1940 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 29

19 W i j dienen echter wel te bedenken, dat de voortplanting een zaak is, die niet primair ligt op het verantwoordelijkheidsterrein der O v e r heid, doch op dat van de individuen zelf *ö) Eerst w a n n e e r door of uit het huwelijk toestanden ontstaan, die de grens van het normale overschrijden en gevaar of schade voor derden dreigt, is de Overheid gerechtigd, ook op het gezinsleven zijn invloed te laten gelden. W a n n e e r wij bijv. te doen hebben met een ernstig misdadige afwijking en de zeer groote kans, dat deze afwijking op het nageslacht zal overgaan, is er voorzeker een reden tot ingrijpen. In deze uitzonderlijke gevallen is er in principe geen bezwaar tegen maatregelen, die de vrijheid van handelen van den enkeling op het punt van de voortplanting beperken. M a a r al m,ag dan ook op sociaal terrein in sommige gevallen een deel worden opgeofferd ten bate van het geheel, sluit dit de geoorloofdheid van sterilisatie nog geenszins in. Immers wij gingen van de veronderstelling uit, dat alleen dan een deel van het lichaam mag worden opgeofferd of een functie uitgeschakeld, w a n n e e r niet alleen het welzijn van het geheel dit eischte, maar wanneer ook aan de voorwaarde voldaan was, dat de gezondheid van den mensch op andere wijze niet kon worden bereikt. En dit nu is hier wèl het geval. Behalve sterilisatie is er n.l. nog een ander effectief middel om het dreigende gevaar af te w e n d e n en dat is de isolatie. D a t in deze uitzonderlijke gevallen, waarin ook naar onze meening frustratie geoorloofd is, isolatie wèl en sterilisatie niet mag worden toegepast, volgt uit het feit, dat aan eerstgenoemd middel niet de bezwaren kleven, die tegen sterilisatie aangevoerd worden ^7) M e n houde echter goed in het oog, dat deze maatfegel niet alleen w o r d t toegepast ter wille van het individu zelf, maar ook en vooral ter wille van de maatschappij, niet zoo zeer dus uit eugenetische overwegingen, maar meer als beveiligingsmaatregel. 5o.

Practische bezwaren.

Behalve de bovengenoemde bezwaren zijn er ook nog enkele practische bezwaren. Vooreerst de mogelijkheid ^- en dat geldt speciaal de groep der psychopathen, misdadigers, enz. — dat degene, op wien de sterilisatie is toegepast, wederom daden pleegt, dusdanig gevaarlijk voor de Maatschappij, dat deze zich op andere wijze (b.v. door segregatie, opsluiting) tegen dat individu zal moeten bescherm.en. Dit ligt trouwens ook voor de hand, w a n t de sterilisatie heft alleen maar op het voortplantingsvermogen en voorkom.t niet alle mogelijke zedelijke delicten, zelfs niet misdanige afwijkingen op sexueel gebied (syphilitische infectie, prostitutie, pogingen tot verkrachting, lustmoord, e t c ) . Oberholzer ^8) heeft dit met concrete voorbeelden aangetoond. O n d a n k s de .uitgevoerde sterilisatie bleek in sommige gevallen de gestichtsverpleging nog noodzakelijk.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen