GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Gereformeerde Studentenbeweging.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Gereformeerde Studentenbeweging.

14 minuten leestijd Arcering uitzetten

Namens de leiding der G. S. B., is de pers gevraagd, zich vooralsnog niet uit te spreken over de beslissing, die op het jongste congres te Lunteren gevallen is met betrekking tot de ook in ons blad gemelde en besproken Kamper motie. Aan dit verzoek , om te wachten tot in „Fraternitas" de motiveering zou gegeven zijn, heeft men zich tot nu toe gehouden.

Evenwel zijn er indrukken van congresgangers, die de kennisneming waard zijn. Dr C. N. Impeta heeft in twee bladen zich uitgesproken over het congres.

Allereerst in „De Bazuin". Dr Impeta deelt allereerst mee, dat hij het openingswoord van den voorzitter gelukkig, en de toespraak van ds Kuipers op allen terstond en geheel beslagleggend vond. Er waren 117 studenten, onder wie 17 meisjes. Over de sprekers, die er waren, en de anderen, die niet konden of wilden komen, zegt dr Impeta:

Het viel te betreuren, dat een geheele rij eerst-gevraagde sprekers, door de omstandigheden gedwongen, hadden moeten bedanken, of ook: niet hadden willen aannemen. Dit had tot gevolg dat n-iet van elk onderwerp, nu door den Spreker, die wèl op verzoek was gekomen, behandeld, kon gezegd worden, dat het in «ven sterke mate diende tot een ons verder brengen op den weg naar het gestelde doel. Ook was het aantal .gasten dit jaar buitengewoon klein; gasten die uiteraard ook niet op alle terrein deskundig konden heeten, - ZOodat slechts zelden hunne stemmen gehoord konden worden bij de gedachtenwisseling, als het soms noodig of gewenscht scheen het een en ander dat huns inziens eenigermate scheef liep weer te pogen recht te zetten naar de Gereformeerde lijn.

Oyer het referaat van mevrouw De Hartog, echtgenoote van Prof. dr A. H. de Hartog:

Vooral bij dit referaat echter, al was er zeer zeker verwijzing naar de noodzakelijkheid en de beteekenis der wedergeboorte, miste men, trouwens naar aller •eenparig oordeel, te noode den stevigen opbouw der gedachten in positief „gereformeerden" geest; het bleef , bij deze Spreekster alles te zeer in het maken van 'allerlei formeele onderscheidingen hangen.

Voorts meent dr Impeta, dat 2-erlei valt aan te wijzen: ' strooming

De ééne categorie (ik moet me terwille van de beschiklDaire plaatsruimte kort uitdrukken) wil in alles en vóór alle dingen „Gereformeerd" zijn in de oude gangbare beteekenis van het woord; de andere categorie wil ook „Gereformeerd" zijn, maar vat dat dan op, en beschouwt het als haar even goed recht om 't zoo op te vatten, in den zin van (kortheidshalve gezegd) de groep-Geelkerken; of dweept met Barth; of stelt het „op God gericht zijn" tenslotte feitelijk boven Schrift en Belijdenis, althans boven het zich ten nauwste houden aan beide, en dergelijke. Ook heeft deze categorie een „aanhang", die nog niet met zioh-zelf klaar is. De eene groep redeneert als volgt:

