergaderd te Leeuwarden,

kennis genomen hebbende van het bezwaarschrift van Prof. Dr. A. A. van Schelven te Haarlem, bij haar ingezonden tegen het besluit van de classis Middelburg en van de Particuliere Synode van Zeeland, waarbij hem wel geoorloofd werd wegens groote en gewichtige oorzaken tot een anderen staat des levens over te gaan, maar niet vergund werd de eere en naam eens Dienaars te behouden;

overwegende, dat het behoud van den naam en eere van een Dienaar des Woords rechtens volgens Art. 13 K.O. alleen toekomt aan zulke Dienaren, die door ouderdom, ziekte of anderszins onbekwaam geworden-zijn tot hun dienst, maar ingeval een Dienaar des Woords den kerkendienst ver'aat, om zich aan een ander levensdoel te wijden, alleen als voorrecht en by wijze van uitzondering verleend kan worden;

overwegende, dat in dit speciale geval de Classis Middelburg terecht heeft geoordeeld, dat voor het verleenen van dit voorrecht geen genoegzame grond is, daar het hoogleeraarschap in de Letteren kwalijk vereenigbaar kan worden geacht met het behoud van de ambtelijke positie van predikant en daardoor ook een niet ongevaarlijk precedent zou worden gesteld;

overwegende, dat de gronden, door Prof. Dr. A. A. van Schelven hiertegen in zijn bezwaarschrift aangevoerd, niet steekhoudend zijn, ook al erkent de Synode, dat de ongelijke behandeling van deze gevallen door verschillende Classen voor hem een > uitzonderingspositie" geschapen heett, die voor hem »krenkend" kan worden geacht, waarom de Synode ook gaarne voldoen wil aan zijn verzoek om algemeene beginselen aan te geven van de toepassing van Art. 12 en 13 KO.,

besluit de besluiten van de classis Middelburg en van de Particuliere Synode van Zeeland te handhaven en mededeeling van dit besluit te doen aan Prof. Dr. A. A. van Schelven, de classis Middelburg en de Part. Synode van Zeeland.

De Praeses stelt aan de orde de behandeling der voorstellen, welke betrekking hebben op de verzorging der Emeiiti-predikanten, predikantsweduwen en - weezen (Art. 13 K.O.) Eerst wordt het rapport van Generale Deputaten gelezen door Ds. A. Schweitzer, daarna dat van de praeadviseerende Commissie door Prof. Ridderbos. De Synode besluit:

a. de handelingen der Deputaten, zooals die in het rapport zijn vermeld, goed te keuren en het volledig rapport met den staat van ontvangst en uitgaaf in de Acta op te nemen;

b. den deputaten dank te zeggen voor hun belangrijken en omvangrijken arbeid ;

c. opnieuw deputaten voor deze zaak te benoemen.

Prof. Ridderbos rapporteert over het verzoek van de Prov. Synode van Friesland (Z.G.) om over verschillende zaken inlichtingen te mogen ontvangen in zooverre deze niet in het rapport van Deputaten naar Art. 13 ter sprake komen. De Syüode aanvaardt de volgende conclusie:

Daar al deze punten in het rapport met genoegzame duidelijkheid zijn behandeld, is er voor de Synode geene reden, om nader op deze zaak in te gaan.

Eveneens brengt Prof. Ridderbos rapport uit over de voorstellen ten opzichte van de uitvoering van Art. 13. Nadat over het rapport en de conclusies door de onderscheiden broeders het woord is gevoerd, en in de conclusie een wijziging is aangebracht, wordt besloten:

De Generale Syiiode,

handhavende het beginsel van art. 13 K. O.

gelet op de bezwaren, uit onderscheidene kerken tegen de te Utrecht 190S aanbevolen regeling ter uitvoering van dit beginsel ingebracht; constateerend, dat ook na de herhaaldelijk vernieuwde aanbeveling van de veelszins gunstig werkende regeling v.in Utrecht onderscheiden kerken een andere wijze van uitvoering volgen,

besluit Deputaten te benoemen met opdracht te onderzoeken of, met handhaving van het beginsel van art. 13 K. O., mogelijk en gewenscht is, de regeling van Utrecht te wijzigen, of te vervangen door een nieuwe regehng, waardoor mag worden verwacht, dat ze meer algemeene instemming zal vinden.

Prof. Ridderbos brengt verder rapport uit over de voorstellen aangaande de verhooging der emeritaats-traktementen. Het volgende besluit wordt genomen: ,

De Generale Synode,

overwegende

a. dat sinds de Generale Synode van Utrecht in 1905 de noodzakelijke kosten voor levensonderhoud ten minste 100 pCt. zijn gestegen

b. dat vrijdom van belasting evengoed als Senot van pastorie of vergoeding van huishuur zakelijk behoort tot het traktement,

besluit

Ie. het te Utrecht 1905 en te Amsterdam 1908 aan de kerken inzake art. 13 K; 0. gegeven advies, zoover betreft de vaststelling van het bedrag der emeritaatsgelden en der pensioenen, aldus te wijzigen, dat;

a. al de daarin 'genoemde geldsommen worden verdubbeld, waarbij de aandacht erop wordt gevestigd, dat dus ook in de zinsnede „dat bij een traktement van f 1350 of daarboven in elk geval hefr pensioen niet minder dan '/s mag bedragen van dit traktement", in plaats van 1350 moet worden gelezen 2700.

b. aan de zinsnede »en bij de berekening van het traktement wordt het vaste geldelijke bedrag, ingeval de predikant bovendien nog het genot had van pastorie of vergoeding van huishuur, met 20 pCt. vermeerderd", wordt toegevoegd: «waaraan ingeval de predikant vrijdom van belasting genoot, nog wordt toegevoegd de som, die'deze vrijdom in het afgeloopen kalenderjaar bedroeg";

2e. de kerken op te wekken, de thans uitgekeerd wordende emeritaatsgelden en pensioenen (liefst met terugwerkende kracht minstens tot 1 Juli 1920) zoodanig te verhoogen, dat ze in overeenstemming zijn met de tegenwoordige oeconomische verhoudingen. Ze beveelt daartoe aan, zoover de betrokken kerken thans traktementen uitkeeren, die geacht kunnen worden aan de behoeften van den tegenwoordigen tijd te voldoen, de emeritaatsgelden en pensioenen met deze traktementen in evenredigheid te brengen.

De Synode besluit nog een voorstel van Dr. Dijk in behandeling te nemen aangaande de uitkeering van vol pensioen aan predikanten bij invaliditeit.

Nadat gezongen is Psalm 146 : 8, sluit de Praeses de vergadering.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 19 september 1920

De Heraut | 2 Pagina's

Generale Synode van de Gereformeerde Kerken.

Bekijk de hele uitgave van zondag 19 september 1920

De Heraut | 2 Pagina's