1909-1910 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 169
163 producten van menschenhand, dan was de vraag beslist. Lang waren de meeningen hierover zeer verdeeld, daar velen de bewuste eolithen slechts beschouwen als toevallige vormen, die brokken vuursteen hebben aangenomen. Deze meening vindt vooral steun in het onderzoek van Breuil. ^) Deze toch heeft bevonden, dat te Belle-Assise dergelijke eolithen mechanisch in de natuur gevormd werden uit stukken vuursteen. Hi] heeft de natuur als 't ware op heeterdaad betrapt bij 't maken van deze „pseudo outils". Dat er eene sterke gelijkenis met menschelijke werktuigen was, blijkt o.a. hieruit, dat een kenner als Rutot ze beslist als zoodanig meende te herkennen. Hoewel R. zelf zegt: „la connaissance et l'appréciation des éolithes n' étaient pas choses simples, elementaires, comme tant de personnes Ie croient a t o r t . . . . Il peut ètre dans certains cas aussi difficile de distinguer un pseudo-éoliths d'un vrai que de determiner deux formes voisines de Cérithes et de Pleurotomes, ce dont n'est pas capable Ie premier venu", gaf hij hier zijn oordeel ongeveer aldus: sommige schijnen te dragen des traces rudimentaires de taille intentionelle, quelque chose comme des essais; andere „sont des rognons oü la taille intentionelle est déjamieux marquee"; een ander „a óté utilise comme racloir, dont il ales caractères"; een ander noemt hij „un tres joli racloir; un tres joli grattoir, tres bien utilise et retouche"; een ander „est une tres bonne pierre de jet." Als niemand minder dan Rutot er zoo inloopt, mag men zeker wel buitengewoon omzichtig zijn bij de beoordeeling van dergelijke eolithen. Breuil vat zijn eigen meening aldus samen ^) : On ne peut d'ailleurs conclure de la découverte de Belle-Assise ni qu 'il n'a pas existé d'industrie éolithique, ni que la taille intentionnelle n'a pas debute par des manifestations rudimentaires, mais il paralt établi que pour determiner la presence de l'être intelligent, il faut autre chose encore que ces adaptations si fugitives que I'oevre de la nature et celle del'homme peuvent facilement être confondues". Hij meent, dat dan een duidelijke aanwijzing moet bestaan, dat het menschenwerk is, of in de afwerking of uit andere feiten moet 1) H. Breuil, Sur la presence d'éolithes k la base de I'éocèneparisien. 1'Anthropologie XXI, 1910. 2) Breuil, 1. c. p. 407.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 204 Pagina's
![1909-1910 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 169](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/orgaan-cvng-geloof-en-wetenschap/1909-1910-orgaan-van-de-christelijke-vereeniging-van-natuur-en-geneeskundigen-in-nederland/1910/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 204 Pagina's