We zijn niet' een „kerk" die over haar belijdenis naar haar beste weten mag waken, we zijn een groep studenten; de afwijkingen zijn nog te - incidenteel, te weinig ingedacht, te weinig tof ontwikkeling gekomen, om ons tegenover elkander te doen staan; we divergeeren, maar we botsen nog niet; we hebben daarnevens nog o zooveel gemeen, ala gemeenschappelijk bezit en als gemeenscha~ppelijk streven; we zoeken samen; we worstelen; we mogen immers ook, juist als studeerenden, voor zoovele moeilijkhedeii (héél anders immers ook nog dan die door de „Geelkerken-kwestie" rechtstreeks aan de orde zijn gesteld of te „Assen" zijn behandeld) niet zoo maar uit den weg gaan of die wet een groot gebaar terzijde schuiven; we hebben, als studeerend in verschillende faculteiten, en als komend uit één milieu, en als in den wortel althans veelszins eens geestes, elkander noodig: Ook hebben we tegenover twijfelenden enz. een soort „zendingstaak"; zooals Dr Bavinck het op dit congres uitdrukte: „gij zoekt ze soms ver, uw zendingsobjecten, gij vindt ze op twee meter afstand". V\^aar nog bij komt, dat uiteenscheuring der G. S. B. tot practisch gevolg zou hebben, dat, reeds uit geldgebrek van e 1 k van beide , , groepjes" die dan zouden ontstaan, Fraternitas den dood zou sterven en van de Luntersche Congressen dit tiende het laatste zou zijn geweest (in verband met den lioogen liuurprijs der gebouwen en de verzorgingskosten); nog afgezien van de meer ideëele verliezen waarop een geslagen en dan bijna onlieelbare breuk ons zou komen te staan".

Terwijl de andere groep zich aldus uitspreekt:

Op den duur moeten we toch opbouwen en onze Gereformeerde levensbescïiouwing van de beginselen uit zoeken te verrijken en te verdiepen. En hoe zullen we dit nu met vrucht kunnen doen wanneer in de G. S. B. twee toch over het primaire verschillend denkende groepen, juridisch beschouwd met geheel dezelfde rechten naast elkander blijven staan? Als er twee stroomingen zijn, die wederkeerig elkanders Schriftbeschouwing niet zuiver achten en ook ten aanzien van liet kerkelijk leven het met elkaar oneens zijn, hoe zullen zij pricipiëel voortbouwen uit één beginsel, wanneer de éénheid van beginsel feitelijk onder hen wordt gemist? Zal niet telkens weer de één afbreken (ook dan . in 't zelfde Studentenblad) wat de ander; opbouwt? Eén zijn in' organisatie is iets' moois, maat moet niet geestes-ééulieid primair zijn en organisatie-éénjieid secundair? Is principiëele zuiverheid en vastheid den student niet evenzeer noodig als ieder ander die Gereformeerd wil zijn? Bovendien, is • het voor de jong-aankomenden niet een gevaar, om'geworpen te worden in wat spoedig zou kunnen blüken te zijn een maalstroom van meeningen, waarin zij ras de kluts kwijt raken? — Daarom houden wij 'het ervoor, hoezeer ons scheiding pijn zal doen, dat er moet komen een G. S. B., die Schrift en Belijdenis aanvaardt en beziet zooals De Gereformeerde Kerken in Nederland die aanvaarden en bezien, terwijl we de hoop uitspreken, dat wij zoowel als degenen die buiten déze „beweging" blijven en toch ook Gereformeerd willen heeten, in persoonlijke verhouding niet tegenover elkaar staand, elk uit eigen beginsel aan den arbeid kunnen tijgen, arbeid waarvan dan meer gezonde vrucht mag worden verwacht.

„Zendingsobjecten zijn er ook op 2 Meter afstand." Juist. Dit is nu precies waar het op aankomt. Wil ik aan dien allernaaste iets geven, dan moet ik om zijnentwille dat bezit zuiver houden. De zendingstaak wordt ingedacht en geregeld naar vast principe door wie ze ter hand neemt; subject en object kunnen niet samen de regeling ervoor treffen als gelijkgerechtigden. Men kan voorbeelden aanwijzen van andere organisaties (b.v. tweeërlei lidmaatschap, werkend en sympathiseerend), die de ongelijken niet als gelijken behandelt en toch de mogelijkheid van ; geestelijk verkeer veilig stelt.

