„Ee Soendaneesche Hemelling”, door Zendeling C. J. Hoekendijk.

BOEKBESPREKING.

De uitgever Callenbach zond ons weer de keurcollectie Zondagsschooluitgaven voor 1922; een prachtverzameling van 50 stuks, dunne en dikkere-boekjes, voor elk wat wils. Onze Zondagsschoolbesturen kunnen weer uitzoeken. Men bestelle bijtijds; de gunstige voorwaai'den zijn bekend. Het is niet mogelijk en noodig ook, om ze allen te noemen; daarom vestigen - wij op één boekje met name de aandacht n.l. het bovengenoemde. Het is uitgegeven gelijk de andere, d.w.z. keurig, in een net bandje en met aardige plaatjes.

De inhoud is treffend en voortreffelijk. Hoekendijk leidt de lezers in in het Soendaneesche leven, hij teekent de macht van den priester, de vrees van den Inlander en ook het treurige gevolg van zijn Mohammedaansch geloof, , indien er ziekten als cholera optreden. Het treft ook, hoe eigenlijk de Zendeling weinig doen kan zonder de hulp van den Inlander; dat komt best uit in het optreden van het jongetje Abdoerahman. Z, eer hopen wijj dat de besturen van onze Zondagsscholen met name dit boekje zullen - uitreiken; de grootere leerlingen .zullen ervan genieten. De eerste bladzijden zijn . ietwat moeihjk te verstaan, maar met een weinig inspanning komt men dit te boven. De uitgever Callenbach streve er naar een volgend maal eenige van zulke Zendingsboekjes in zijn fonds op te nemen; hier paart zich inderdaad het nuttige aan het aangename.

Ons werd ter recensie toegezonden de Zend in gak al en der 1923. Jarenlang verzorgde Ds H. Dij'kstra dezen kalender; nu hij ons is ontvallen, heeft zijn schoonzoon Ds D. Pol de zorg ervoor op zich genomen.

De kalender heeft ingang gevonden onder ons volk. Wij hebben echter meermalen gehoord, dat men een meer doelmatige uitgave wenschte; de cijfers en de dagen zijn veel te kl.ein gedrukt; wil men een datum en dag weten, dan is men genoodzaakt naar den wand te loopen en te" gaan zoeken; is het niet mogelijk, dat deze cijfers en dagnamen grooter en dus duidelijker 55 •ivorden gedrukt? Wellicht zullen dan de mededeelingen en teksten moeten vervallen; maar is daar zooveel aan verloren? Wie leest ze? Het zal den meesten toch al heel - R'einig interesseeren, dat b.v. H. Colijn 4 Januari 1911 'Minister van Oorlog werd. Voor gewichtige feiten zo'u 'echter een plaats gevonden moeten worden. En als - wij nog een wensch mogen overbrengen: zou de uitgave niet meer aan den schoonheidszin kunnen beantwoorden? Wij weten, dat de kalender dan veel duurder wordt, en wellicht de bate voor de Zendingskas niet zoo groot zal zijn; toch is het nog do vraag, of de menschen niet gaame heel wat meer zullen geven voor den' kalender, wanneer deze wat sierlijker wordt.

Onze zendingsco'mmissies, of anders onze kerkeraden, zullen er ongetwijfeld zo-i; g voor dragen, dat deze kalender in de gezinnen komt. Ds Pol heeft de gegevens bijgewerkt tot het laatste toe, en de plaatjes van duidelijke en leeriijke bijschriften voorzien.

J. D. WIELENGA.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen