1919 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 96

82 Onze wil werkt remmend, richtend, begrenzend, uitkiezend; O dat doet ze vóór en evenzoo na den val, in wezen is onze wil dezelfde gebleven, maar de objecten verschillen. We remmen van nature onze goede gedachten en niet, zooals behoorde, onze slechte. We zoeken de gevolgen der zonde dus, wanneer we ons alleen bepalen tot den inhoud van ons bewustzijn, niet in het verloren zijn van bepaalde acten, -) al moge de energie dier acten ook geleden hebben; en evenmin zijn er bepaalde objecten niet meer in ons bewustzijn aanwezig; maar de grootste schade heeft de zonde aangebracht in de verhouding dier beide bewustzijnsErlebnisse. De harmonie is verstoord; elke act wijst heen op een object (intentie)') en nu wijst meestal een act heen op een verkeerd object. Een duidelijk voorbeeld daarvan is het feit, dat allerlei zedelijk verkeerde dingen bij ons dikwijls een gevoel van lust opwekken. Dat lustgevoel treedt alleen op in verbinding met een object, maar is dikwijls verbonden met een verkeerd object. En evenzoo wil de natuurlijke mensch niet het goede, maar hetgeen door God verboden is. Beschouwen we met GEYSER het lustgevoel als een interresseact, dan kunnen we in beide genoemde gevallen zeggen, dat door de zonde een bepaalde act met een verkeerd object is verbonden. Dat niet alle acten met verkeerde objecten verbonden zijn, schrijven we toe aan de werking der gemeene Gratie, die de doorwerkende kracht der zonde overal en dus ook in onze ziel remt. Dat verband tusschen een bepaalde act en een bepaald object is grootendeels aangeboren en een erfenis van tal van geslachten (erfsmet) en kan door voorbeeld, oefening en opvoeding nog ten goede, maar ook ten kwade gewijzigd worden. Wanneer we deze gedachten over de gevolgen van den zondeval als juist aannemen, moeten we ons nu afvragen, of de krankzinnigheid slechts een verdere ontwikkeling is van dezen toestand, zooals HEINROTH wil. Het antwoord kan niet anders dan ontkennend luiden. Bij krank')

JASPERS, 1. C. p. 155.

2) Acten, anders ook wel genotstnd Akterlebnisse, intentionale Erlebnisse <MESSER), Funktionen (STUMPF). ^) Definitie van act volgens GEYSER : Akterlebnisse sind alle jene unmittelbar wahrnehmbaren Bestandteile des Bewiistseins, die durch ihren Inhalt iiber sich hinaus auf andere Inhalte hinweisen. Dr. j . QEYSER 1. c.p. 49.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen