PERS - SCHOUW.

Cijfers, die niet kloppen.

In ons voorlaatste 'nummer namen we de officieuse gegevens der jongste volkstelling aangaande de kerkelijke gezindten op.

De „Leidsche Kerkbode" vestigt er de aandacht: op, dat deze cijfers niet kloppen met andere.

Die „Ned." geeft de uitkomisten van de volkstelling voor zoover zij het aantal leden der verschillende kerken, kerkg'enootschapip'en en groepen bevatten.

Behalve een duizendtal, waar kerkg'enootschap' onbekend bleef, vertoont de lij'st het volgende beeld:

Hervormde Kerk 2.835.597 .R.K. Kerk - 2.444.582' Gereformeerde Kerken 571.835 Israëlieten ' 115, 222 Lutherschen ._ 102.617

Kleinere Protestantsche Kerken 200.838 Zonder Kerk 533.714

In deze lijst, komen de Gereformeerde Kerken, voor met een zielental van bijiia 572.000. Naar het Jaarboek ten dienste onzer Kerken, bedraagt dit aantal ruim' 504.000. Nu zullen deze cijfers wel nooit geheel met elkaar kloppen. Onder de leden van de Hervormde Kerk zijn er' nog; altijd die zich laten inschrijven als leden van de „Gereformeerde Kerk". En stelligi^ zullen al de_ cijfers, die in het Jaarboek staan aangegeven, en bij enkele kerken meer dan eens jaar op jaar gelijk zijn, niet geheel mtet de werkelijkheid in overcenstem'ming wezen.

Maar een verschil van bi| de zeventig duizend op een gletal van tusschen de vijf-a zeshonderd duizend is toch al te zeer in het oog.vallend.

Niemand zal met zekerheid kunnen aanwijzen, waar de hoofdfout schuilt.

't Is echter om verschillende redenen, vooral in verband met financieele regelingen, van groot belangj het juiste zielenaantal te weten. Berekeningen bijv. hoeveel door een Kerkengroep pier lid wordt bijgedragen, hebben al zeer weinig waarde indien dat zielenaantal niet ten naastebiji vaststaat.

Alleen wanneer al onze Kerken met nauwkeurigjheid de ledenlijst nagaan en zoo juist mogelijk het getal opgeven, kunnen we betrouwbare cijfers krij'gten.

Binnenkort zal ongetwijfeld door de uitgevers van het Jaarboek opnieuw een opgave worden gevraagd.

Laten al onze Kerken zorgjen, dat de redactie van het Jaarboek bijtijüs over de noodige gegevens beschikt om het eindcijfer te kunnen vaststellen.

Hieruit blijkt eens te meer h'et groote nut van een zuivere kerkelijke statistiek'.

Vooral in de tijden, waarin de onkerkelijklieid aan kracht wint, dienen we niet afhankelijk • te zijn van een yolkstelling, maar Moeten we van jaar tot jaar weten, hoe onze kerken er bij staan.

Ons Jaarboek kan ons daiarbij uitstekend dienst zijn. van

Liaten de kerkeraden niet bij benadering, maar met reëele cijfers het ledental opgeven.

Toch zijn we er zóó nog niet.

Feitelijk zou het Van groot gewioht zijn ook het getal catechisanten, het igetal doopleden boven de 23 jaar, die nqg geen belijdenis deden, het getal doopen en dat der geregelde avondm|aalgangers, enz., enz. te weten.

Indien het niet met te hooge kosten gepaard zou gaan, zou er wel iets voor pleiten, dat de •Generale Synode deze zaak ter hand najm' en Deputaten benoemde, die voor een Bureau van kerkelijke statistiek zorg droegen.

Dat wordt dunkt ons een behoefte van onzen

tijd. Het dansgevaar.

De (Aimerikaansche) „Waöhter" wajarschuwt te'gen de gevaren der moderne dansen. Het blad ontleent eenige gegevens aan een in Amerika verschenen boek en knoopt daaraan bescbouwingwi vast.

