1909-1910 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 99

91 2) dat woorden Weder worden opgewekt bij het gewone denken, in hoofdzaak als „auditory" voorstellingen of beelden. Hughlings, Jackson on Strieker meenen het eerste, beschouwen dus Broca's centrum eer als een motorisch dan als een sensorisch centrum. Bastian verdedigt het tweede standpunt. Dit geschiedt wel in hoofdzaak daarom, omdat hij aanneemt, dat motorische centra, waar zij ook zijn gelegen, in hun werkzaamheid geheel vrij blijken te zijn van subjectieve begeleidende verschijnselen. Geen „ideal" reproducties schijnen ooit plaats te hebben in zulke centra, zij zijn tot werkzaamheid opgewekt door uitgaande stroomen, en zoover we eenige zekerheid hebben zijn de moleculaire bewegingen, die er binnengaan en onmiddellijk daarna er uitgaan, door motorische hersenen ruggemei'gzenuwen, evenals die welke zij voortbrengen, eenvoudig physische verschijnselen. Het is waar, dat de veranderde toestand der spieren en aanliggende deeleii, teweeggebracht door deze uitgaande stimuli, te samen een verzameling van ingaande indrukken voortbrengen, waarvan het eindstation het kinaesthetisch centrum is. Daarom is het laatste een echt sensorisch centrum en daarin kunnen beelden van bewegingen of „ideal" bewegingen min of meer vaag worden opgewekt. Maar zelfs indien we aannemen, dat articulatiebewegingen, zoowel als bewegingen in het algemeen, in den cortex cerebri alleen voorgesteld worden door sensorische centra, dan zou er nog reden zijn om het denkbeeld te verwerpen, dat het „materiaal van onze herinnering" bij het gebruik van woorden gedurende de stille gedachte primair als glosso-kinaesthetische indrukken in Broca's centrum wordt opgewekt. De voornaamste redenen daarvoor zijn deze: Voordat het kind de woorden voor zichzelf kan articuleeren, moeten ze opgewekt worden als gehoorsindrukken. Ten tweede worden gehoorsgevoelens veel definitiever ingeprent dan articulatiegevoelens en kunnen gemakkelijker weer opgeroepen worden. Ten derde is er reden om aan te nemen, dat opgewekte gohoorsgevoelens, nadat de spraak door het kind verkregen is, dezelfde betrekking tot zijne gedachtenprocessen blijven houden als zij te voren hadden, voordat dit vermogen verkregen was. Was dit niet zoo, dan zou men onmogelijk kunnen begrijpen, waarom totale doofheid bij een kind in het volle

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen