GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Afzetting van den Docent A. Steketee.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Afzetting van den Docent A. Steketee.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

V.

Het was in de eerste plaats het litterarisch gedeelte van het onderwijs aan de Theologische School, waarover de Synode van 1882 haar zorgen moest uitstrekken, maar toch niet uitsluitend. Ook met het oog op het theologisch gedeelte was versterking van leerkrachten gewenscht. Het lag n.l. in de bedoeling de oudsta twee docenten, die beiden al de zeventig gepasseerd waren, voor ©en deel van hun arbeid te ontheffen. De Curatoren stelden voor, dat de Synode twee docenten benoemen zou, van wie een zich geheel aan de litteraire vakken zou wijden en de ander ook voor een deel in de theologie zijn hulp verleenen zou (Handelingen 1882, p. XXII).

Het was dus te verwachten, dat er twee nieuwe docenten zouden worden aangewezen, en het ligt voor do hand, dat in de kringen van hen, die hierover te beschikk'Qn hadden, de aanspraken en kansen van dezen en van dien gewogen werden. Men mag gerust aannemen, dat de meeste leden der Synode hierin niets anders voor oogen hadden dan het belang der School, maar men zie aan den anderen kant niet over het hoofd, dat hier een terrein was voor intrigue. Daarbij houde men in het oog, dat nog al dikwijls dezelfde personen telkens opnieuw naar de Generale Synode afgevaardigd werden. Als van zelve kregoni zulke figuren in den loop der jaren een zeker overwicht, dat wel in vele gevallen heilz; aam getwerkt zal hebben, maar dat toch ook een gevaarlijken kant, had.

Steketee heeft het ondervonden. Ongetwijfeld lieten de resultaten van zqta. onderwas te wenschen over, maar daarom mocht men hem zoo maar niet afzetten. De Synode had moeten begrijpen, dat men hem jaren aaneen mét ©en taak had belast, die ook voor krachtiger naturen dan hij te zwaar zou zijn geweest, en die men al lang had behooren te verlichten. Reeds in '75 had Ds Lindeboom van Zaandam, de latere hoogleeraar, betoogd, dat er naast Steketee en Mulder nog twee docenten moesten worden benoemd, die geen predikanten behoefden te zijn (in zijn brochure „De Christelijke Gereformeerde Kerk", Heusden, 1876, p. 57). De Synode, die in dat jaar bijeenlcwam, heeft de benoeming van êbn nieuwen docent in de litterarische vakken wel overwogen, maar besloten daartoe nog niet over te gaan (Handelingen 1875, Art. 63). In '77 hadden Curatoren, met het oog op den slechten toestand der financiën, „den moed niet" de Synode het voorstel te doen, „om bet onderwijzerspersoneel aan de school te vermeerderen"; wel hoopten ze, dat de Heero hen daar spoedig toe in staat mocht stellen (Handeling'en 1877, p. 83). Twee jaar later, in 1879, was het weer „het gemis van de noodige gelden, in verband met de ongunstige tijdsomstandigheden", dat er hen van af deed zien vermeerdering van het aantal Docenten te vragen (Handelingen 1879, Art. 148).

Wat al lang eer had moeten gebeuren, had men althans in '82 behooren te doen: voor het meer; elementaire onderricht in de klassieke talen één of twee leerkrachten naast Steketee stellen en hem alleen de hoogste klassen laten. Of meende men hem geheel van het voorbereidend onderwijs te moeten onthef-fen, dan had men hem eenige theologische kunnen opdragen. De Curatoren brachten in de vetdeeling der vakken wel meer verandering aan ea met gerustheid hadden ze hem b.v. Exegese Nieuwe Testament en Homiletiek kunnen toevertrouwen. Ben it goed ingeUcht, dan heeft hij soms ook wel theologisch dplleges gegeven.

Er was misschien ook wel wat anders op te geweest. „Wij hadden in 1882 gewenscht, en dat ook nog aan een lid der Synode gezagli", aldus Ds T. Bos in „De Wachter" van 10 April 1914 — „dat men Steketee als Privaat-Docent aan School zou laten onder zekere financieele voorwaaiden: dan zouden vele studenten, die leeren wiliei. van zij'ne lessen gebruik maken, waardoor hst wetenschappelijk peil der - School niet weinig zou zijn verhoogd". Of dat gekund had, laat ik daar, maar me" had althans moeten beproeven hem op de een of andere wijze voor de School te behouden. Dan was hij tevens in de gelegenheid gebleven ie arbeiden aan de aestlietische vorming der studenten. Dat was in Kampf heusch geen weelde, en in dat opzicht voorzag Wj'" een leemte, waarin het niet een ieder gegeven is te voorzien.

Was men aldus te werk gegaan, men zou inderdaad het belang der School hebben gediend. Ook 2«' men dan hebben gehandeld naar den eisch der Christelijke naastenliefde: het zwakke niet te vernietigen, maa' te steunen, op te heffen. Deze eisch klemde té m^* waar hier, in de Synode, de Kerk zeK optrad. ImB^Sj' zoo , men ergens in deze wereld van haat en D'r waarin het „homo homini lupus" helaas! maar al veel waarheid l> evat, in deze „Vreetwereld", door s}^, ketee zoo teekenachtig beschreven (in het onder dien

titel verschenen stuk, Annuarium S.S.R., 1916), het zwakke veilig zou wanen, dan toch Wel in de Kerk van Christus. Moet z'iji niet zijn' een , moeder ook voor het teere kind?

Men heeft 'echter gansch anders gehandeld; niet getracht hem zoo mogelijk voor de School te behouden, doch hem eenvoudig afgezet. .Diat sommigen daarbij een onedele rol gespeeld hebben, lijdt voor mij geen twijfel. Boor welke beweegredenen zij zich hebhen laten leiden, is moeilijk te zeggen. Maar ik houd het er voor, dat ook het motief „hoe meer ruimte, hoe meei; plaats" in hun overwegingen ©en rol heeft gespeeld: vverd Steketee aan den kant geschoven, dan zou men zelfs drie docenten kunnen benoemen.

Het is verre van hiij de Synode als geheel zulke drijlyeeren toe te schrijven. Zonder zelf verkeerde bedoelingen te koesteren, heeft zij zich echter in een verkeerde richting laten leiden. En dit kon _ te eer, daar men zich in 'het karakter van "Steketee Vergiste. Men heeJH; ongetwijfeld in de meening verkeerd alles met hem te kunnen doen. Hij maakte zoo'n schuchteren en verlegen indruk, dat men niet anders dacht, of hij zou wel goed vinden, wat men ook maar over hem hesloot. Bit blijkt wet uit de vvijze, wiaarop men hem behandelde: uit zijn betrekking ontzet, moest hij zich •verder aan „De Bazuin" wijlden; ook zou hij nog zoo lang onderwijs moeten geven, tot de nieuwbenoemd© docenten hun taak houden aanvangen. Toen noch het een noch het andere gebeurde, was m^en verbaasd. Men klaagde over Steketee's eigenzinnigheid. Had hij niaar in kunnen gaan in de gedachten en wenschen zijner broederen! zoo verzucht BiS Van der Linden nog •Il 1914.

Nu is het waar, dat hij eigenzinnig Was. Hoe schuchter en bescheiden ook, hij was tegelijkertijd in hooge mate op zijn zelfstandigheid gesteld. Boor niemand, een zeer enkele slechts uitgezonderd, heeft hi| zich ooit laten leiden. Breken liet hij zich wel, maar niet buigen. Noch in '82 noch ooit later is hij bereid geweest te doen wat de Synode van hem verlangde.

Maar — en dit verlieze men niet uit het oog — hij was er ook niet toe in staat, hij kon het niet. Wat men hem aandeed, was voor hem, fijngevoelig als weinigen, te veel om te .dragen. Men teak een poroeleinen vaas, met één slag en voor goed. Zijn onbegrensd vertrouwen in anderen, zoowel als zijn geringe zelfvertrouwen, kreeg! een onherstelbaren knak. Het-was hem oiunogelijfc langer in Kampen te blijven. „Aan de School te dienen" — zoo schrijft hij in zgn Protest — „waar elk, mijns ondanks, mijne positie kende, door de medelijdende blikken aangezien van leerlingen, wier respect ik tien jaar lang genoten heb, dat ware absurd en onzinnig genoeg om volkomen de beschuldiging betreffende de paedagogie te rechtvaardigen'? . En nog in „Be Biazuin" to schrijven, terwijl de motieven, waarop hij veroordeeld was, officieus de ronde deden, „het ware een knechteliiifc werk". Hij achtte zich onmogelijk gemaakt. „Nooit" — zoo zegt hij ergens in betzelfde stuk — „had ik gedacht zoo iets te zullen ondervinden". Nooit — zoo kan men er aan toevoegen —-heeft hij er zich boven kunnen verheffen.

De Synode had Steketee wel aan den kant gfezet, maai' daarmee het probleem, waarvoor ze zich gesteld zag, niet opgelost. Op de volgende Synode klaagde men al weer, dat het litterariscb onderwijs niet be; hoorlijik verzorgd werd; volgens de provincie Zeeland was het zelfs verzwakt, hetgeen ten deele werd toein '82 benoemde docenten de meeste sympathie hadiden voor de theologische vakken. Bat het littercirisch onderwijs verzwakt zou zijn, werd ter vergadering ontkend, maar toegegeven werd, dat het peil niet genoeg was verhoogd, niet in die mate, als met het theologisch onderwijs het geval was geweest. „'Wij moeten meer nadruk leggen op de literarische vorming. Bie ervaring leert, dat vele studenten geen genoegzame literarische! ontwikkeling hebben, om met vrucht in de Theologie te studeeren." Ten slotte besloot men met grootej meerderheid „het onderwijzend personeel met het oog op het letterkundig onderwijs te versterken" (Handelingen 1885, Art. 88). IMaar dit bleek niet zoo gemakkelijk te zijn. Het is jaren lang sukkelen gebleven. Be rechte verbetering is eerst ingetreden, toen men het oude plan weer te ; hand vatte en de litterarisch^ opleiding', zQoals het in de Handelingen van '91 gezegd wordt (Art. 112), ging „schoeien op den leest van een gymnasium". Bit is eierst in l896 gebeurd.

Zegen heeft er op het ontslag van Steketee niet gerust. Er waSj_ toen dit .plaats vonr[. e.en eenvoudi^el vrome vrouw, "met een sterk rechtsgevoel bedeeld, die het uitsprak, dat God er de School om bezoeken zou. Mij komen, als ik haar verdere geschiedenis aan mijn geest voorbij laat gaan, telkens onwillekeurig deze vvoorden in (Ten zm.

P.S. Nu volgt nog het Protest, door Steketee eenige maanden na zijn afzetting geschreven, doch niet gepubliceerd. Het ziet thans voor het eerst het licht.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 november 1925

De Reformatie | 8 Pagina's

De Afzetting van den Docent A. Steketee.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 november 1925

De Reformatie | 8 Pagina's