1938 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 39

31 fouten zich op een bedenkelijke wijze sommeeren E n dan komt er nog bij, dat men niet weet, of deze veranderingen m de elementen der a a r d b a a n inderdaad de eenige oorzaak zijn van het ontstaan van Ijstijden Kunnen er ook geen terrestrische invloeden gewerkt hebben"? H e t zegt ons dan ook niet veel, dat Croll gevonden heeft dat de ijstijd voor 240 000 jaren begon en vóór 80 000 jaren eindigde O o k de geologische methoden verdienen wemig vertrouwen Als voorbeeld zouden we kunnen noemen het onderzoek van N u e s c h Hij deed waarnemingen bij het Schweizerbild, een bekende rots bij Schaffhausen In of voor een nis vond men d a a r eerst menschelijke kultuurresten uit het Magdalenieensche tijdperk dat is een periode, waarin de mensch nog samenleefde met dieren uit den ijstijd M e n mag aannemen, dat de gletschers toen nog niet ver van het Z w i t sersche laagland verwijderd waren Boven deze overblijfsels dei palaeohtische kuituur bevonden zich andere lagen, waarin men m ononderbroken opeenvolging sporen van den mensch vond tot den tegenwoordigen tijd toe De bovenste 40 cm vormden een verweermgslaag die k.ultuurresten bevatte van het begin van het metaaltijdperk tot den tegenwoordigen tijd N u e s c h schatte dit op 4000 jaren en redeneerde nu aldus E e n laag van 40cm is afgezet m 4000 jaren de geheele laag is 240 tot 290 cm dik en moet dus m 24 000 a 29 000 jaren afgezet zijn N u e s c h meent, dat er aanleiding is nog eenige duizendtallen van jaren te schrappen en concludeert dan ,,Smds het eerste optreden van den rendierjager bij Schweizerbild zijn maximaal 20 000 jaren verloopen" H e t zal wel duidelijk zijn, dat men hier niet kan spreken van een welgefundeerde conclusie M e n weet niet, of de grondafzettmg altijd even snel is gegaan vooral niet d a a r deze streek blijkbaar voortdurend door den mensch bewoond is geweest, die er invloed op gehad kan hebben E r IS mij eigenlijk maar een methode bekend die w a t meer vertrouwen verdient en een meer exact karakter d r a a g t D a t is die van D e Geer hoogleeraar te Stockholm E n deze leidt ook tot meer b e zadigde getallen BIJ oude gletscherafzettmgen spreekt men van kleibanden M e n v m d t ze vooral op plaatsen, w a a r het smeltwater van gletschers m een meer stroomt G e d u r e n d e de zomermaanden is er overvloed van smeltwater, dat veel klei meevoert, maar 's winters is er bijna geen toevoer D a a r d o o r ontstaan er duidelijke kleibanden, vooral w a n neer in het voorjaar het water veel algen bevat, die aan de kleiafzettmg een karakteristieke kleur geven M e n kan deze kleibanden vergelijken met de jaarringen van een boom Evenals men den leeftijd van boomen uit jaarringen bepaalt kan men ook uit de kleib a n d e n afleiden hoe oud een bepaalde klei-afzettmg is D e Geer heeft m Z w e d e n over een afstand van 800 km al deze

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen