GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

PERS-SCHOUW.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERS-SCHOUW.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Perfide mathematica.”

Onder de niensclien, , die m«t genever en andere, alcoholvrije, igansch nette en brave, bedwelmingsraiddelen het nieuwe jaar van zich afzetten, willen wij niet behooren. Hel keeren . en wederom keeren van het oude is vermoeiend, > gie-lijk de Bijbel ons zegt; en dat moeten wij durven, \^eten. Er is een zekere „mathematica", een zekere wiskunde, in de regelmaat der dingen: onze tijden zijn: in Gods hand; en: Hij kent den loop der zon en de baan der sterren en geen van die zal zijn geboden weerstaan. Maar dat wil nog niet zeggen, dat wij ons kunnen vereenigen met de door den auteur zelf misschien niet eens doorvoelde uitdrukking van J. Greshoff, in zijn dichtbundel „De Ceder", als hij spreekt van „Gods perfide mathematica". Gerard van Bekeren geeft in „De Gulden Winckel" daarvan een aankondiging, en zegt:

Intusschen, wal, mij in dezen nieuwen bundel bovenmate aantrekt is de schoone samenhang, de continuïteit, waarin hier een van alle vroegere, te wankel gebleken zekerheden losgewrikte ziel zijn onrust, die de eeuwige onrust is van het menschen-'geslacht, in rhythmische bewogenlieid belijdt. Alle vastheden zijn verkeerd in haar tegendeel; nieuwe vastheden zijn geprojecteerd maar nog niet bevestigd, tenzij de vastheid van het weten, dat alle worden in een zijn gegrond is, zooals weer alle zijn in vloeiing vergaat.

Als een „gevangene" voelt zich de ziel in tijr] en maat.

De bol zwiert zinloos langs de blinde baan Tusschen vijandige planeten; Wij zien altijd zon op-en ondergaan En kunnen geen minuut vergeten Dat deze wreede regelmatigheid De vloek is van ons in den tijd Gekneld bestaan.

Dan vraagt de dichter, waarom ons het hunkeren is ingeboren naar de ongetoomde hemelvlucht, en waarom wij nimmer van ons heil de tijding vermogen te spellen In 't klare en onverbiddelijke ja Van Gods perfide mathematica '. ! En dwang.

In de wanhoop van onze onzekerheden dolen wij als dronken zwervers langs de leege straten, als de Avandelende Jood beladen met Gods vloek, en als sombere drinkers zien wij de malle wereld iscbotsch en scheef, en onze wijsheid is de wijsheid van het volk, dat het bal meent te zijn waar de "wijn is en de vrouw.

Wat is tegenover dergelijke uitlatingen het geloof toch rijk; het geloof, dat in de „mathematica" der werelden, in de opeenvolging der tgden, in den wederkeer van alle historische grondvormen niet heeft gevonden een perfide mathematica van een verschrikkelijken God, maar Zijn trouw aan Zichzelf en daarom aan ons. Want wie dat geloof draagt in de ziel, die heeft in den tijd niets anders gevonden, dan een barmhartigheid van God, die tusschen de eerste zonde en de uiteindelijke bezoldiging der zonde heeft ingeschoven de opeenvolging der eeuwen, waarin God het pleit met

Zichzelf voeren zou in Christus tot behoud van wei en menschheid. De mathematica der dingen, hoezeer' ze vermoeit allen, die den Prediker volgen en verstaan, ; zij is ook arbeid van God om te komen tot den. grooten sabbath; zij is de groote vertroosting; want wat van den kosmos in onzen chaos nog gebleven is, .dat is juist de mathematica, de orde, het systeem van God. En dat die mathematica eens niet. meer een dwang zal zijn, maar de groote draagkracht van allo tot God ge-orden-de leven, dat is niet voor den vluchtenden, maar voor den geloovigen mensch op nieuwjaarsdag de sterke verblijding.

Kimhamen de herberg.

Het wordt nu toch wat al te bar: Al de protesten van Dr Joh. de Groot tegen de theorie van „het onbeweeglijk Oosten" blijken voorbij te gaan aan het weekblad „Ptaktika" (weekblad voor en door Protestantschc Godsdienst-Leeraars). Het blad heeft ontdekt, wie de „herberg" heeft „gesticht" te Bethlehem, de „herberg", waarin geen plaats was voor Jozef en Jlaria. Schrijvende over preekmotieven voor het Kerstfeest, zegt het blad:

Ik zou trachten 't onderwerp te verdeelen b.v. op deze wijze: 25 Dec. v.m.

„Jezus vrijwillige vernedering" als een toonbeeld van Gods genade en een voorbeeld voor ons (Fil. 2:5—8). Daarbij kan gewezen worden op de geringheid van het Joodsche volk, van Josef en Maria, van Bethlehem. (De herberg aldaar gesticht door Kimham, over Avien 2 S, am. 19:37—40, Jer. 41:17). Vergelijk ook 1 Oor. 1:17—31, „de waarheid en de kracht der wereld beschaamd door de dwaasheid en de zwakheid Gods".

Kimham, de ecrste-steen-Iegger van „de" herberg! Men kan verder de fraaiigheden vermenigvuldigen met wellustigheid. B.v.: imham, die de „herberg" stichtte, had veel op met David, maar de Erven Kimham, zoove.el eeuwen later, zeiden: een plaats in de herberg voor Jozef en Maria! Maar het is toch eigenlijk zeer droevig. Wat een armoede! Inmiddels zijn de vraagpunten voorloopig weer genoeg; de een leest in Jer. 41:17 niets van een herberg, doch van de schaapskooien van Kimham; de ander, b.v. Giesebrechl, weet met „Gidroth Kimham" heelemaal geen raad; maar Praktika is de derde, die er alles van weet. Alleen kan nu de vierde komen om op te merken, dat Jezus niet meer in Bethlehem geboreai is, maar in de buurt van Bethlehem, want daar laj jdat oord, dat den naam van zekeren Kimham voert. Weer een raadsel dus! Zoo blijft de theologie leveu. Maar — hebben de menschen zoo wéinig te vertellen van het Kerstfeest zelf, dat ze tot die Kim-ham-migheden hun toevlucht moeten nemen? O, die arme herberg! Voor enkele jaren heeft nog in een Geref. Kerlt van een provinciale hoofdstad iemand argumenten ontleend aan die herberg voor de drankbestrijding: oor, wie Jezus volgen wil, is er nog geen plaats in de „herberg"! Zoodat ik, als de preek betrouwbaar is, nooit in een hotel logeeren mag. Hier heeft de orthodoxie het recht verloren te schelden op den tijd, die op paschen preekte over het nut van vroeg opstaan en op Kerstfeest over de groote beteekenis van prompte stalreiniging. Want deze rationalistische vondsten zijn één met Gereformeerde Kersttiraden tegen kroegloopers op grond van Lucas 2:7 en ook één met de Kimhamnarigheid van Praktika.

De plompe Noord1iing.

Verstandiger dan zooeven toont Praktika zich, wanneer het protesteert tegen wat de heer H. Bakels schreef in het Weekblad voor Vrijzinnig godsdienstigen in dezen vorm:

De fantaseerende Zuidelijke geest is overvloedig, aan den gang gegaan en heeft het N. T. letterlijlr volgestopt met ongeloofbare verhalen van uit maagil geboren, uit dooden verrezen, honderd wónderdaden doend, op aarde neergedaald, god-in-denvorm-van-een-man; en al het ongeloofbare, dat daarmee samenhangt. De Zuidergeest smulde in al die geestelijke opsnijderij. Ze jokten er maar op los, zoodat ze 't haast zelf geloofden. Maar nu is 'het (malle en het allermalste dit: dat die hardhersenigs botte Noordenropeanen er in gevlogen zijn. Ze hebben alles maar voor zoete koek opgenomen. Die beer! Die beer! Die plompe beer! Die plompe Noordling!

Domoor dié je bent! De gladde vos van .het Zuiden jokt hem em sjeuïg aangenaam verhaal voor. „Geloof maar dit en dat van den in het vleesch gekomen god en gij zult zalig worden in een "vvelaangenamen hemel."

De gladde vos snijdt dat op in plechtige termen, soms in Alexandrijnschen stijl (het Evangelie van Johannes), in een geniaal verhaal. ..''-'Ml En... de plompe Noordling gelóóftet.

En dat de ongeschoren, ongeknipte, ongekamde, ononderwezen, boersche, halfwilde Germaan en Kelt van het jaar achthonderd uit den tijd van Bonilacius dit nog geloofde als een Zuidelijke zendeling het hem op de mouw spelde, dat is nog wat.

Maar dat de meeste Germanen het heden nc^ gelooven, dat is toch al te gek. En toch: dat gekke gebeurt. De plompe Noordling gelóóftet.

Die beer! Die beer! Die plompe, beer! Die plompe Noordling!

Domoor, dié je bent! Repeteerende breuk! Kan hij geen vraagstukken meer zien, gezeide heer Bakels?

Over Keizer Augustus.

i. Beter dan Kimham-hypothesen op te diepen uit Trom-

niio, beter ook dan — zooals Bakels doet — alle •o-eestelijke stroomingen weg te redeneeren uit het „sjeuïgaangenaam" verhaal van „den gladden vos" uit hel zuiden (zooals hier de schrijver van den geweldigen proloog op het Johannes-Evangelie heet) is liet: den tijd te kennen, waarin Christus geboren is. le'ts van die antieke cultuur heeft voor Overijsel en Drente ds H. W. Lamah doen zien in enkele — als gewoonlijk; — frissche artikelen hi het aldaar gelezen kerkblad. .Handelend óver Keizer Augustus, schrijft de auteur o.m.:

In het Jaar 29 vóór Chr. hield Octavianus zijn schitterenden triumftocht binnen Rome, welke drie dagen lang duurde.

Terstond daarop zette hij zich aan het zware werk der wetgeving. Hij wilde wezen de o p t i m i status auctor, den bestmogelijken staatsvorminsteller.

Omdat hij geloofde, dat hij niet lang leven zou, Avikle hij zich haasten. Hij voelde zich ernstig ziekj en dacht er over zich geheel uit het staatsievan terug te trekken. Met den buit uit Egypte delgde hij de staatsschulden, gaf hij schadevergoeding aan de grondbezitters in Italië, en zorgde voor de ouderdomsverzekering van 100000 oud-gedienden uit de laatste oorlogen.

De Senaat, — wij zouden zeggen de Kamer, — uit meer dan duizend leden bestaande, bevatte vele gemeene en onbeteekenende leden, die voor geld een zetel hadden gekregen. Tweemaal heeft Octavianus de bedorven elementen er uitgedreven. Hij was er toen niet gerust op, dat men hem daarom niet vermoorden zou. In de beslissende zitting droeg hij daarom een harnas onder zijn toga en tien pootige vrienden stonden in zijn nabijheid-

Octavianus had de macht in handen, en werd , nu Sacrosanctus, d.i. voor on s ch e ndlD a a r verklaard. Hij liet zich noemen princeps, d. w. z. „d e n Eerste". Omdat de legerzaken aan zijn beslissing onderworpen waren, voerde hij ook den titel I m-p erator. Later liet hij zich ook in godsdienstzaken de 'Opperste leiding geven en zich dus kiezen tot Pontifex Maximus, den Oppersten Priester, waardoor de Keizer tevens de Paus van het heidendom werd.

Bovendien ontving hij, uit dankbaarheid voor het door hem tot stand gebrachte den naam A u g u s-t u s, het best weer te geven door het Grieksche woord Sebastos: „hij dien men in vroomheid moet eeren". Dit gebeurde in 27 vóór Chr. Sinds is Octavianus bekend als Keizer Augustus.

Van nu af aan vergroot Augustus zijn persoonlijke macht meer en meer. Hij is zoo goed als in het gansche rijk heer en meester. Hij alleen benoemt de stadhouders en houdt toezicht op hen-Toen men hem „Vaxler des vaderlands" noemdej Aveende hij van vreugde en aandoening.

Onwillekeurig werd de Persschouvv deze week een rarileitenverzameling. Maar de rariteiten bewogen zich om Kerstfeest en jaarwisseling. Dat is het actuoolc. En ds Laman is toch ernstig en maakt het weer goed, o lezer.

K.B. Deze Persschouw was bestemd voor het nummer van verleden week, toen ze nag iet of wat met den kalender verband zocht. Ze bleef echter liggen.

K. S.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 januari 1925

De Reformatie | 8 Pagina's

PERS-SCHOUW.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 januari 1925

De Reformatie | 8 Pagina's