1909-1910 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 19
11 punt voor vergelijking neemt een prikkel, die nog even als kleiner wordt waargenomen en die dan versterkt wordt tot het verschil in gewaarwording volkomen wegvalt, terwijl als derde prikkel een prikkel wordt aangenomen, die met zekerheid als niet kleiner wordt waargenomen en zoo lang verzwakt wordt, tot men ook hier even een verschil bemerkt. Door het gemiddelde te nemen uit tal van zulke proeven kri,jgt men de waarde voor den ondersten verschildrempel. Men kan nu den verschildrempel bepalen voor allerlei intensiteiten van prikkels en krijgt op deze wijze natuurlijk een reeks van drempels, voor verschillende zintuigen. Eeno tweede methode, die door Plateau werd toegepast, is de methode der gemiddelde gradaties. Men gaat hier van twee vaste prikkels uit, waarvan de intensiteit tamelijk veel uit elkander loopt. De bedoeling is dan een derden prikkel te vinden, die eene gewaarwording geeft, waarvan de intensiteit het midden houdt tusschen die van de beide eerste. Deze derde gewaarwording moet dus sterker zijn dan de eerste en juist even veel zwakker dan de tweede. Op deze wijze krijgt men een zekere gradatie van prikkels, die echter niet bijzonder nauwkeurig is : het is daarom noodzakelijk deze methode met andere te combineeren, ten einde de waarde van de gevonden cijfers te versterken. Men heeft deze methode ook aldus toegepast, dat men een willekeurig paar prikkels genomen heeft, waarvan men het verschil in gewaarwording als eenheid opvat. Door vergelijking bepaalt men nu twee andere prikkels, die ten opzichte van elkander hetzelfde verschil in gewaarwording geven. Deze methode is vooral gebruikt om de lichtsterkte van de sterren met elkander te vergelijken. Men nam b.v. de objectieve lichtsterkte van eene ster der zesde grootte en onderzocht, hoe dikwijls men deze met zich zelf vergrooten moest om den indruk van eene ster der vijfde of der vierde grootte te verkrijgen. Het bleek nu met tamelijke zekerheid, dat de lichtsterkte van een ster van bepaalde grootte 2'/o maal zoo groot is als die van de in sterkte daarop volgende. Terwijl het verschil in gewaarwording toeneemt als 1. 2. 3 enz. wordt het verschil in prikkel sterker als 2'',,, (2\/o)-
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 204 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 204 Pagina's