GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

1926 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 110

Bekijk het origineel

1926 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 110

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

102 mij voorstellen, dat een philoloog zal constateeren, dat een bepaalde vorm niet classiek is, dat ean bepaalde zegswijze bij de beste auteurs niet voorkomt, dat de bedoeling van het verhaal wellicht juister door een andere uitdrukking aangegeven was. Het Grieksch van Mattheus verschilt van dat van Lucas. Ik acht. het denkbaar en ook geoorloofd, dat een Nieuw Testamenticus, wanneer een zelfde gedachte in de evangeliën van Mattheus en Lucas gevonden wordt, verklaart dat het Grieksche woord bij Mattheus beter dan dat van Lucas de bedoeling weergeeft. Want de taal van de Openbaring is niet volmaakt. Maar ook het wereldbeeld van de Schrift is niet volmaakt. Prof. Grosheide schrijft verder: ,,Maar er is meer, en dat meerdere is van veel grooter belang. Copernicus gaf een wetenschappelijk stelsel. Vóór hem volgde m^n Ptolemeüs, en die gaf ook een wetenschappelijk systeem, toen hij onderstelde, dat de zon om de aarde draaide. Nu laten we daar, dat de Schrift reeds daarom niet het stelsel van Ptolemeüs geven kan, omdat ze vóór Ptolemeüs werd geschreven. Maar het komt hier op aan, dat we zien, hoe de Schrift in 't geheel geen stelsel geeft, het ééne zoomin als het andere. De Schrift teekent de dingen eenvoudig, zooals ons oog ze ziet. Dat dient evenwel nader te worden toegelicht. Wij, discursief aangelegde en wel onderwezsn Westerlingen, kunnen niet meer zien. Als we aan het stand staan, dan weten we, dat het aardoppervlak zich langzaam dalend onder het water voorzet, we weten, dat de aarde rond is en dat de zee zich ombuigend van ons afwendt. Als we in het nachtelijk donker de planeten fonkelen zien, dan brengen we die terstond met de zon in verband en onderscheiden ze daardoor van de z,g. vaste sterren. Al zulke dingen zipn we niet, maar we zijn er ons niet van bewust, dat we ze niet zien; zoozeer is bij ons het denken, het weten het overheerschende geworden. Menig schilderij ontlokt ons den uitroep: boe vreemd! En toch, als we slechts op het oogenblik, dat de schilder zijn indruk kreeg, naast hem gestaan hadden, en gekeken hadden, niets anders gedaan dan gekeken, dan hadden we hetzelfde gezien, als ons op het doek werd afgebeeld. De Oosterling — de Bij bel schrijvers waren Oosterlingen — denkt niet, maar ziet Als hij aan "het strand staat, ziet hij de aarde

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1926

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 212 Pagina's

1926 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 110

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1926

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 212 Pagina's