Overigens deelt dr Impeta mee, dat de stemming op het Congres z. i. goed was:

Een spreker aan het kampvuur merkte op dat hij bevreesd was geweest dat de stemming in deze , .crisis"dagen (hij had „De Reformatie", dienzelfden avond verschijnende, nog niet kunnen lezen!) minder goed zou zijn gebleken; hij was dankbaar dat die stemming, integendeel, zoo perfect had mogen heeten. Inderdaad was die stemming een uitstekende; waarbij in aanmerking moet worden genomeii dat de genoemde „Kamper-motie" op 't Congres niet ter sprake kwam (het Algemeen Bestuur liad er de' dag tevoren langdurig over vergaderd) èn dat de „Kerkelijke kwestie", bij de gespreiken-in-wijden-kring, eerst nog al eens even opgerakeld, al spoedig nauwelijks m'eer werd aangeroerd.

Dit laatste citaat is genomen Jongelingsblad". uit het „Geref.

Later kom ik hopelijk nog wel op de zaak der G. S. B. terug.

„De Hervorming" over prof. de Zwaan.

In „De Hervorming" (vrijzinnig) zegt ds D. Drijver over prof. de Zwaan (ethisch):

Hij acht het een wetenschappeslijke fout het wezen eener geestelijke beweging als het Christendom, te zoeken in haar oorsprong. - Naar het voorbeeld van de werkmethode, gangbaar in de plant-en dierkunde, wil hij dat wezen veeleer aanwijzen in datgene, wat in den voortgang der geslachten als blijvende kern is te be-' schouwen. Dit bij alle wisseling van denkbeelden blijvende in het Christendom is dan volgens Prof. de Zwaan dat de Christenen van alle eeuwen hun geloofsgedachten belichamen (objectiveeren) in Christus.

Theologen proeven hier terstond iets van „het geloof der gemeente", van ouds het steunpunt der ethisclie orthodoxie. t

Hierover echter tlians niet.

Het merkwaardige, waarop ik in het orgaan van een oude vereeniging, die' het opneemt voor de vrije vroomheid, heb te wijzen, is dat de Groninger hoogleeraar, wiens oratie onze aandacht meer dan waard is, bij eene m. i. zeer verdiende kritiek op de gangbare vrijzinnige beschouwing, toch op en top als vrijzinnig man te werk gaat, doordat nl. zijn kritiek voortkomt uit eigen inzicht.

Met ons wil hü blijkbaar niet weten van een godsdienst, die eenmaal in de jaren zooveel en zooveel van Godswege geopenbaard is door Christus. Want in dat geval ware ook voor hem de eenige weg: teruggaan naar de bron, welke, zoo de evangeliën geen waardeloos getuigenis bevatten, nergens anders gelegen kan zijn dan in vier eerste boeken van het Nieuwe Testament.

Tegenover een Christendom, dat eenmaal uit de eeuwigheid ingedaald in den tijd, geopenbaard voor ons ligt in de geschiedenis, stelt hij een Christendom, dat, in de wereld gegroeid van de eerste eeuw af tot de twintigste toe, en nog immer bezig te groeien, in zijn voortgaande ontwikkeling moet worden bestudeerd, zal men zijn wezen leeren kennen.

Waar Profestantsche orthodoxie aldus den bijbel als kenbron van het eens door God als eenigen waren godsdienst geopenbaarde Christendom prijs geeft en bijgevolg ophoudt orthodoxie te wezen, daar heeft het onzerzijds geen zin meer te spreken van onze vrijzinnigheid.

„Ophouden orthodoxie te wezen." Het is kras gezegd, omdat het waar is.

Over een juridisch pleidooi.

In „Leeuwarder Kerkb." zegt dr W. A. v. Es, sprekende over het proces tegen ds Vermeer, die tot de groep-Geelkerken overging, doch de pastorie der door hem verlaten Geref. kerk blijft bewonen:

Het standpunt, dat Mr A. C. G. Proosdy, als advocaat van de Schismatieke groep, de vorige week innam bij het proces over de pastorie van de Gereformeerde kerk te Nijemirdum mag o. i. niet onopgemerkt aan de aandacht voorbij gaan.

Even later:

We kregen in kerkrechtelijk, maar ook' in allerlei ander opzicht wel eens vreemde dingen te hooren.

