1925 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 9

5 financieelc omstandigheden, goede naam en afkomst uit een goe-stverwant gezin, van zelf aan het geneeskundig onderzoek groote beteekenis toekomen. De goeden zullen het minst hebben te. vrceze/a, anderzijds kan voorkomen vi^orden, dat menig meisje bedrogen wordt. De heer HEIDEMA merkt op, dat naar zijn meening Dr. Bakker tè ver is gegaan in zijn bezwaren tegen den aandrang tot geneeskundig onderzoek vóór het Huwelijk. Behalve de door andere sprekers reeds genoemde gevallen wijst hij op de mogelijkheid, dat een der huwelijkscandidaten een beginnende ziekte heeft, die hij of zij zelf nog niet waarnam, maar die wel bij onderzoek kan worden vastgesteld b.v, tuberculose. De vraag naar gezondheid heeft evenzeer recht van bestaan als die naar de mogelijkheid van maatschappelijk levensonderhoud. De heer G. A. DE BRUYNE zegt, dat allen zich waarschijnlijk wel met den inleider kunnen vereenigen, als hij betoogt, dat verplicht geneeskundig onderzoek en daaruit voortvloeiende verplichte herkeuring tijdens het huwelijk principieel moet worden afgewezen en bovendien geen praktisch nut zal opleveren. Z.i. is het gewenscht het vrijwillig onderzoek vóór het huwelijk vóór te staan en dit liefst door den huisarts; deze kan hier soms veel onheil voorkomen. Moeilijk is wat moet gedaan worden indien aan het uitdrukkelijk verbod om te huwen geen gehoor wordt gegeven; dit overkwam spreker met een patiënt lijdend aan open t.b.c, Hier staan wij vrijwel machteloos. GERARD BAKKER beantwoordt de verschillende sprekers. Hij brengt hun allereerst een woord van dank voor de welwillende ontvangst die, zijn voordracht ten deel viel. Hij kan zich \yel met de zienswijze van den heer SCHEFFER vereenigen, dat de ,,r^glcmenteeripg van het huwelijk" door verplicht geneeskundig onderzoek vóór het huwelijk, hetgeen echter beslist te veroorcjeelen is, njet .op één lijn gestald mag worden met de eveneens te veroordeelen reglementeering van de prostitutie, die vroeger heeft bestaan; dat de motieven dezer veroordeeling verschillend zijn. Ten'opzichte van hetgeen de heer GEZELLE MEERBURG opmerkte, brengt hij het volgende naar voren. Bij de bestrijding der geslachtsziekten moeten we ons niet regelen naar de wereld, maar allereerst den eisch van Gods gebod naar voren brengen. In de tweede plaats gaan we na wat gedaan kan worden tot stuiting van de gevolgen der zonde op geslachtelijk getied. Het gaat echter niet aan geneeskundig onderzoek vóór het huwelijk, dat noodzakelijk is indien geslachtsziekte bestond en hieraan verreweg zijn voornaamste motief ontleent, bij ieder die huwt aan te bevelen. Dan wordt geneeskundig 'onderzoek ' vóór' ftet jj*w

iia>>/.ci n o

^trifts'ffn

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen