Verslag aan de Algemeene Vergadering over het jaar 1881 - pagina 9

7 in de Latijnsche iasil: Oyer „De ideale tijpe van den Philoloo(j," die door deskundigen, zoo naar inhoud als vorm, en niet minder om de kloeke belijdenis onzer gereformeerde beginselen om het zeerst geprezen is. • Dientengevolge kon nu ook de Litterarische Faculteit, waartoe prof. Dilloo reeds behoorde, geconstitueerd worden, 't geen geschied is met tijdelijke toevoeging van professor Kuyper, aan wien bij besluit van Directeuren de tijdelijke waarneming van de colleges over Nederlandsche taal en letterkunde werd opgedragen. De colleges zijn gegeven volgens den daarvan openbaar gemaalden series, en werden getrouw door de studenten bijgewoond. Hun aantal bedi'oeg bij 't begin van 1881 vijf; vóór de groote vacantie werden er nog dine bij ingeschreven ; en na de groote vacantie acht. Yan dezen zijn er bij de optreding van den nieuwen Rector, in October 1881, veertien voor den toen aanvangenden cursus gerecenseerd; twaalf van deze veertien waren ingeschreven voor de Godgeleerdheid en twee voor de Rechten. Mocht er veel voor deze jongelieden gebeden worden vooral om de gave der liefde en der profetie! De noodige lokalen werden bij vooi'tduring door het bestuui' der Schotsche Kerk met groote bereidwilligheid ten gebruike afgestaan, waarvoor wij bij deze openlijk onzen hartelijken dank uitspreken. Het Rectoraat werd op 22 October 1881 door prof. Kuyper aan prof. Rutgers overgedragen, na het houden eener rede over: de hedendaagsche schriftkritiek in hare verderfelijke strekking voor de gemeente des levenden Gods, en het voorlezen dor annalen. Bij die plegtige gelegenheid waren zeer velen, waaronder van verschillende plaatsen uit ons land en mannen van beteekenis in de geleerde wereld, aanwezig. De voortreffelijke rede werd herhaaldelijk met warmte toegejuicht en het Bestuur, de Curatoren en belangstellende vilenden konden niet anders dan den afgetreden Rector gelukwenschen, met het licht, hem door Gods genade in zijn onderwerp geschonken. Aan de -annalen, waarvan we gewag maakten, ontleenen we, met hai'telijke sympattie voor wat onzen diepbetreurden broeder Sanders betreft, het volgende: „Het College van heeren Directeuren en Curatoren onderging geene verandering doordien de aftredende leden, tot aller vreugde, een hernieuwde benoeming met hernieuwing van hun genegenheid aannamen. Maar verandering kwam wel in het College van gewestelijke Directeuren en gij ge-' doogt het in mij, dat ik hier eershalve en met dank, meei'

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen