GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1907-1908 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 61

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

49 waar men noch zwakzinnigheid noch vroegtijdig optredende waanideën kan aantoonen. De beide eerste groepen laten geen twijfel over en behooren niet tot het ziektebeeld, waarvan hier sprake is. Alleen de derde groep zijn blijkbaar de gevallen waar 't op aankomt. Juist voor deze derde groep zou de zwakzinnigheid aangetoond moeten worden. Later deelde N. de gevallen in: 1. Imbecillitat. 2. Periodische Stimmingsanomaliën, 3. Psychische Degeneratie (in den zin van Magnan.) Nacke zegt : dat hij slechts één geval uit de litteratuur weet, n. 1. van Bleuler, waar het intellect werkelijk intact schijnt te zijn. N. is voor schrapping der naam moral Insanity uit de nomenclatuur. Tihng heeft zich ook meermalen op het terrein der moral Insanity bewogen. Ook hij neemt in de echte gevallen geen intelligentie defect aan, doch komt tot de conclusie, dat Moral Insanity, berust op een exessief sanguinisch temperament. Hij beschouwt de moreel krankzinnigen als vóór alles wankelmoedige onzelfstandige naturen met sterke neiging tot lichtzinniglieid en buitensporigheden en niets is hun meer vreemd dan „Ausdauer und Sesshaftigkeit. Daar hun „Ausdauer" ontbreekt beginnen ze niets grondig, al hebben ze ook talent en geschiktheid. Muller wijst bij zulke kranken als bewijs hunner krankheid er op, dat ze op 't gebied van het intellect ook leemten en gebreken vertoonen, dat hunne geheele ontwikkeling een éénzijdige, een disharmonische is, dat zij naast begaafdheid aan de andere zijde in 't oogloopende tekortkomingen vertoonen. Hij wijst ook nog op de innerlijke tegenstrijdigheid die het handelen dezer kranken zoo dikwijls laat bemerken, als door hen bij oogenschijnlijk groote sluwheid de meest gewone voorzorgsmaatregelen niet in acht genomen worden, als het te bereiken doel in geen verhouding staat tot de aangewende middelen, als tusschen wensch en daad geen langer overleg plaats heeft, doch de uitvoering den weg dor aandrift volgt. Ook van Deventer beschrijft een geval, dat wat verschijnselen aangaat nagenoeg aan 't beeld beantwoordt, dat van moral insanity gegeven wordt als een „sanguinische minderwaardige".

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1908

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 202 Pagina's

1907-1908 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 61

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1908

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 202 Pagina's