GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Iets over het beeld van Jezus in de moderne litteratuur.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Iets over het beeld van Jezus in de moderne litteratuur.

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

door W. M. LE COINTRE.

IV.

Wenden wij ons thans tot een geheel andere litteratuursfeer, waaruit ons ook een geheel ander Jezusbeeld tegentreedt, een beeld, waartegen wij ons, reeds intuïtief, zonder méér, krachtig verzetten en ook zullen moeten blijven verzetten. Speciaal bij wat wij nu te behandelen krijgen, dringt zich aan ons op de gedachte: wat is de verantwoordelijkheid der theologen toch groot, bij de wijze, waarop zij het beeld van Jezus teekenen! Ik vestig daartoe uw aandacht op de vertegenwoordigers van de eenzijdig-eschatologische opvatting van Jezus, zooals Joh. Wei s z en B ous set b.v., die er aan herinnerd hebben, dat er in Jezus' persoonlijkheid zeker ook een extatisch moment schuilt 1).

Welnu, het heeft niet ontbroken aan de consequentie's uit deze opvattingen, die, om maar bij ons onderwerp te blijven, geleid hebben tot, we aarzelen niet te zeggen, ons Godslasterlijk-voorkomende beelden van Jezus. We kunnen immers in onze dagen ook spreken van wat we dati maar kortheidshalve willen noemen, een psychiatrisch Jezusbeeld. Trouwens, reeds D. Fr. Strausz heeft het (hij ook, bij mijn weten, voor het eerst) uitgesproken, dat Jezus psychopaath was. Dus, de treurige eer van de gedachte, dat Jezus" ziel kranke trekken hebben zou, komt tenslotte niet de psychiatrie, maar 'de geschiedwetenschap toe.. Het is wel voornamelijk op grond van het feit, dat men Christus' wederkomst in het centrum van Diens gedachtenwereld zag staan, dat men oordeelde, in ongeloovig onverstand, dat Hij aan een waan leed.

Dr de Loosten schreef in 1905 zijn: „Jesus Christus vom Standpunkte des Psychiaters" ^). Hij houdt onzen Heiland voor een erfelijk-belaste, iemand met een bovenmat'g-ontwikkeld z? lfbewustzijn, die hallucinatie's had, ook aan , , stemmen" lijdende, hoogstwaarschijnlijk. „Ein Daimonion bestimmte sein Tün und Lassen, und er gehorchte".

William Hirsch schreef over Jezus in zijn , .Religion und Zivilisation vom Standpunkte des Psychiaters" en komt daarin tot de, voor zijn besef eenvoudig-onaanvechtbare, diagnose: „paranoia". Ook Johannes de Dooper krijgt van hem zijn bepaalde plaats in dit proces. Jezus zou geleden hebben aan grootheidswaan. Ook de z.g. „Beziehungswahn" vindt Hirsch bij Jezus, „insofern als dieser alle Weissagungen der Propheten auf sich bezog und glaubte, er sei mit dem Könige gemeint , der über die Welt herrschen wurde"").

Bine t-S angle in zijn „La Folie de Jésus" ^), komt eveneens tot de conclusie „paranoia", maar dan in het bijzonder rehgieuse paranoia: „En résumé, la nature des hallucinations de Jésus, telles qu'elles nous sont décrites dans les Evangiles orthodoxes, nous permet de conclure, que Ie fondateur de la religion chrètienne ètait atteint de paranoia religieuse".

Emil Rasmussen schreef zijn: „Jesus", Eine vergleichende psychopathologische Studie, ''), waarin hij Jezus onderbrengt bij de categorie , , profeten". Volgens hem leed Jezus aan , , epileptische Geisteskrankheit". Zijn eindoordeel is: , , Jesus war ein tieler Trauer würdiger Mensch gewesen, der in seinem tragisch-groszartigen Schicksal unser inniges Mitleid verdient i^).

Aan een grondige kritiek zijn al deze beschouwingen onderworpen door den bekenden Dr .41b. Schweitzer in zijn werkje: , , Die psychiatrische Beurteilung Jesu"'').