Zoo, dat een lid eener kerk, ook een predikant, zich wel aan een ., kerkverband" kan onttrekken, zonder daarmede ook tevens den band met zijn eigen kerk te verbreken, terwijl naar gereformeerd kerkrecht een „kerkverband" toch een verband van „kerken" is en dus de leden persoonlijk alleen in en met li u n kerken met dit kerkverband in gemeenschap staan. Of ook, dat Ds Vermeer zich wat vergist had, dat hij eigenlijk den brief waarmede hij zich aan het „kerkverband" onttrok, aan zichzelf had béhooren te adresseeren.

Nota bene: dat men aan zichzelf schrijft, dat men zich onttrekt aan een college waarvan men zelf voorzitter is. Had hij daartoe den brief ook bij zichzelf in de bus moeten doen?

Nog later:

Daartoe moest op de eene of andere wijze een recht van den tegenwoordigen kerkeraad van Ds Vermeer, op de door hem nog gebruikte pastorie worden duidelijk gemaakt.

Mr Proosdy beproefde dit door te betoogen dat er ten aanzien van de Gereformeerde kerk van Oude-en Nijemirdum een splitsing zou hebben plaats gehad, en men daarom van beide zijden aanspraak bijv. op een deel der goederen, kon maken.

Nu weten we niet dat in onze kerkenordening ergens van kerk-„splitsing" sprake is. .

De voorbeelden door Mr Proosdy bijgebracht waren al weinig overtuigend.

In het bijzonder dan van de onderscheiding van een Gereformeerde kerk op de eene of andere plaats in A en B, waarover ook de president van de rechtbank eenige opheldering vroeg.

Ieder weet dat de onderscheiding in Gereformeerde kerk A en B een maatregel was, niet om een kerk te ., splitsen", maar juist om twee te voren opzichzelf bestaande kerken tot één te brengen. Van een „splitsing" bijv. van de Gereformeerde kerk van Deventer is nooit sprake geweest. Op zijn hoogst zou er uit zijn af te leiden, dat het dus wel mogelijk is, dat er in een zelfde plaats twee Gereformeerde kerken bestaan. Wat daaruit echter voor een eventueele „splitsings"-theorie zou af te leiden zijn, is ons niet duidelijk. ïen slotte:

Tot hiertoe heeft da.n ook de kerkelijke beweging, welke zich om deri naam van' Dr Geelkerken groe.peert zeJf ©en geheel ander' standpunt ingeno-memi. Ook Mr Proosdy zelf. Vreemd dat de^e diesnietteimin' zich voor zijn splitsings-theorie bij de procedure juist beriep op de overwegingen van de overeenkomst welke de Gereïormeerde kerk van Am'sterdam-Zuid met de Gerefonn'eerde kerk buiten het verband had aangegaan. Daar 'lezen we — en dit stuk is toch, mede onder de auspiciën vati Mr Proosdy opgesteld" — „In aanmerking nemende, djt*de beide Ge'ref. kerken voornoemd, zijn voortge'komen. uit de eene onverdeelde Gereformeerde kerk" enz., ^ , , dat zij elke aanspraak ex op maken kerkeilijk de ©enige, zuivere, r e c h t z i n n i ig e © n rechtmatige voortzetting dier kerk te z'ijn" (o.v.o.).

„De eenige zuivere, rechtzinnige en rechtmatiga" voortzetting dier kerk." Dit is dus wel beiël 'wat •an'ders dan nu twee gesplitst-e kerken.-/'-.

Orpheus en Odysseus en de Sirenenzang.

Dr. A. Kuyper Jr zegt in „Geref. Kb. v. Rotterdam" :

Er is in het midden der wereld veel kwaad en verleiding. De kracht der aantrekking is er groot, maar het einde is bitter. En nu zagen wo dat Orpheus-zich en de zijnen redde van het verderf door tegenover het schoon der Sironenzangen een edeler schoon te istellen, zoodat nu do zang der Sirenen niiet meer geluisterd word, en daardoor de kracht der verlei'-'ding gebroken was.

