GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 149

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 149

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

nieuwe benoemingen

V. Hepp

148

Toen Bavinck op 29 mei 1921 overleed, rees de vraag naar de opvolging. Hoe moeilijk deze vraag lag, blijkt wel uit het feit dat prof. Anema het overlijden van Bavinck als een ramp beschouwde92, terwijl anderen hierin een goede mogelijkheid zagen de dogmatiek aan de vu weer op de rails te zetten. Vooral Van Schelven schijnt zich duchtig geroerd te hebben. Een curator, ‘die altijd wist welk standpunt hij moest innemen, iemand van weinig woorden en strenge logica en die met vaste hand en groote voorzichtigheid leiding gaf’, zo heette het bij zijn overlijden.93 De benoeming liet volgens sommigen te lang op zich wachten en aan het eind van dat jaar ontvingen curatoren een brief waarin de theologen meldden dat zij voorlopig geen opvolger voor Bavinck zouden voorstellen.94 De door hem gedoceerde vakken zouden door H. H. Kuyper worden waargenomen. Als reden werd aangevoerd dat er niemand was die naar het eenstemmig oordeel van de faculteit de aangewezen man was om de vacante zetel te gaan bezetten. Met andere woorden: de theologen waren het onderling niet eens over de opvolging van Bavinck. De curatoren poogden bij te dragen aan een oplossing toen ze besloten de faculteit bij monde van De Moor en Van Schelven te vragen of wellicht een kerkhistoricus benoemd zou kunnen worden. Kuyper zou dan dogmatiek krijgen.95 Deze voelde daar niets voor, zo bleek uit het verslag dat de voorzitter van curatoren op 4 februari. Diezelfde vergadering kwam er een brief van directeuren ter sprake, waarin deze erop aandrongen om spoedig met een voordracht te komen.96 Curatoren sloten zich daarbij aan en deelden de faculteit mee dat voor de volgende vergadering een voordracht werd verlangd.97 Inderdaad kwam de faculteit met een voordracht, in dit geval een dubbele. Als eerste stond genoemd V. Hepp, als tweede K. Dijk.98 Hepp was, zo verzekerde de faculteit, niet alleen voldoende dogmatisch en wijsgerig georiënteerd om in aanmerking te komen voor deze leerstoel, hij kon tevens geacht worden ‘in besliste belijding (sic) van de Gereformeerde beginselen’ genoegzaam vast te staan. ‘Naar het eenstemmig oordeel der faculteit is er binnen den kring onzer Geref. Kerken geen tweede persoon aan te wijzen die in gelijke mate deze kwaliteiten in zich verenigt’. Hepp was geleerd en hij was gereformeerd. Daarover kon geen twijfel bestaan. Toch was het de faculteit

Faculteit der Godgeleerdheid; Perfect Service; pag 148

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 550 Pagina's

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 149

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 550 Pagina's