GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

1927 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 31

Bekijk het origineel

1927 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 31

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

n In de testes onderscheiden we de interstitieele klier (puberteitsklier van Steinach) en de generatie klier waar de zaadcellen worden geproduceerd. De interstitieele klier bestaat uit z.g. Leidigsche tusschenweefsel ( = epitheloide celhoopjes, die groote analogie hebben met de cellen van de schors van de bijnier en die beide embryologisch in het mesoderm hun oorsprong vinden). De generatie klier, die de spermatozoïden of zaadcellen levert, besvaat uit de tubuli seminiferi en de sertolische cellen. Ook in de eierstok bij de vrouw kunnen we onderscheiden de interstitieele klier en het follikel apparaat,, dat de eicellen uitstoot. Deze interstitieele klieren nu, zoowel van den man als van de vrouw, hebben een merkwaardige functie. Door inwendige secretie dezer klieren worden stoffen (hormonen) in het lichaam gebracht, die een diep ingrijpende invloed kunnen uitoefenen op de ontwikkeling van de primaire en secundaire geslachtskenmerken. Onder primaire geslachtskenmerken verstaan we de organen die onmiddellijk met de voortplanting in verband staan (uit- en inwendige geslachtsorganen), terwijl we onder secundaire geslachtskenmerken verstaan de eigenschappen, die karakteristiek zijn voor het betreffend geslacht, maar die met de eigenlijke voortplanting niets hebben uit (e staan; b.v. 't vrouwelijke bekken, beharing, strottenhoofd, temperament, moederliefde, enz. De vraag is nu in hoeverre staan deze geslachtskenmerken onder invloed der interne secretie van de kiemklieren. Er zijn er, o.a. Halban, die zeggen dat deze kenmerken reeds in kiem aanwezig zijn. De kiemklieren oefenen slechts een gunstige werking uit op de verdere ontwikkeling der geslachtskenmerken, maar veroorzaken deze kenmerken niet. Een sterk argument voor deze opvatting is dit, dat bij pseudo-hérmaphroditismus completus (in- en uitwendige geslachtsorganen behooren bij het andere geslacht), toch de heterosexueele kenmerken zich in de puberteit sterk ontwikkelen. We krijgen dus de geslachtsklieren van het éene geslacht en de secundaire kenmerken van het andere geslacht. Hier oefenen dus de geslachtsklieren geen vormende prikkel uit op de bedoelde kenmerken. We kennen ook half zij dig hermaphroditisme. Delbet zag vlin-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1927

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 144 Pagina's

1927 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 31

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1927

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 144 Pagina's