Buitenlandsche predikanten.
Onze Kerken hebben, en volkomen terecht, er steeds voor gewaakt, dat niemand als Dienaar des Woords zal optreden, die niet eerst onderzocht is geworden naar de zuiverheid zijner belijdenis. Dat onderzoek is zelfs niet eens toebetrouwd aan den Kerkeraad, maar aan de Classis, die daarbij moet worden bijgestaan door deputaten der Particuliere Synode. En zoo stipt is hieraan vastgehouden, dat zelfs het optreden van studenten aan eén onzer Gereformeerde Hoogescholen om een stichtelijk woord te spreken, niet wordt toegestaan, wanneer zij niet eerst door de Classis onderzocht zijn.
Nu komt het meermalen voor, dat predikanten uit buitenlandsche Kerken, die hier tijdelijk vertoeven, uitgenoodigd werden door onze Kerken om een predikbuurt te vervullen. Op zichzelf bestaat hiertegen geen bezwaar, wanneer men te doen heeft met buitenlandsche Kerken, die de Gereformeerde belijdenis handhaven en met welke, onze Kerken in verband staan. Het examen, dat in zulke Kerken is afgenomen, biedt dan waarborg, dat men te doen heeft met predikanten, die zuiver in de belijdenis zijn. Evenals onze predikanten, die in het buitenland vertoeven, daar niet zoo zelden in den Dienst des Woords optreden, zoo brengt de band der Kerken mede, dat aan de predikanten dezer buitenlandsche Kerken hetzelfde recht ook in onze Kerken gegund wordt.
Geheel anders echter komt de zaak te ' staan, wanneer men te doen heeft met predikanten, uit een buitenlandsche kerk, waarmede onze Kerken tot dusverre in geen officieele relatie staanj. Er zijn in het buitenland tal van Kerken, die nog wel nominaal-Gereformeerd heeten, maar waar van een werkelijk vasthouden aan de Gereformeerde belijdenis geen sprake is. In zulke Kerken is vaak de ethische richting overheerschend of is het modernisme nog veel verwoestender opgetreden dan in de Hervormde Kerk in ons vaderland. Alleen op den naam Gereformeerd af te gaan, zou dus zelf-misleiding wezen. Elke waarborg, dat een predikant uit deze Kerken de Gereformeerde belijdenis liefheeft, ontbreekt.
Tot op zekere hoogte geldt dit zelfs ten opzichte vati de Gereformeerde Kerken in Hongarije en het vroegere Bohème. Er is in de Hongaarsche Gereformeerde Kerk ongetwijfeld een opleving van het Calvinistische element. Prof. Sebestyèn is een warme en bezielde tolk van het Calvinisme. Zijn benoeming tot hoogleeraar in de Dogmatiek geeft goede hope, dat de toekomstige predikanten dezer Kerk in zuiverder sporen zullen worden geleid. Maar de warme sympathie, die ons Calvinistische volk-voor deze Hongaarsche Kerk gevoelt, mag ons geen oogenblik het oog doen sluiten voor het feit, dat deze Kerk als zoodanig ons nog geen voldoende waarborg biedt, dat hare predikanten werkelijk Gereformeerd zijn.
Het optreden van predikanten uit zulke Kerken in onze diensten kunnen we daarom zonder meer niet aanbevelen. Wil zulk een predikant, die langeren tijd in ons land vertoeft en de Hollandsche taal machtig is, in onze Kerken geregeld het Woord bedienen, dan schijnt ons de beste weg, dat hij daartoe zich wendt tot de Classis, in wier ressort hij woont, met het verzoek om ook in onze Kerken te mogen prediken. De Classis kan dan door middel van een colloquium doctum een nader onderzoek instellen naar de zuiverheid zijner belijdenis. En de Kerken, die hem dan willen uitnoodigen, hebben in dit Classicaal onderzoek waarborg. Maar zonder zulk een nader onderzoek meenen we het op laten treden van zulke predikanten te moeten ontraden.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 3 oktober 1920
De Heraut | 4 Pagina's