GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1919 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 66

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

52

De graad van levendigheid van het gemoed is zeer verschillend r de eene mensch juicht bij de minste aanleiding van vreugde of smelt weg in tranen van droefheid, terwijl een ander niet zoo gevoelig is voor allerlei blijdschap of verdriet. Daarvan hangt dus in de eerste plaats iemands gemoedsstemming af. Maar bovendien wordt het eene gemoed door deze oorzaak lichter bewogen en een ander gemoed is meer gevoelig voor een andere aanleiding. Hoe komt het nu, dat het gemoed van den eenen mensch zooveel levendiger is dan van den anderen ? Of, m. a. w. waar hangt de sterkte der reactie, der gemoedsbewegingen van af? Van grooten invloed is hier iemands temperament en dit staat weer in zeer nauw verband met iemands lichamelijk organisme. Het organische leven is de oorzaak der verschillende temperamenten; niet opgevat in den zin der materialisten, dat het somatische het primaire, de oorzaak is der geestelijke gemoedsbewegingen. Maar aldus: Primair is onze ziel als vormende kracht; ze openbaart zich in de ruimte als lichamelijk organisme; ze heeft dat lichaam gevormd om ook uit dat lichaam zelf weer kracht te putten ; dat lichaam kan ze niet missen en daarom is ze van dat lichaam afhankelijk. De ervaring leert immers hoe gebrek aan slaap, aan voedsel, hoe allerlei ziekte en zwakte in ons gemoed doen ontstaan een gevoel van onbehaaglijkheid, van prikkelbaarheid, van weemoed, ja zelfs van wanhoop. Ons lichaam is dus voorwaarde voor 't ontstaan van geestelijke werkzaamheid, en wel in die mate, dat een gezonde ziel samengaat met een gezond lichaam en een krank lichaam samengaat met een kranke ziel. Zooals ons lichaam gestemd is, is ook onze zie! gestemd, maar de ziel kan en moet zorgen voor de goede lichamelijke stemming. Wanneer men leeft naar de inspraak van zijn geweten en zijn rede in alles laat heerschen, dan zorgt men tevens voor het bewaard' blijven van de rechte stemming in zijn organisme. In de tweede plaats: de ontvankelijkheid voor een bepaald soort indrukken. Deze laatste kunnen we verdeelen in twee groote groepen, die elkaar uitsluiten en verband houden óf met God öf met de wereld. Van nature is ons gemoed gevoeliger voor allerlei indrukken uit de zichtbare wereld; die indrukken overheerschen ons gemoed zoo, dat het vervuld is van wereldliefde en vooral van eigenliefde.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1919

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 182 Pagina's

1919 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 66

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1919

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 182 Pagina's