1932 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 147
141 Wanneer men dagelijks in aanraking komt met de ellende, de lichamelijke ellende van het armoedige gezin, de armzalige kindertjes behandelt, de fletse, uitgemergelde vrouwen haar grauwe bestaan ziet dóórgaan, dan gaat er een gevoel van verontwaardiging in U opstaan, en de vraag rijst: Doen wij als Christenen goed, om, waar het NeoMalthusianisme, door ware barmhartigheid gedreven, deze droeve toestanden wil beteren, daartegenover niets anders te stellen dan : Gij zijt onzedelijk? Het is waar, dat het Neo-Malthusanisme als stelsel, dat de gezinnen in 't algemeen wil behoeden voor een groot getal kinderen, niet genoeg kan worden bestreden. Maar wij moeten hier onderscheid maken tusschen het grootc gezin, dat in armoede verkwijnt, en het burgergezin, dat met twee of drie kinderen zich gemakkelijk bewegen kan. Het groote gezin zou voor deze laatsten dan de klip zijn waarop ze maatschappelijk zouden stranden. /\rmoede zou het onafwijsbaar gevolg zijn van den te sterken aanwas van dit gezin. Zeer zeker zal de spoeling dunner worden wanneer niet 9, maar 10 a 12 mondjes moeten worden gestopt. Maar is dat niet een prikkel voor d^n vader tot grootere krachtsinspanning en voor de moeder tot nog nijverder zijn met haar handen, en een nog zuiniger beheer? En voor de kinderen? Prof. Kouwer schrijft ergens : „Ik ben overtuigd, dat bij beperkte geldmiddelen het wassende gezin den ouders wel toenemend offers vraagt, zorgen oplegt en genoegens rooft, maar ook : dat daarnaast het loon voor die opofferingen hun in ruime mate ten deel valt. Wat zii met moeite tot stand brachten, het loont hun dubbel. Het dagelijksch voorbeeld van den zwoegenden vader en de zich zelf vergetende moeder, is voor het kroost een kostelijker erfenis dan geld of goed". En zien wij het zelf niet uit onze naaste omgeving, dat de noodzakelijkheid om zelf flink de handen uit de mouw te steken, de noodzakelijkheid om te vechten om een bestaan, dat die het is, die tot sterke daden inspireert, dat die de prikkel is tot een ijver en een vlijt, waardoor eerst de hoogste energie van den mensch wordt ontwikkeld. De ontzaglijke invloed van het groote gezin op de karaktervorming van het individu, noem ik slechts terloops, maar ieder die veel met menschen omgaat, zal spoedig de éénige kinderen ontdekken. Anders staat het met het gezin, dat in diepe misère zijn
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1932
Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 154 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1932
Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 154 Pagina's