1909-1910 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 39

31 hem was elke vorm uit een anderen ontstaan. Hoe ver zich die wijziging uitstrekte, kon hij moeilijk zeggen, omdat „onze bewijzen ten gunste cener gemeenschappelijke afstamming des te minder talrijk zijn, en des te meer in kracht verliezen, naarmate de vormen die wij beschouwen, verschillender zijn!" Zijn conclusie was, dat de leer van r.fkomst met trapsgewijze wijzigingen omvatte alle leden derzelf'de klasse of van hetzelfde rijk en hij geloofde, dat de dieren van ten hoogste vier of vijf stamvormen afstamden, en de planten van een even groot of nog kleiner getal. Ja de analogie bracht er hem toe om te gelooven, dat alle dieren en planten afstamden van één prototype, en hij achtte het niet ongeloofbaar, dat alle bewerktuigde wezens, die op de aarde ooit hebben geleefd, afkomstig zijn van één enkelen grondvorm, waaruit planten en dieren zich ontwikkelden. „Het is waarlijk grootsch te denken, dat de Schepper de kiem van al het leven, dat ons omgeeft, slechts aan weinige vormen of wallicht zelfs maar aan een enkelen vorm heeft ingeblazen en . . . /Jat zich uit een zoo eenvoudig begin een eindelooze reeks der schoonste en verwonderlijkste vormen heeft ontwikkeld en nog steeds blijft ontwikkelen." ') De eenheid, die zat in Darwins theorie, maakte haar aantrekkelijk. Hoewel Darwin heel goed besefte, dat zijne Evolutieleer totaal indruischte tegen het destijds nog vrij algemeen bestaande geloof aan eene schepping, hij liet zich niet antireligieus uit. Integendeel verklaarde hij geen enkele reden te zien, waarom de leer in de „Origin" vervat, het godsdienstig gevoel van den een of ander zou kunnen kwetsen, en hij wees er op, hoe ook bij de ontdekking van de wet der zwaartekracht Leibnitz deze heeft aangevallen, omdat zij den natuurlijken godsdienst ondermijnde en den goopenbaarden verloochende. Uit het voorgaande kan, dunkt mij, blijken, dat de snelle ingang, dien Darwins leer vond, o.a. te verklaren is uit de eenheid, die in zijn systeem zit, en waarvan groote bekoring uitgaat, maar ook uit de duidelijkheid, waarmee Darwin het stelsel uiteenzet. Hij gaf niet slechts een op zich zelf aantrekkelijk stelsel, maar maakte het ook 1)

Zie Nederl. vei't. van „Ou llie origin of bpecies."

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen