GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1907-1908 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 99

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

89 penseerd vv^ordt door de minder snelle beweging der binnenste, zoo zal de uit die gecondenseerde deeltjes gevormde planeet eene loopbaan om de zon verkrijgen, die een weinig van den cirkelvorm afwijkt. Om dezelfde reden zal ook het vlak harer loopbaan niet volkomen blijven samenvallen met het gemeenschappelijke vlak aller planeten of, anders gezegd, met het aequatorvlak der zon. In de derde plaats vloeit hieruit voort, dat de planeten, evengoed als de zon, eene aswenteling verkrijgen, die in denzelfden zin plaats heeft als de draaiing om de zon en als de rotatie van het centraallichaam zelf' Wanneer men zich deeltjes van ongelijke dichtheid op denzelfden afstand van de zon denkt geplaatst, dan dringen die, welke het grootste soortelijk gewicht hebben, ook het verst tot de zon door, en daarom wordt hunne beweging eerst cirkelvormig op geringen afstand van de zon. Met die deeltjes, welke eene geringe dichtheid bezitten, is het juist omgekeerd. Derhalve zullen de planeten, die zich het verst van de zon bevinden, eene geringere dichtheid vertoonen dan die, welke dichter bij het centrale lichaam staan. Het is echter wel duidelijk, dat deeltjes van gelijke en van ongelijke densiteit oorspronkelijk door de geheele ruimte verstrooid zijn, en dat die van gelijke dichtheid, welke zeer ver van de zon zich bevinden, ook op een grooteren afstand van dat middelpunt van aantrekking de cirkelbeweging verkrijgen dan die, welke oorspronkelijk reeds dicht bij de zon geplaatst waren. Wijl dus de plaats der stoffen niet alleen van hun soortelijk gewicht, maar ook van hnn oorspronkelijk en afstand van do zon afhangt, zoo is gemakkelijk in te zien, dat er op eiken afstand van het centraallichaam zeer verschillende stoffen samenkomen en planeten vormen, maar dat toch over 't geheel de massa's der planeten dichter zijn moeten naarmate de laatste dichter bij de zon staan, en minder dicht naarmate ze verder van haar verwijderd zijn. Wanneer men alleen met de aantrekking der zon rekening houdt, moeten de massa's der planeten grooter zijn naarmate zij verder van de zon staan, omdat de laatste door hare aantrekking aan de attractiesfeer der planeten afbreuk doet; het is echter wel duidelijk, dat deze afbreuk des te geringer moet zijn, naarmate de planeet verder van de zon verwijderd is. Aangezien evenwel de dwaalsterren ook el-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1908

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 202 Pagina's

1907-1908 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 99

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1908

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 202 Pagina's