GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Verzadiging der vreugde.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Verzadiging der vreugde.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Gij zult mij liet pad de bekend maken; .verzadiging der vreugde is bij üw aangezicht; lieleiijkheden zijn in Uwe rechterhand, eeuwiglijk. Psalm 16:11

Dit woord van David tot zijii God is een bezielde geloofsuiting, in vol vertrouwen uitgesproken. Maar er acJiter em^^lptider ligt .een droefstemmende bekentenis.

Want, als we goed lezen, bemerken we hoe hier verondersteld en stilz\vijgènd üitgespro'feen wóriit; ' dat wij menschen, op aarde levende, het eigenlijke leven niet kennen of bezi-^j^ji^ocïi midden in den dootl liggen.

En verder, da.t wij van nature zelfs het pad naar het waaraclatige leven niet kennen.

Maar — en dit stemt to't dankbare aanbidding — God heeft dien weg ontsloten, dat pad bereïd, waarlangs we in Zijn gemeenschap kunnen komen. Dns tot het rijke, vreugdevolle, waarachtige, eeuwige leven kunnen geraken.

En niet alleen dat de Heere dien weg bereid heeft. Hij maakt hem ook aan Zijn kinderen bekend. Hij opent de poort. Hij geeft kracht om er door te heden.

Hij leidt op den weg. En tot het einddoel.

Gij zult mij het pad des levens bekend maken. Wat was het voot' David vertroostend door het vasthouden aan de belofte van zijn God naar d*eze niet onzekere toekomst uit-té zien, en er op te hopen. Het was hem. een uit de verte inblikken in de heerlijkheid, die God bereid ^heeft dien die Hem vreest. Al reikte natuurlijk zijii horizont nog niet ver, al was zijn blik nog beperkt, het goddelijk licht straalde hem toch uit de belofte tegen en hij strekte er zijn verlangende armen vol heimwee heen.

Gelukkig de mensch, die ' zegf eiv lan'--Gij-zult mij - leideit door Uw raad, en daarna zult Gij mij' in heerlijkheid opnemen.

Want op het pad des levens-^ll^^'verzadiging der vreugde gevonden door 't lichtdat van Gods aanlicht straat.

Daarom voegt de dichter er Ijij: vérzadigrhgï^f^; vreugde is bij IJw aangezicht.

Ih dezen leden Psalm blijkt onweersprekelijk, dat de verwachting van Isra, ëls vromen zich volstrekt maar niet tot dit aardsche leven beperkte, doch dat er in hun hart ook wel ^deigelljk, hoog. , o^jr, ., een zalig hiernamaals woonde.

Wel was die verwachting nóg' 'vè%lszihs vaak' en onbestemd, maar d i t was er toch de hoofdinhond van: het eeuwige leven zal bestaan in een rechtstreeksche gemeenschap met God als verzoend Vader.

Geen wonder dus, dat David zoo opgetogen jubelt' als zijn blik zich op dat. hemelsche vaderland richt: verzadiging .der vreugde is bij Uw aangezicht.

.Ia, d; a.t 'zal dë hêmël z'ijii: fet-, ', aangezicht Gods" te aanschouwen, verzadigd te worden met zijn goddelijk Beeld, het Lam te aanbidden, en in die zalige vreugde volle verzadiging te ontvangen. Welzalig de mensch, wiens oogen die heerlijkheid zullen zien en die, tot verzadiging toe, dat eeuwige deel zal genieten.

Want liefelijkheden zijn xÉi^^m rechterhand, God, eeuwiglijk.

Zoo kon dit lied van geloofsoverwinning eindigen.

Deze Psalm van David, in diepe benauwing op aarde begonnen, aangevangen met een schrille noodkreet uit de ellende, eindigt in den hemel, met een voorsmaak der eeuwige vreugde.

Niet alleen toch, zoo zingt de diohterkoning, dat de gezaligden Gods aangezicht zullen aanschouwen, maar ze zullen ook uit Zijne hand, uit die zegenbrengende ©n heilgevende, rech.terhancl Gods verkwikt worden.

Die rechterhand is vervuld met „liefelïjkhéÖen", met heilgenot en zalige vreugde. Die rijkdom is onuitputtelijk.

De Hoere blijft er tot in eeuwigheidf van uitdeelen en toch wordt die schat nooit minder.

Is het wonder, dat de geredde zoaidaar, bij het zien op die , _voorgestelde vreugde, zijn nieren zeer voelt verlangen in zijn schoot, en blijmoedig, ook in het dal der beproeving, het lied der hope aanstemf:

Gij zult mij leiden door o 'God, mijn heil, mijn toeverlaat; En mij, hiertoe dooi* ü bereid. Opnemen in, Uw heerlijkheid.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 juni 1926

De Reformatie | 8 Pagina's

Verzadiging der vreugde.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 juni 1926

De Reformatie | 8 Pagina's