GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

STEMMEN UIT ONZE KERKEN.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

STEMMEN UIT ONZE KERKEN.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hooggeachte Redactie!

Zouden wy het volgende in „De Reformatie" ter overweging mogen gevenr

Meer en meer wordt het in de Geref. Kerken ge-woonte de finantiën, noodig tot instandhouding van den kerkedienst te verkrijgen door vrijwillige vaste bijdragen.

Om de gemeenteleden eenige aanwijzing te geven hoe hoog die bijdragen zouden moeten zijn, wordt het ook meer en . meer gebruik hen te ad-viseeren daarvoor een zeker pei-centage van het inkomen to' bestemmen. 'Men heeft aan de hand van statistische gegevens omtrent de inkomens berekend, dat 2 pet. van die inkomens voldoende zou zijn. En zoo wordt dan door den Kerkeraad of de Commissie van Beheer bij de gemeenteleden aangedrongen dat percentage bij te dragen.

Nu is bij ons de vraa^ gerezen: Houdt een dergelijk percentage 'wel genoeg rekening met de draagkï-ac'ht der loden? Het is toch een feit, dat die draagkracht ook bij gelijke inkomsten zeer verschillend is. Of men b.v. minderjarige kinderen heeft of niet maakt reeds een groot verschil. Bij het vragen van een gelijk percentage van het geheele inkomen is geen rekening gehouden met de kosten voor levensonderhoud, met het aantal mindei-Jarige kinderen en met de grootere draagkracht der nieerbedeelden, zooals de Overhei-l o.i. terecht w e l doet, als zij van ons schatting vraagt. 'Wij weten wel: wij heffen geen kerkelijke belasting, •maar - vragen vrijwillige bijdragen; maar het gaat hier over de v e r d e e 1 i n g. Wanneer wij een percentage noemen, houdt dat een v e r d e e 1 i n g iii. Al is het dan ook adviseerend. Nu is een verdeeling naar het inkomen nog geen verdeeling naar draagkracht.

Laat ons een voorbeeld noemen en ons daarbij aansluiten bij de manier waarop de Overheid de lasten verdeelt. Eekenen we voor levensonderhoud f800 en voor ieder minderjarig kind f 100. Neem 4 kinderen. Dan krijgt men f 800 - f 4 X f 100 = f1200 aftrek.

Verhouding van Verhouding der 't inkomen: draagkracht: f 1500 — f 1200 = f 300. „ 2000 ^ „ 1200 = „ 800. „ 3000 — „ 1200 = „ 1800. ;

De verhouding wordt dan inplaats .van 3:4:6' — 3:8:18. Wat een verschil. Van de hoogere inkomens \Taagt de Overheid ook een hooger percentage. B.v. van f 2000 5'pet. en van f 5000 10 pet. Dan wordt het verschil nog grooter. 'V\'"ij zouden willen - vragen: s dat gebruikelijke percentage van het geheele inkomen niet zeer conservatief? Komen .wij daarmede niet bij onzen tijd ten achter? Drukt dat niet het zwaarste op de zwakke en minderbedeelde broeders? Openbaart zich hier niet een tekort aan sociaal besef? Wij moeten niets hebben van de kerkelijke belasting, zooals die in de Herv. Kerk wordt gevonden, maar de verdeeling is o.i. daar toch beter, want daar wordt veelal een percentage geheven van het belastbaar inkomen.

Wij zouden zeggen: een bill ij k percentage of geen percentage noemen. Wij gelooven echter, dat dit laatste niet goed zou zijn. Niet bevorderlijk voor de bijdragen en ook niet voor een billijke verdeeiing daarvan. Zonder eenige aanwijzing of berekening weten we niet hoeveel we moeten bijdragen. 'I'e zeggen: „geeft wat ge kunt geven" is een al te rekbare bepaling. Daar maakt de een dit en de ander dat van. Geven naar gril of inval is niet verstandig. Het geweten op zichzelve is ook niet in staat te zeggen hoeveel wij moeten geven. De consciëntie kan soms zeer dwalen en heeft inlichting noodig. Het is geen automaat waaruit de cijfei-s en getallen vanzelf te voorschijn komen. Ook is de wetenschap, dat bij alle leden wordt aangedrongen op een bijdrage naar hun draagkracht berekend bevorderlijk voor de gewilligheid daartoe.

Maar hoe een billijk percentage te vinden?

Wij gelooven, - dat dit gevonden zou zijn, wanneer we als maatstaf nemen de te betalen belasting voor rijk of gemeente. In die inkomstenbelastingsom zijn al de bovengenoemde verschillen verwerkt.

Men schrikke niet van het woord „belasting". Hier is-alleen bedoeld die bslastingsom te gebruiken als goede maatstaf voor de vaste bijdragen.

Het percentage van de belastingsom is op dezelfde wijze te berekenen als dat van het geheelo inkomen, hetzij naar statistische gegevens of juister nog naar ~ de kohieren voor iedere gemeente afzonderlijk. Kerkeraad of Commissie van Beheer zou op deze wijze goede gegevens en goeden grond onder de voeten hebben bij hun actie voor de vaste bijdragen. Is men echter van al te nauwkeurige berekening afkeerig, of acht men dit minder tactisch, dan kan men ook volgens de statistiek te werk gaan, precies zooals bij de bovengenoemde 2 pet. van het inkomen.

Een vast plan en een billijk percentage zijn van grooto boteekenis. Wij denken hierbij aan het bekende millioenplan.

Sluit hel hierboven voorgestelde niet veel 'beter aan bij het algemeen rechtsgevoel ? Wijst ons ook de H. Schrift niet in de richting naar draagkracht, als wij letten op de geschiedenis van de arme weduwe en de rijken bij de schatkist; op de stemming in de JeruzaJemsche Gemeente; op wat de Apostel schrijft:2 Cor. 8:13—15?

Geachte Redactie, zouden wij uw oordeel mogen vragen? hierover

Hoogachtend, Uw dw.,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 februari 1923

De Reformatie | 8 Pagina's

STEMMEN UIT ONZE KERKEN.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 februari 1923

De Reformatie | 8 Pagina's