Zoo iemand, dan was hij, theoloog-philosoophmedicus van professie, daartoe wel gerechtigd. Hij komt, uitteraard, tot een volstrekte afwijzing hunner pp vattin gen, maar, dat lukt hem mede, omdat hij (om maar iets te noemen), heel het Johannes-Evangelie (aan hetwelk juist m.n. heel belangrijke argumenten door de bovengenoemde heeren worden ontleend) op kritische gronden buiten beschouwing laat, waarin wij hem natuurlijk niet kunnen volgen. Schweitzer is in zijn conclusie's overigens zoo sterk, .dat hij b.v. ten opzichte van het werk van Rasmussen durft zeggen: , , Der medizinische Wert e'ner vergleichcnden Untersuchung, wie er sie anstellt, ist gleich null zu bemessen"»).

In ditzelfde verband kunnen we misschien nog het beste herinneren , zonder er verder op in te gaan, aan het in spiritistische kringen van Jezus gegeven beeld, als van een medium, waarbij het dan in 't geheel geen verwondering zou behoeven te wekken, dat Jezus op de zee wandelde, door gesloten deuren binnenkomen kon, terwijl ook de verschijningen van Jezus, na Zijn opstanding, aan Zijn discipelen op dit standpunt heel gemakkelijk te verklaren zouden zijn 5).

Tenslotte heeft zelfs de richting - Fr eu.d de handen uitgestrekt naar de gezegende gestalte van den Zaligmaker der wereld. Het zou waarlijk tot, m.u. in dit verband , al te weerzinwekkende détails voeren, als wij op deze materie nader ingingen. Wij meenen, om méér dan één reden, , goed te doen dat na te laten. Waarschuwenderwijze mag ik er dan toch misschien met dit enkele woord wel heen wijzen. Wat we van een man als Prof. Dr S i g m. F r e u d zelf te wachten hebben, moge o.a. blijken uit een woord als 't volgende: „Man konnte sich getrauen, die Mythen vom Paradies und Siindenfall, von Gott, vom Guten und Bösen, von der Unsterblichkeit u.dgl. in solcher Weise aufzulösen, die Metaphysik in Metapsychologie umzusetzen" "). Wij behoeven, er ons geen illusie's over te maken wat, bij consequente doorvoering, daarvan terecht komen zou. Welk een wereld hier voor een mensch opengaat, moge U blijken uit een uiterst merkwaardig werk van Dr Theodor Reik, getiteld; „Der eigene und der f remde Gott", Zur Psychoanalyse der religiösen Entwicklung"). Dé voor ons besef vreeselijkste dingen worden daar b.v. in verband met Jezus' afkomst gezegd, m.n. in het hoofdstuk „Jesus und Maria im Talmud". Als ik U voorts dan nog zeg, dat dezelfde schrijver, in zijn hoofdstuk over , , Die psychoanalytische Deutung des Judusproblems", de verradersgestalte duidt: „als eines spateren Gegenstückes des Heilands" en besluit met te zeggen: „das Evangehum des Judas ist das Evangelium Jesu Christi" ^^), dan zal het meer dan duidelijk zijn, dat we alleen maar hopen mogen voor meerdere, dergelijke resultaten van de psychoanalitische bestudeering der religieuse ontwikkeling bewaard te blijven. Gelukkig blijft men in onze ter zake kundige kringen op een behoorlijke distantie van al deze dingen. Uit den kring onzer medici werd geen onzeker geluid gehoord.

