1925 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 29

2il

marquera un progrès considerable dan» la thérapcutique xiumaine" ^), Men ziet hce noopvol Voronoff gestemd is. De opvattingen der meesie enderzoekers bieden aan zijne verwachtingen geen steun. Wanneer er na de transplantatie eenige invloed op den ontvanger, in deze gevallen dus den mensch is gezien, dient dit begrepen te worden op dezelfde wijze als de uitwerking der inspuitingen van Urown-Séquard. Deze inwerking op het organisme kan dan zoolang geduurd hebben, ais het transplantaat tijd noodig had om te gronde te gaan. Ditzelfde geldt voor die operatieve maatregeien, waarbij van de homoiotransplantatie werd gebruik gemaakt. Deze zijn veel beter bestudeerd en de gegevens, wat den mensch betreft, zijn in veel grooter aantal aanwezig. Ziet men de ziekteverslagen door, dan wisseit succes met mislukking af. De meeste auteurs geven toe (en zeker die onder hen, welke het transplantaat later weer onderzochten) dat de overgebrachte testikel te gronde gaat. Sommige raden daarom een periodieke herhaling der operatie aan (Kelker). Wanneer echter eenmaal het te gronde gaan van het transplantaat is toegegeven, moet men wel daaruit afleiden, dat de beteekenis daarvan voor het organisme niet blijvend kan zijn, doch afnemend. Zijn er verschijnselen waargenomen, dan moet men wel weer aannemen, dat deze door de afgifte van hormonen ontstonden. Steeds komt men echter bij het nalezen der ziektegeschiedenissen meer tot de overtuiging, dat suggestie een groeten rol speelt. Van lederen therapeutischen maatregel gaat een suggereerende invloed uit; dat is een dagelijksche waarneming; denk b.v. aan Röntgenbestralingen, aan de bloedtremsfusie, enz. Daarbij komt dan nog dat de menschen, die de hier besproken operatie ondergaan, meestal suggestibel zijn. Hoe men het echter ook beschouwd, van een blijvende verjonging van het geheele organisme kan, na welke transplantatie dan ook, geen sprake zijn •*),

Dan rest nog de vasoligatuur, de belangrijkste dezer operaties. De beteekenis daarvan voor den mensch is door Loewy en Zondek ^) in het licht gesteld, door de stofwisseling vóór en na de operatie te bestudeeren. De stofwisseling van den mensch daalt met het klimmen der jaren. Bij een aantal maimen tusschen 57 en 66 jaar hebben zij nu deze stofwisseling vóór en na de vasoligatuur berekend. Zij namen ongeveer vier weken na ^) Voronoff, 1. c. pag. 59. ^) Men leze: Westerman. Operatieve behandeling der homosexualiteit. Verslag Nederl. Ver. voor Heelkunde. Mei 1923. ') Loewy en Zondek. Der Einflusz der Samenslangunterbinding auf der Stoffwechsel. Deutsche Mediz. Wochenschrift 1912. 13.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen