De ethiek in de gereformeerde theologie - pagina 29
Rede bij de overdracht van het rectoraat der Vrije Universiteit te Amsterdam
27 arbitrium als spontaneïteit ook in den gevallen mensch, en daarmede de verantwoordelijkheid
erkent: in sensu medio zijn zeker ook de d a d e n )
tier onwedêrgeborenen zedelijk. Evenwel raakt dit de quaestie slechts ten deele, wijl het hier gaat om het zedelijk goede.
En als men nn niet kan ontkennen, dat er, zooals
KECKERMANN zegt, zelfs onder de Turken ,,viri probi et honesti" zijn, maar toch ,,nisi convertantur, in aeternum infelices", dan wijst hij, hoewel onbewust, heen naar het echt Gereformeerde beginsel der „gemeene gratie". In de belijdenis der gratia communis, die niet zaligt maar de energie van de zonde stidt, ligt toch de verklaring van het relatief verschil op ethisch gebied dat bij hen, die buiten de bijzondere genade staan, met KECKERMANN, ook de Gereformeerden niet ontkennen.
Een relatief verschil op ethisch
gebied tusschen mensch en mensch, dat recht geeft om naar menschelijke verhoudingen van zedelijk en onzedelijk te spreken, mits men er maar bij /''versta, dat er van goed tegenover God — dus van echte zedelijkheid — \ bij den onwedergeborene geen sprake kan zijn.
i
•
i:
En verder heeft KECKERMANN door de oude coörtlinatie der ethica met ^ l e oeconomica_en politica, zijns ondanks ook de Gereformeerde ethiek op " „lie noodzakelijkheid eener ,,sociale" naast een ,,individueele ethiek" gewezen,^ iets wat tot dusver vrij wel verzuiiml was. (Gedeeltelijk is deze in een latere période wel~gevoeld en trachtte o. a. de ook uit VONDEL'S hekeldichten bekende Amsterdamsche predikant WITTEWRONGEL er in te voorzien met zijn „ O e c o n o m i a
C h r i s t i a n a " '), waarin de leer van het huiselijk
leven behandeld wordt. Bleef dus de ethiek zich in de Gereformeerde Theologie ontwikkelen zonder zich door KECKERMANN'S ontkenning van haar bestaansrecht te laten storen, of er zelfs, voorloopig althans, notitie van te nemen, ook het anti-christelijk humanisme, ten onzent in de ethica weer opgedoken in CooRNHERT -) den libertijn, wiens „ A V e l l e v e n s c o n s t e ' ' , op de leest
i
van CICERO'S D e O f f i c i i s geschoeid, in 1586 verschenen, een terugval was in de heidensche moraal, ging spoorloos aan haar voorbij.
1) W.' s O e e o 11 ü m i a C h r i s t i a n a of Cli r i s t e 1 i c k e H u y s li o u d i n g li e, 2 deeleii, versolieen in 1661. In het 2e deel ijverde hij tegen het tooneel en tastte daarbij VONDEL en diens L u c i f e r aan. 2) Vgl. over hem „ D i r c k V o l c k e r t s z o o n C o o m h e r t " door T, D. J. MOORHEES, Schoonhoven 1887.
^r
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 oktober 1897
Rectorale redes | 92 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 oktober 1897
Rectorale redes | 92 Pagina's