GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een keerpunt in de voorgeschiedenis der Vrije Universiteit - pagina 11

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een keerpunt in de voorgeschiedenis der Vrije Universiteit - pagina 11

Rede ter gelegenheid van de 81ste Dies Natalis van de Vrije Universiteit

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

terug. Inmiddels was de zaak van de Hoger-Onderwijswet een schrede verder gekomen op haar doornig pad. Het ontwerp-Fock was, als gevolg van het aftreden van het Ministerie-Van Bosse in december '70, blijven steken na het Voorlopig Verslag van de Tweede Kamer, en het zou tot '74 duren eer minister Geertsema een derde, evenzo vergeefse poging ondernam ^^). Dat Kuyper de kwestie opnieuw aansneed vond ditmaal zijn aanleiding in enkele beschouwingen over de verhouding van staat, kerk en universiteit uit de inaugurele rede, waarmee kort tevoren Chantepie de la Saussaye zijn ambt als hoogleraar in de theologie te Groningen aanvaard had ^^). De gewraakte zienswijze van deze „vader der ethische richting" kunnen we in dit verband terzijde laten. Waar het op aankomt is, dat Kuyper niet van standpunt veranderd blijkt wat betreft zijn ideaal: een vrije christelijke universiteit. En uit de opsomming van de mannen die, ware zo'n universiteit er eerder geweest, aan haar verbonden hadden kunnen zijn, wordt duidelijk, hoe ruim hij de grenzen trekt. Daar onder figureren niet alleen Groen van Prinsterer en Da Costa, maar ook Beets, Van Toorenenbergen, Gunning, Doedes, Van Oosterzee en Chantepie de la Saussaye zelf ^*). In februari 1874 bhjkt Kuyper nog steeds van dezelfde opinie te zijn. De virtuoos in het opstellen van programma's legt dan, tijdens zijn beraad over de aanvaarding van het Tweede-Kamerlidmaatschap, aan Groen een vertrouwelijke memorie voor over de antirevolutionnaire desiderata. Daarin stuiten we op een bondige maar inhoudrijke passage over het hoger onderwijs, die ook in verband met de recente ontwikkeling op dit gebied bijzonder interessant is. „Voor het hooger onderwijs moet van staatswege eene Rijksuniversiteit met vaste goederen gedoteerd worden, opdat ze uitsluitend naar de innerlijke levenswet der wetenschap zich als corporatie ontwikkele. Geen aanstelling van hoogleeraren door den Staat, alleen benoeming van Curatoren door den Koning op voordragt. Aan de vrije universiteiten die men daar naast mocht willen stichten, worden ten opzichte van titels en graden dezelfde voordeden verzekerd, niet wat de dotatie betreft. Alleen zoo kan er eene protestantsche Universiteit te Utrecht en een Roomsche te 's Her-

^^) De Geer, a.w., blz. 41. Toen het Voorlopig Verslag van de Tweede Kamer verscheen was Geertsema reeds afgetreden. 13) D. Chantepie de la Saussaye, De plaats der theologische wetenschap in de encyclopaedie der wetenschappen, 1872. 1'*) Ons Program, blz. 494. De Standaard-artikelen vindt men daar herdrukt op blz. 488-494.

9

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 oktober 1961

Rectorale redes | 24 Pagina's

Een keerpunt in de voorgeschiedenis der Vrije Universiteit - pagina 11

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 oktober 1961

Rectorale redes | 24 Pagina's