1919 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 46
36
gekozen is, daar men toch moeilijk van misvorming kan spreken van iets, dat onstoffelijk is en aan hetwelk dus in 't geheel geen 'vorm toekomt. Dit is zeer juist; men vergete echter niet, dat men bij de bespreking van de ziel en hare eigenschappen steeds gedwongen is van begrippen en benamingen gebruik te maken, die we ontleend hebben aan de stoffelijke wereld om ons en die dus nooit geheel bruikbaar kunnen wezen voor de wereld van het onstoffelijke. We zijn echter wel gedwongen ons bij gebrek aan beter aldus te behelpen. Dit blijft in zeker opzicht ook gelden voor de benaming van ziekte der ziel. Hier is toch het begrip ziekte voor het onstoffelijke niet geheel in overeenstemming met de beteekenis, die wij voor het lichaam daaraan hechten. De door mij gebruikte benaming „zielsmisvorming" duidt meer op een vergelijking dan op een gelijkheid met de als voorbeeld genoemde lichamelijke afwijking. Ik acht deze bezwaren daarom dan ook meer van theoretische dan van praktische beteekenis. (Wordt vervolgd.)
"T-T—7"^
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1919
Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 182 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1919
Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 182 Pagina's