1914-1915 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 59
51 niet diep genoeg is, allerlei prikkels waargenomen worden, die aanleiding tot droomen geven. Het moderne leven van den tegenwoordigen tijd is werkelijk niet geschikt om den diepen slaap te bevorderen en vandaar dat niet-droomen hoe langer hoe meer tot de uitzonderingen zal gaan behooren. Het meest openbaart het droomleven zich tegen het ontwaken en wie de energie heeft des morgens vroeg op te staan, zal daardoor in den regel minder droomen, of althans geen herinnering meer aan zijne droomen hebben. Het fs een groot voorrecht, als men met den psalmdichter kan zeggen : ik lag neder en ik sliep, ik ontwaakte want de Heere ondersteunde mij. Doch daarbij is inzonderheid voor den geloovige een voortdurend gebedsleven noodzakelijk, waarvan Jesaja reeds sprak : met mijne ziel heb ik U begeerd in den nacht, ook zal ik met mijnen geest, die in het binnenste van mij is, U vroeg zoeken.
II. In de tweede plaats moet thans meer in het bijzonder worden stil gestaan bij de beteekenis van het droomen, waarbij ook van zelf ter sprake zal komen het uitleggen of verklaren. In de H. S. is meermalen zoowel in het O. als in het N. T. sprake van slapen en droomen en hoewel dit eigenlijk meer het terrein van den theoloog is, zou ik toch niet gaarne deze openbaringen met stilzwijgen voorbijgaan. Op verschillende plaatsen in de H. S. wordt gewezen op het ijdele van den droom, waarmede dan bedoeld wordt, dat het droomleven zoo rasch voorbijgaat, bij het ontwaken zoo spoedig wordt vergeten en het ook niet niet de werkelijkheid overeenkomt. Zofar wijst er op in zijn gesprek met Job, dat de goddelooze zal wegvliegen als een droom, dat men hem niet vinden zal en hij zal verjaagd worden als een gezicht des nachts (Job 20 : 8). De psalmdichter spreekt in Ps. 73 over het lot der dwazen en goddeloozen, dat zijn hart met wrevel vervulde, omdat hij het niet kon verstaan, tot hij in Gods heiligdommen inging en op hun einde lette, toen bleek alles inbeelding en bedrog te zijn en was het voor hun als een droom na het ontwaken (Ps. 73:20). En Jesaja maakt ook gebruik in denzelfden zin van het beeld van een droom : Orgaan 19I4I'15
4
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1915
Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 198 Pagina's
![1914-1915 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 59](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/orgaan-cvng-geloof-en-wetenschap/1914-1915-orgaan-van-de-christelijke-vereeniging-van-natuur-en-geneeskundigen-in-nederland/1915/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1915
Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 198 Pagina's