De schrijver zegt: „Zij", de danseres, „is nu in de omhelzing van den A^ollo. 'Haar hoofd rust opi zijn schouder, haar g|elaat is tot 'tzijhe opgeheven, haar naakte arm zoo bijna om| zijn hals geslagen, haar zwellende borst rijfet onstuimig' tegen de zijne. Gelaat tegen gelaat slingeren ziji "daar henen, de lagere lichaamsdeelen dooreen gestrengeld. Zijn sterke rechter arm geslagen oml haar gewillig lichaam, het trilt van de Wellustigte aanraking. Haar oog'en Mikken in zijtie oogen op', maar zij ziet niets; de zachte mUziek zweeft door de kanier, maar zij hoort het niet." Ach, wij' halen liefst maar niet meer aan, kunnen wij! alles zeggen in dezen, of zal het beter zijn de besohrij'ving niet verder voort te zetten? Toch willen wij nog er op wijzen hoe dat de schrijVer in datzelfde genoem'de werk met recht zegt: „Zal een jongedochter miet eenig zelfrespect op 'een andere plaats het hoofd - leggen op iemands schouder, drukken haar borst tegen de zijne, toestaan dat hjil 'zijta. arm: oml haar slaat, zijn voet tuss'chen de hare plaatsen en hare hand in de zijne omvatten? Dit is de positie van „the Walk"." Voorts deelt hij m«de hoe in een gioote stad van d© 2500 verlaten vrouwen drievierde tot hun val gjebracht zijn door den dans. In een huis voor gevallen meisjes, izegt hij', dat zeventiende hun toestand te danken hebben aan den invloed van den dans. Verder . nog; dat in een huis van prostitutie 163 van de 300 opi de dansschool ten val gebïacht zij'n. Zulke getuigenissen 'geven ons te zien, welke verschrikkelijke gevolgen het dansen van onzen teg|enwoordigen tijd heeft. Wie zal de duizenden teUen 'die als slachtoffers van dat onnoozel springjen (? ) gevallen zijn? Laten kinderen des verbonds zich verre houden van het ijdel springen, opidat m'en niet van kwaad tot erger voortga. Alle belijders van onzen Zaligmaker Jezus 'Christus mloeten mede werken om het te veroordeelen. Want al scTiijiit het in het begin minder van een verderfelijken aard te zijn, spoedig komt mien tot het dansen zooals waarvan hierboven een klein staaltje ons' is voorbehouden.

Vóór alles een goed humeur. Hetzelfde blad heeft een nieuwen hoofdredacteur gekregen.

In zijn „Eerste-"Woord" zegt deze o.m.:

Zou het in de toekomst blijken, dat de nieuwe taak te veel is voor müj'ne krachten, zoodat niijn humeur of mijn werk in de gemeente er 'te veel bijl lijden, dan leg ik mèl vrijmoe^'gheid den last , weer af.

Echt Amerikaansch!

Toch niet onjuist gezien.

Een persman moet voor alles goed gehumeurd blijven.

Anders fcan hij beter heengaan.

Contra Einstein.

Het volgende stukje luit de „N. R. Ct." is alleen bestemd voor hen, die eenigiszins met Einstein.en zijn relativiteitstheorie bekend zijn. Het gaat over een congres van natuuronderzoekers en artsen.

- Prof. von Laue (Berlijn) en Schlick (Kiel) spraken over de relativiteits-theorie in de physica en philosophie, waarbij' zïch net opzienbarende feit voordeed, dat 19 geleerden van algemeene vermaardheid, natuurkundigen, wiskundigen en philosophen, o.w. Gebreke (Berlijn), Lenai'd (Heidelberg) en Hartwig (Bamberg) een verklaring lieten voorlezen, om verzet aan te teekenen tegen een openbare behandeling , van de relativiteits-theorie. Zij zeggen in die verklaring Voordelijk: „Wij beklagen diep de misleiding van de opienbare mieening, welke men de relativiteits-theorie aanprijst als een oplossing van het wereldraadsel, terwijl men de lieden er niet over inlicht, dat vele en zeer gjeachte geleerden deze theorie niet slechts als een onbewezen hypothese, doch als een volslagen mislukte, logisch onhoudbare fictie van de hand wijzen. Deze , 19 geleerden achten het onvereenigbaar met den ernst en de waardigheid van de Duitsche wetenschap als een zoo betwistbare theorie ontijldig onder marktgeschreeuw aan de openbaarheid wordt prijsgegeven en de' vereeniging van Duitsche natuuronderzoekers en artsen gebruikt wordt om dergelijke doeleinden te steunen."

Aan wie de schuld? kan gevraagd.

Einstein heeft er herhaaldelijk tegen gewaarschuwd, da, t men 'uit zijn vondst g^een te ver strekkende conclusies zou trekken.

Men heeft naar hem niet geluisterd.

Men heeft hem vereerd als de taa'an, die een nieuw wereldbeeld heeft ontdekt.

Hij zou het eigenlijke wereldraadsel hebben opgelost.

Deze overdrijving moest zich wreken.

Indien zijn theorie niet door de feiten wordt omver geworpen, zit er zeer zeker heel wat aan vast.

Maar 'dat zij zoo diep ingrijpt in onze kennis als men heeft voorgesteld, was werkelijk al te dwaas.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen