'Hier leert de natuur ons zelf den weg' - pagina 169
Een geschiedenis van Natuurkunde en Sterrenkunde aan de VU
wederopbouw en toekomstplannen. de jaren 1945-1965
168
de schriftuurlijke gegevens over schepping, zondeval en verlossing’. Hiermee doelde Jonker op de wijsbegeerte der wetsidee, die hij blijkbaar (anders dan Sizoo en Hooykaas) wel zag als een geschikt kader voor christelijke wetenschap. Het was echter lang niet voor iedereen aan de vu duidelijk wat de eenheid op basis van beginselen nu concreet betekende voor de vakwetenschappen. Een nieuwe aanzet tot gezamenlijke bezinning op de betekenis van de gereformeerde beginselen voor de wetenschap en de wetenschapsbeoefening aan de vu werd gegeven in 1959. Er werd toen een senaatscongres belegd waar werd gesproken over dit thema aan de hand van referaten van hoogleraren uit verschillende vakgebieden.117 Jonker hield een voordracht waarin hij zocht naar antwoorden op een viertal vragen: ‘1e hoe en waarin beïnvloeden geloof en natuurwetenschap elkaar? 2e zijn er resultaten van die beïnvloeding aan te wijzen? 3e liggen deze eventueel op een nader aan te geven deelgebied van de natuurwetenschap? 4e moet men genoegen nemen met de uitspraak dat voor een christen alles “anders” is, maar dat dit “anders zijn” niet aantoonbaar is met wetenschappelijke methoden?’118 Jonker was van mening dat geloof en natuurkunde elkáár beïnvloeden, onder andere in de ‘interpretatie’ van de in de theorie gevonden verbanden tussen fundamentele begrippen in hun relatie tot de geschapen werkelijkheid. Voorbeelden hiervan waren te vinden bij Kepler, die – alhoewel hij niet tot een ‘verklaring’ kwam van de door hem gegeven baan-beschrijving van planeten – toch onder de indruk was van de regelmaat in de natuur, waarin hij Gods gedachten meende te lezen, en bij Newton, die de begrippen absolute plaats en tijd fundeerde in de ‘alomtegenwoordigheid en eeuwigheid van God’.119 Deze voorbeelden lieten volgens Jonker zien dat een ‘interpretatie’ van een theorie, ‘die de verhoudingen van de ingevoerde begrippen en hun onderlinge samenhang tot de werkelijkheid poogt vast te leggen niet alleen noodzakelijk is, maar tevens de directe verbinding kan leggen met de levens- en wereldbeschouwing’.120 Dat hoefde niet zo direct als bij Kepler of Newton: ‘De kortsluiting die ontstaat bij een direct teruggaan tot de gedachten of de zintuigen Gods moet dan m.i. vermeden worden en vervangen door een die de verbinding legt met een uit de levens- en wereldbeschouwing opgebouwde theoretische verantwoording daarvan in een algemene christelijke wijsbegeerte.’121 ‘De mogelijkheid van christelijke wetenschap [ligt] in de interpretatie van
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Historische Reeks | 281 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Historische Reeks | 281 Pagina's