En hierin zagen we een gedachte uitgesproken die met name de Gereformeerden van de Dooperschen onderscheidt. De Gereformeerde doet niet mee aian ide Doopersche wereldmijdingi om zoodoende het kwaad te ontvluchten, maar gaat het volle leven in, doch vraagt daarbij naar edeler schoon en zoekt Gods eere.

De vergiftigde cultuur der wereld eischt niet dat ge van de cultuur als zoodanig u zult onthoiudem; , maar wel dat ge in het midden der wereld tegenover de wereldsohe met ©en C h r i s t e 1 ij k e cultuur zult optreden. En deze moet het dan van de eerste winnen. In zoo verre kan de gedachte van wat Orpheus deed ons tot leering strekken. Maar aan wat Odysseus deed, die de ooren met was dicht stopte opdat de verleidelijke Sirenenzangen niet gehoord konden wor. den, om zoodoende het dreigend gevaar te ontloopen, is ook een gedachte te ontleenen, waarmee winste •gedaan kan worden.

De vraa, g toch of alles wat de wereld doet door den Christen gedaan kan worden, maar dan natuurlijk niet op wereldsche maar op Christelijke wijze, moet ontkennend beantwoord worden.

Even later zegt dr Kuyper, „vasten", dat daarin spiTekende over het

ligt de gedachte van onthouding, zich er aan spenen, er verre van blijven. En hier hebben we de methode/ van Odysseus, cue op bepaalde punten door de Gereformeerde gevolgd wordt.

Wij willen, zonder deze gedachte nu in den breede te ontwikkelen, op iets wijzen, opdat duidelijk worde dat wat tegen het kwaad der Sirenen gedaan werd, dioor Orpheus en Odysseus ieder op zijn eigen wijza ajzoo ook door den Gereformeerde wordt gedaan.

In de Christelijke Ethiek hebben onze zedeleeraars altoos gewaarschuwd tegen drieërlei, namelijk tegen den schouwburg, het dansen en het kaartspelen. Het is van ouds Gereformeerde zede geweest zich hiervan vrijwillig te onthouden, en daarin het vasten te beoefenen. Hier werd niet de methode van Orpheus maar die van Odysseus gevolgd.

Een mooie gedachte, gegeven in den vorm een'er pakkende illustratie.

Prof. Kuyper over de Kamper motie bij de G. S. B. ingediend.

„Do Heraut" schrijft:

Opmerkelijk is ook, dat een voorstel van het Kamper Studentencorps om de drie Formulieren van Eenigheid ten grondslag te leggen, niet is aanvaard. Ook bij dit besluit willen we in ons oordeel voorzichtig zijn. Er kunnen formeele redenen geweest zijn, waarom men tegen het aanvaarden van dien grondslag bezwaar had, omdat niet alle aangesloten vereenigingen de aanvaarding van dien grondslag voor hare leden eischten. Toch betreuren we, dat dit besluit gevallen is.

Onze Gereformeerde Jongelingsbond en onze Gereformeerde meisjesbond hebben dien grondslag van onze drie Forulieren van Eenigheid wèl aanvaard en dien grondslag op hun laatste Bondsvergaderingen zelfs nog nader toegespitst door eiken twijfel weg te nemen, alsof met deze drie Formulieren iets anders bedoeld ware dan de Belijdenisschriften onzer Gereformeerde Kerken. Niet als een petrefact uit het verleden, een historisch monument, waarvoor men eerbied had, maar dat ieder mocht opvatten naar zijn eigen ervaring. Maar als de levende Belijdenis onzer Kerken, over welker zin en meening deze Kerken dan ook te beslissen hadden.

Het ware ons lief geweest, wanneer ook onze Gereformeerde Studentenbond zich daarbij had aangesloten. Vooral voor onze studenten, die de toekomstige leidslieden van ons volk zijn en die den eerenaam van Gereformeerd willen dragen, is beslistheid in hun keuze eisch. Indien het zout smakeloos wordt, waarmede zal het worden gezouten?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 oktober 1927

De Reformatie | 8 Pagina's

De Gereformeerde Studentenbeweging.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 oktober 1927

De Reformatie | 8 Pagina's