o.m. in het referaat, gehouden 18 Mei 1926 voor de Geref. Psychol. Studievereeniging, door J. H. Ha ver ka te (Geneesheer van „Veld wijk" te Ermelo) over „De Psychologie van Freud" i^'; . Scherpe kritiek gaf ook Dr Joh. van der Spek in een artikel „Psychoanalyse", waarin het o.m., sprekend van Freud's stelsel, heet: Bruter, afstootender poging tot geestelijke vermoording van ieder trachten naar hooger, zedelijk leven is niet denkbaar"!*). Als ge nu weet, dat, naar M. Kiih-1 e r ergens opmerkt i^): man sich nicht gescheut bat, der Bibel das Patronat für die Homosexualitilt aufzudeuten", dan begrijpt ge, dat ons een onuitsprekelijke huivering bevangt voor het psychoanalytisch Jezusbeeld. Het is waarlijk niet teveel gezegd, als men beweert, dat, bij de teekening daarvan, een satanische stift is ter hand genomen. Hier wordt op de gestalte van onzen Zaligmaker vivisectie gepleegd, door, in hun hooggeroemde vakwetenschap, totaal-verblinde menschen, die zelfs de schennende haixden uitstrekken naar het verborgen leven van God's eeniggeboren Zoon. Voor menschen als de reedsgenoemde de Loosten staat het, naar Schweitzer's woord, in dit opzicht zóó: Der Mangel an geschlechtlichem Sinn, der sich in dem "Wort über die Eunuchen (MattH. (19:12) dokumentieren soil, wird mit dem bereits erwahnten Fehlen des Familiensinns als ein psychisches Degenerationszeichen par excellence angeführt, welches sich zwanglos dem bisher gewonnenen Bilde seiner Persönlichkeit eintüge" '•''). hl Jezus' waarachtig en volkomen levensbeeld, dat de Schrift ons teekent, waarbij de Hemelstift gebruikt is, past geen vraag naar die zijde van Jezus' bestaan, waarbij de eerbied voor Zijn geheel-eenige persoonlijkheid ten eenenmale verloren zou gaan. Wij hebben, uit den aard der zaak, uit onze beschouwingen over den persoon van Jezus Christus, zonder meer, te bannen al, wat ook maar zweemt naar de veronderstelling van het abnormale, psychisch-defecte of hoe men het ook benoemen vvil. Het is wel zeer in overeenstemming met den geest van onzen tijd, dat de moderne mensch, door niets tenslotte gebonden, vooral die mensch in zijn wetenschappelijke waan bevangen, speciaal en bij voorkeur, naar die nachtzijde des levens en ook naar den degeneratieven kant des bestaans, 'zich uitstrekt. Formeele heiligschennis wordt dat ons, waar zich dat richten gaat op den persoon van onzen Heiland. Is het niet ontzettend, dat dit nu het einde is, waartoe de verste uitbloei van allermodernste wetenschap geraakt is, het neerdrukken tot in het slijk van het beeld van Jezus? Inderdaad, hier is het te verstaan, dat men zegt; hierop past geen antwoorden meer, 'hieraan ga men als met pestschuwheid voorbij.

Wat, meer in 't algemeen de Jezusbeelden van een de Loosten, Hirsch, Binet-Sanglè, 'Rasmussen e.a. aangaat, hopen wij, dat onzerzijds van medische zijde een antwoord gegeven worden zal. Het lijkt mij, afgedacht van al, wat dat in die betrokken kringen-zelf eventueel uitwerken zou (waarover men zich heusch geen illusie's hoeft te maJïen), een prachtige „Aufgabe", in die door hen .o, pgebouwde waanwereld door te dringen en op grond van immanente kritiek aan te toonen (zooals Schweitzer voor zijn deel deed): „gij vergist U ten eenenmale, wat ge daar doet, kunt ge, als psychiater, ook nooit verantwoorden, gelijk ik .U met de stukken aantoonen zal. Schend toch, U zelf ook ten schade, het heerlijk beeld van den Zoon Gods en der menschen niet".

Eindelijk: als vanzelf dringt zich, in dezen voortgang van ons betoog, aan ons op de gedachte aan dat beeld, 't welk psychopathen zich van Jezus vormen, waarbij we dan reëel in de sfeer van het abnorme en kranke zijn aangeland. Wat dit aangaat, vindt ge veel belangwekkends in kort bestek in het werkje van Dr Kurt Schneider: „Zur Einführung in die Religionspsychopathologie", waarin ook diverse zelfuitspraken van dergelijke patiënten zijn opgenomen"). Vooral voor theologen valt er hier, waar de praktijk voor allermerkwaardigste gevallen stellen kan, ter zuivere onderscheiding, leering op te doen. Alleen, als men deze uitingen van „gestoorden" leest, wordt men met des te meer deernis bevangen ten opzichte van de „ongestoorden", die zichzelf een Jezusbeeld ontwerpen, dat van een niet minder ernstige stoornis gewaagt, die alleen maar door God's genade kan worden opgeheven. Maar in dat proces der opheffing van die zielsstoomissen wil God toch ook menschen gebruiken, als instrumenten in 'Zijn hand. Wie hier het ongeschonden heeld van Jezus teekent. en verdedigt, doet naar ons voorkomt, een alleszins toonend werk.


!) Vergelijk „War Jesus Ekstatiker" v. Oskar Holtzmann; 19(fê.

^) Zie daarover: „Die psychiatrische Beurteilung Jesu", Darstellung und Kritik, von Albert Schweitzer (Tubingen, Verlag von Mohr, 1913) pg. 5—9. Vergelijk ook: H. Schater: Jesus in Psychiatrisohen Beleuchtung, Eine Kontroverse.

^) Zie Schweitzer, a.w. pg. 10. Het werk van Hirsch is uit het Engelsch vertaald. Over Jezus m.n. pg. 87—164.

*) Band I, 1911 (3 Aufl.) 372 S.: „Son hérédité; sa constitution; sa physiologie". Bd. II, 1910 (3 Aufl.) 516 S.: „Ses connaissances; ses idees; son délire; ses hallucinations". — Bd. Ill, 1912 (1 Aufl.) 587 S.: „Ses facultès intellectuelles; ses sentiments; son proces". — Bd. IV Belooft: „La morale et les actes: groupement et comparaison des symptomes". Ter karakteriseering haal ik deze inhoudsopgave aan, zie Schweitzer a.w. pg. 5 en 11—14.

^) Deutsch von Arthur Rothenburg. Leipzig 1905, 166 S. Zie Schweitzer a.w. pg. 44—46.

^) Zie PfannmüUer, a.w. pg. 408/9. Die profeten kenschetst Rasmussen dan als: „Abirrungen vom normalen Typus der Rasse". Vergel. ook: „De profeten des ouden Verbonds" door Dr G. Ch. Aalders (J. H. Kok, 1918, Kampen), m.n. voor wat aangaat het z.g. pathologische verschijnsel bij Ezechiel, pg. 103—107.

') Reeds geciteerd, zie noot 2. In ziJn „Vor'rede" zegt hji het voornaamste met deze woorden: „lm Verlaufe der Untersuchung ist es mir aber klar geworden, dasz die Forscher, die Psychopathisches bei dem apokalyptisch denkenden Jesus statuiert haben, das für uns Einzigartige und Fremdartige in seiner Gedankenwelt mit dem Krankhaften indentifiziert haben". (pg. VI).

*) A.w. pg. 46.

5) Vergelijk hiervoor de reeds-geciteerde brochure van Dr H. Kaajan, pg, 17—19: „Is Jezus een levend medium geweest? ".

1°) Zie zijn: „Zur Psychopathologie des AUtagslebens (Uber Vergessen, Versprechen, Vergreifen, Aberglaube und Irrtum), Vierte, vermehrte Antlage, Berlin 1912, Verlag von S. Karger, pg. 181. I

11) Imago-Bücher III, Internationaler Psychoanalytischer Verlag, Leipzig/Wien/Zürich, 1923.

12) A.w. pg. 132.

13) Dit referaat is helaas niet in den handel. Secr. dezer vereeniging is Dr H. Sap te „Bloemendaal", Loosduinen.

1*) Zie: „Eltheto", Maandschrift der N. C. S. V., Mei 1919, pg. 251—267, m.n. 262/3.

") In zijne „Dogmatische Zeittragen", Alte und neue Ausführungen zur Wissenschaft der Christlicheu Lehre (Zweite sehr vermehrte Auflage).Erster Band, Zur Bibelfrage, (Leipzig, 1907) pg. 257, noot 6. ^ ' ^ .

i«) A.w. pg. 8/9,

1') Verlag von J. C. B. Mohr (Paul Siebeck) Tubingen,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 november 1928

De Reformatie | 8 Pagina's

Iets over het beeld van Jezus in de moderne litteratuur.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 november 1928

De Reformatie | 8 Pagina's