1932 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 102

96 Dr. Scheffer merkt op, dat men twee zaken moet onderscheiden : lo. Hoe denken wij over het recht van een ziekenfonds om bepaalde eischen te stellen? 2o. Hoe staan wij tegenover bepaalde ziekenfondsen? In hoeverre heeft de patiënt het recht, dat wij eerbiedigen zijn voorstellingen omtrent wat ethisch geoorloofd is? Een patiënt roept den medicus te hulp, krachtens vrije wilsuiting. Wij moeten rekening houden met de ethiek van den patiënt; strijdt deze echter met onze eigen opvatting, dan moeten wij van den patiënt afscheid nemen. Het lijkt hem noodig de besprekingen zoo ruim en principieel mogelijk te houden en nog niet nader in details te treden. Dr. Kok merkt op, dat er in algemeen is het recht van den patiënt, zooals collega Scheffer dit omschrijft, maar hiernaast het geweten van den medicus. De Katholieken verlangen, dat hierop zelfs niet gewezen wordt, om zielsconflicten te voorkomen. Verder geldt dat men als mensch tegenover mensch staat, niet als arts tegenover een lid van een bepaald ziekenfonds. Dr. van der Nagel zegt, dat de gewetens-eisch der R.-K. door hem moet worden geëerbiedigd; verder acht hij het standpunt van collega Kok niet consequent, die niet den nooddoop wil toedienen, wel medewerkt, wanneer het geldt de laatste sacramenten. Collega Kok acht dit niet zoo groot verschil te maken. Ik mag niet een handeling verrichten, die ik voor mij zelf niet toelaatbaar acht. In het geval der laatste sacramenten geeft hij als medicus alleen een waarschuwing, dat er levensgevaar dreigt. Voor wat anderen dan doen, draag ik geen verantwoordelijkheid. Michael is het niet eens met collega Kok. Deze toch is van zijn standpunt gezien verplicht den patiënt er op te wijzen, wat bij het sterven het essentieele is, in onderscheiding van wat het laatste oliesel der kerk beteekent Ris tweede punt merkt Michael op, dat, wanneer een patiënt een door hem (Michael) noodzakelijk geachte ingreep afwijst, hij van den patiënt afscheid neemt. De Voorzitter merkt op : Er zijn nog zooveel moeilijkheden in deze materie, dat wij ons nog niet moeten uitspreken over het al dan niet meegaan met de R.-Katholieke moraalclausule. Dit zal in kleinere commissie moeten voorbereid worden. Dr. Bakker v r a a g t : Kunnen we niet een stap verder gaan? Keuren wij de handelingen der Maatschappij tot

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen