GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

1923 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 55

Bekijk het origineel

1923 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 55

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

47 worfcn sind, welches sie mehr oder weniger schnell und scheinbar oft ohne eine mechanische oder functionelle Ursache zu einer je nach dem starker werdende Spezializierung führt. Diese Spezializierung ist keineswegs ein Grund für ein Gedeihen und eine lange Dauer der Stamme, im Gegenteil, sie ist Anzeichen, das ihrem baldigen Erlöschen vorausgeht. Voor de specialisatie, de variatie in een bepaalde richting, is men niet in staat een verklaring te geven bij den tegenwoordigen stand der wetenschap. Maar voor het uitsterven is het eenigszins anders gelegen. Steinmann in zijn boek: ,,Die geologischen Grundlagen der Abstammungslehre" is van meening, dat alle uitsterven op rekening van den mensch moet worden geschoven. Hij ontkent gladweg het uitsterven om den onbegrijpelijk beperkten levensduur en de geheimzinnige doodelijke specialisatie te ontgaan. Hij leidt daartoe allerlei vormen, die wellicht genetisch niets met elkaar te maken hebben, met groote sprongen van elkaar af en verkrijgt daardoor overal continuïteit, maar met behulp van aanname van vele natuurlijk geheel onbekende missing-links. Een treffend staaltje hiervan is, dat hij de walvisschen van Ichthyosaurusachtige reptielen laat afstammen en nog vele andere afleidingen*) meer opzet, waar de meeste palaeontologen alleen convergentieverschijnselen zien. Voor zijn theorie heeft hij noodig. dat de mensch reeds vroeg in het Tertiair leefde, wat uit eolithen zou zijn op te maken. De natuur dier eolithen achten de meeste palaeontologen ook zeer slecht gefundeerd. Volgens Steinmann zou die tertiaire mensch zeer primitief zijn geweest. Als men nu in aanmerking neemt, dat de Indianen met talrijke stammen zelfs de bisons niet deden uitsterven, waarvoor de moderne mensch met zijn beschaving!?) noodig was, hoe ongerijmd is het dan te veronderstellen, dat die hypothetische, primitieve mensch de groote gevaarlijke reuzen van het Tertiair deed uitsterven. Voor het uitsterven der gespecialiseerde vormen kan en mag zeer zeker een mechanische oorzaak m.i. ons wel voldoen. Dan kunnen allerlei zeer verschillende oorzaken dat uitsterven bewerken. Cuvier nam oudtijds de catastrophen aan. Als men den ijstijd als een soort catastrophe zou willen opvatten, dan bestaat *) B.v. Helmcasuaris van Ceratosaurus. Walrus van Dinoceras. Dinosauriërs geven Avireptilia en Mammoreptilia. In 't plantenrijk geven de Calamiten de Qramineen en de Casuarinen, de Lepidodendren geven de Coniferen en de Sigiliarién geven de Cactaceën.

\

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1923

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 68 Pagina's

1923 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 55

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1923

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 68 Pagina's