125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 302
privaatdocenten aan de faculteit der godgeleerdheid?
welke personen dacht de faculteit bijvoorbeeld? En welke vorm stelde de faculteit zich voor van het gesprek met de verontrusten?32 Het negatieve advies, aldus het antwoord van de faculteit, betrof uitsluitend genoemde heren, niet de vraag wat er verder moest gebeuren om de verontruste stemmen op de een of andere manier te laten doorklinken.33 De manier waarop dat moest gebeuren was door Firet in een brief van 27 september aangekaart. De faculteit dacht aan gastcolleges, maar van een duurzaam contact met een vaste groep verontrusten wilde zij niet weten. Uit alles spreekt grote irritatie. De bron daarvan moet gezocht worden in de wijze waarop de vu, en dan in het bijzonder de faculteit en haar vertegenwoordigers, in Waarheid en Eenheid werd bejegend. Een faculteit met zelfrespect kon de verzoeken van Arntzen en Schelhaas niet honoreren. Het valt in dat licht op dat curatoren en directeuren er meer voor voelden. Zij hadden nog een andere verantwoordelijkheid, namelijk de zorg om de vervreemding tussen de vu en haar achterban.34 Die zorg om de achterban heeft waarschijnlijk een rol gespeeld toen curatoren uiteindelijk met een positief advies aan directeuren kwamen.35 Het verzet van de faculteit en het negatieve advies van curator Van der Beek hadden niet geholpen. Bovendien had het curatoren geïrriteerd dat de faculteit niet met concrete alternatieven was gekomen. Op grond van dit advies besloten directeuren Arntzen en Schelhaas uit te nodigen voor een gesprek. Ze dienden de grondslag van de universiteit te ondertekenen, hun onderwijs diende aanvullend te zijn36 en ze moesten zich niet tegen de faculteit afzetten, zo werd afgesproken.37 Na dit gesprek schreef Arntzen aan directeuren nog een uitgebreide brief. Uiteindelijk besloten directeuren dat Schelhaas welkom was, Arntzen niet.38 In de brief die Arntzen hierover ontving, werd een en ander uitvoerig gemotiveerd.39 In de eerste plaats waren er bezwaren van wetenschappelijke aard. Een privaat-docentschap kon slechts betrekking hebben op een specifiek en beperkt gebied van wetenschap en het kon slechts een aanvullend karakter dragen. Het feit dat Arntzen had vastgehouden aan zijn oorspronkelijke wens had de doorslag gegeven. Dat was in feite een fundamentele kritiek op Berkouwer, en zo ver wilden de bestuurders van de vu blijkbaar niet gaan. In de tweede plaats noemden directeuren de ‘negatief-kritische houding’ van Arntzen ten aanzien van de Vrije Universiteit. Dit punt was uitvoerig tijdens
Faculteit der Godgeleerdheid; Perfect Service; pag 301
301
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Historische Reeks | 550 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Historische Reeks | 550 Pagina's