1915-1916 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 19

11 Ten slotte is Ds. P. getroffen, door „het volkomen stilzwijgen •der tegenpartij." „Geen enkel lid heeft ten voordeele van de vaccine gesproken. Zou het uit machteloosheid voortkomen of uit gebrek aan personen, die het voor een hopelooze zaak willen opnemen?" Alsof nog niet een andere mogelijkheid bestaat, n.l. dat reedszoovele malen door de meest vooraanstaande geneesheeren met kracht van argumenten het nut is bepleit, dat men van verder spreken geen heil meer verwacht 1 Ds. PiERSON vindt het teekenend: „Het geve ons moed om op te komen, telkens weer voor de vrijheid van zeer velen in ons land, waar we in dit opzicht een echt Russischen toestand vinden ; ja zelfs erger, want daar slaat men met de knoet, hier stelt men op iinmoreele wijze iemand tusschen zijn beurs en geweten. Nederland staat wel heel hoog op de trap der beschaving!" Daargelaten, dat een besluit trekken uit één verschijnsel, omtrent den geheelen beschavingstoestand van een volk, wel wat voorbarig is, meen ik toch dat veeleer een andere meening recht van bestaan heeft, n.l. deze : Dat de geringe wetenschappelijke ontwikkeling van velen in deze quaestie, het gering verantwoordelijkheidsgevoel van anderen, waardoor een nuttige zaak zou worden nagelaten, ten nadeele ook van derden, en de geringe religieuse diepgang van weer een anderen groep, die tegen het dankbaar aanvaarden van een voorbehoedmiddel nog conscientiebezwaar hebben ! . . . . oorzaak zijn dat in Nederland zoo'n strijd nog mogelijk is. Aan het slot stelt Ds. P. een vraag waardoor de onbeduidendheid der vaccinatie zou blijken. „waarom in. Britsch-lndië de oningeënte inlandsche troepen minder dan de Kuropeesche van pokken te lijden hadden ?" De slechte indruk hierdoor gewekt, vervalt zoodra het juiste antwoord hierop gegeven wordt, n.l. de inlandsche troepen bestaan uit menschen die reeds de pokken gehad hebben, en derhalve nog beter beschut tegen een nieuwe infectie. In Org. Xlll vindt Ds. P. het weer van belang de quaestie van het syphilisgevaar, ook bij de lymphe van het kalf, ter sprake te brengen. Dr. CREIGHTON vermoedt, dat een nauw verband tusschen beide bestaat!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen