GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 139

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 139

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

waakzame deputaten

138

stichtelijke bundel van voornamelijk ethische auteurs.64 Samenwerking met de ethischen lag rond 1920 te gevoelig. Als gevolg van zijn zwijgen heeft hij aan de ontwikkeling van de gereformeerde schriftbeschouwing geen bijdrage geleverd. Die ontwikkeling werd bepaald door Aalders, Greijdanus, Grosheide en Ridderbos. Het zal duidelijk zijn dat hij zich in die ontwikkelingen niet helemaal kon vinden. Hij heeft daarentegen juist steun verleend aan enkele predikanten die met hun schriftbeschouwing in kerkelijke moeilijkheden waren geraakt. Zo was hij betrokken bij de procedure tegen H. Jansen en die tegen Geelkerken.65 Hij deed dat echter zo voorzichtig, dat sommigen hem lafheid verweten. Dit verwijt is niet terecht. Gedurende de oorlogsjaren heeft opperrabbijn J. Tal vier jaar lang samen met zijn vrouw een gastvrij onderdak gevonden ten huize van Van Gelderen. Eerder moet Van Gelderen geprezen worden voor zijn wijsheid.

Bavinck voor de kerkelijke vierschaar Het is een intrigerende, maar vooralsnog niet te beantwoorden vraag of Bavinck zijn reeds genoemde brochure uit 1919 over de kerkelijke moeilijkheden in portefeuille heeft gehouden vanwege problemen met deputaten die wellicht boven zijn hoofd hingen.66 Want deputaten besloten op 16 juni 1919 – een half jaar na de afronding van de kwestie-Van Gelderen – De Moor en Fernhout af te vaardigen om met Bavinck over hun bevindingen van gedachten te wisselen. Er waren nogal wat klachten uit de kerken gekomen over de kandidaten van de vu en bovendien hadden deputaten zo hun eigen waarneming van de colleges. Daarmee vinden we voor het eerst een overtuigend bewijs voor wat hier en daar gezegd wordt, namelijk dat in officiële kerkelijke kringen de weerstand tegen Bavinck in de loop der jaren was toegenomen.67 Het gesprek tussen Bavinck en deputaten vond blijkens het bewaard gebleven verslag plaats op 7 juli 1919.68 Fernhout opende het gesprek met een uiteenzetting van de reden van deze bijeenkomst. De studenten bleken bij de kerkelijke examina niet voldoende definities te kunnen geven; ze konden de dogmata slechts gebrekkig verdedigen, ze konden niet in voldoende mate het verband tussen Schrift en Belijde-

Faculteit der Godgeleerdheid; Perfect Service; pag 138

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 550 Pagina's

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 139

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 550 Pagina's