GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1914-1915 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 149

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

141 Daar echter niet uit de geschriften van CAPADOSE of KUYPER en anderen blijkt, dat zij hiervan kennis dragen, worden ook deze opgenomen in het historisch exposé. In de eerste plaats dient dan gememoreerd te worden de studie van Ds. CHAIS, het eerste en voornaamste stuk. Overtuigd van het succes op grond van de medische literatuur en het succes van TRONCHIN in 1748, stelde het hem te leur, dat met de inoculatie geen verdere voortgang werd gemaakt. V.n.l. echter worden de bezwaren, als zou de inoculatie een zonde zijn tegen zichzelf, tegen zijn naaste en tegen God, weerlegd. Vooral op het dwaas en verkeerd inzicht omtrent de beteekenis van het God verzoeken, wordt gewezen, daar dit niet anders dan in figuurlijken zin kan worden gebezigd. Het verscheen in hetzelfde jaar, dat TRONCHIN ten tweede male een tal van inoculaties verrichtte (1854). Het is nml. aan dit betoog, dat Prof. NAHUIJS, Oeref. predikant te Rotterdam, stof ontleent voor zijn laatste preek, waarin hij zijn hoorders bepaalde bij de vraag „in hoeverre, wij in het woord van God aanleiding ontvangen, om aangaande het geoorloofde of ongeoorloofde, het al of niet verplichtende van dat middel, iets te bepalen of af te leiden". Evenals Ds. CHAIS, komt ook Ds. NAHUIJS tot het besluit „dat de inoculatie niet strijdt noch direct noch indirect tegen eenig gebod, waardoor het niet geoorloofd zou zijn, integendeel veeleer volgt, dat zoo het bij ondervinding blijkt, dat het middel van God gezegend wordt tot aanmerkelijke beveiliging van het menschdom, dat een iegelijk, die uit kracht van Gods wet verplicht is zijn eigen leven, en dat der zijnen zooveel mogelijk is, te bewaren, dus ook, uitdien zelfden hoofde, moet gerekend worden verplicht te zijn tot aanwending van zulk een heilzaam middel". Helder wordt in het licht gesteld dat „de onderwerping aan Gods wil en bestuur, van ons niet vordert, dat wij van voren stil zitten en lijdelijk wachten, maar daarin bestaat, dat wij van onzen kant de beste middelen naar ons licht en vermogen aanwendende, in erkentenis van onze afhankelijkheid van Gods Albestuur, de uit') KAROLUS CHAIS. Verdedigende proeven over de manier van 't mededeelen dtr kinder-pokjes door inenting, 1754. ^) G. J. NAHUIJS. De bedroefden wegens het verlies hunner kinderen en nabestaanden door de kinderziekte, tot een betamelijke en tioostlijke onderwerping aangespoord en de geoorloofdheid der inenting overwogen in twee leerredenen. Uitgesproken 17 en 24 Nov. 1776, gedrukt 1777.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1915

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 198 Pagina's

1914-1915 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 149

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1915

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 198 Pagina's