1932 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 49

45 geweest, maar door erosie en denudatie zijn verdwenen („Erosions-discordanz"), óï dat in de tijd, toen elders wèl sedimentatie plaats vond, er hier geen nieuwe gesteenten werden aïgezet („Lagerungs-discordanz"). Zoals er tans geen nieuwe krijt oï mergel b.v. in de Eifel wordt aïgezet, maar alleen in de gebieden die nu door de zee bedekt zijn, zo kon ook vroeger niet op alle plaatsen tegelijk sedimentatie plaats hebben. Ook al, omdat het sedimentatie-proces de denudatie van andere gebieden onderstelt. En waar een gebied door denudatie wordt verlaagd, kan onmogelik tegelijk sedimentatie plaats hebben. Er zullen derhalve allerlei formaties en zelfs strategrafiese systemen plaatselik ontbreken, en de mineralogiese bolschillen-teorie van Werner is dan ook onjuist en totaal verouderd. Om dezelfde redenen is ook een biologiese bolschillen-teorie te verwerpen. Van Deursen wijst er op, dat we nergens een ideaal profiel vinden, waar alle aardlagen boven elkaar voorkomen. Volgens het bovenstaande is dit heel begrijpelik. Maar Van Deursen voegt er aan toe, dat dit een zwakke plek is in de geologie, wat hij met een voorbeeld wil duidelik maken. Hij zegt: „Het is er mee, als wanneer bij opgravingen van een ruïne voorwerpen gevonden werden uit de 16e eeuw en u?I de oudheid, doch niet uit de Middeleeuwen". Dit voorbeeld is niet erg gelukkig gekozen. Immers, als bij opgravingen van een ruïne geen enkel voorwerp uit de Middeleeuwen werd gevonden, dan zou niemand ooit te weten komen, dat er nog zo iets van Middeleeuwen is geweest, wanneer niet elders ontwijfelbare gegevens waren gevonden die op zulk een tussen-periode zouden wijzen. Als ik op een bepaalde plaats vind de lagen a, b en f, en het blijkt, dat elders tussen b en f nog andere lagen zijn aïgezet, dan is het volkomen logies, tussen b en f een discordantie met een hiaat in de sedimentatie aan te nemen, ook al mocht dit plaatselik onduidelik zijn (para-discordantie; zie ook de voorbeelden bij Price). Bovendien liggen de voorwerpen uit Oudheid, Middeleeuwen en 16e eeuw allicht verspreid door elkaar, hetgeen een bepaling van hun ouderdom veel moeiliker maakt dan die der aardlagen, die immers boven elkaar zijn afgezet. „Hierbij komt", zegt Van Deursen, „dat de historische geologie haar conclusies vaak afleidt uit twijfelachtige gegevens. Vindt zij b.v. ergens fossielen van zeedieren, dan neemt deze wetenschap aan, dat daar vroeger een zee moet

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen