GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De naam zijner moeder.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De naam zijner moeder.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

In het achttiende jaar nu des 'konings Jero-Ijsams, des zoons Nebats, werd Abiam koning over Juda. Hü regeerde drie jaren' te Jeruzalem ; QH de naam zijner " moeder was - Maiicha, eene dochter Ablsaloms. En hij wandelde in alle de zouden zijns Vaders. 1 Kon. 15 : 1, 2.

Het Woord des Heeren wil niet vluchtig en oppervlakkig gelezen zijn. Wie het doorbladert en haastig leesl, ziel de schoonheid niet van dat Woord. Men kan. een Rernbrandt in een Museum niet even in het voorbijgaan bezien.

Vandaar mee, dat voor zoovele menschen heden dat Woord niets of niet veel zegt. Omdat ze ook geen tijd hebben, , naar dat Woord te luisteren. Onze tijd kan alleen lezen wat in een kort oogenbhk zonder al te veel inspanning haastig kan vrorden doorgejaagd. Zooals men een krant leest. Haastend er uit nemend, wat interesseert.

Maar hel Woord des Heeren wil doorzocht zijn en doordacht zooals men een kostbaar stu.k bedachtzaam doorleest, met den vinger er liij. Dan gaan de schoonheden, als de Geest des Heeren er het oog der ziel voor ontsluit, open in lichtende en stralende heerlijkheid.

Bij de vermelding van Abiams regeering staat een eigenaardige notitie: de naam zijner moeder.

Opvallend. En des te meer, als men bij de mededeclingen van de volgende koningen van Juda steeds vermeld vindt den naam hunner moeder. I^lechts twee maken een uitzondering. Van .Toram en Achaz wordt de naam der moeder niet vermeld. Over de oorzaak van dit niet-vermelden zullen we samen niet gissen; want verder dan tot gissen zouden we het niet brengen. Laat ons maar eenvoudig en kort zeggen: we weten het niet.

Overigens is die uitlating • weer de uitzondering, die den regel bevestigt. De regel; wel, we kimnen dien zóó zeggen: dat bij de vermelding van de regeering van een koning van Juda ook genoemd wordt de naam. zijner moeder.

Bij de koningen van Israël leest men liet nergens en nooit. Is het, omdat de heilige schrijver sterk onder het besef leefde, dat dat koningschap van de tien stammen feitelijk was tegen Gods bedoeling en in zijn zondigen geheel afweek, zoodat de Heere in toorn op die koningen en dat koningschap neerzag? Mogelijk. Maar weer, we weten het niet.

De naam zijner moeder — denk daarover nu even na, lezer, want daarin leest ge een gedachte Gods. Laat ik nu niet wijzen op de groote waardeering, die men^ in die oude dagen onder Israël had voor de vrouw, zoodat haar naam stond te lezen in het geslachtsregister. In tegenoverstelling met de latere geringachting, ook in Israël, zoodat nooit meer een vrouwennaam in een geslachtsregister werd opgenomen. Mattheus was de eerste, die weer vrouwennamen in een geslachtsregister heeft opgenomen; dat kon, omdat het was het geslachtsregister van Jezus Christus, die de vrouw heeft vrijgemaakt.

Maar wat ik nu alleen in het licht wilde stellen, is de rechtstreeksche gedachte, die aan de vermelding van die moedernamen ten grondslag ligt: De invloed van de moeder op de opvoeding en het latere leven van haar kinderen.

Als we in de boeken der Koningen 'lezen van het optreden van een nieuwen koning over Juda, zien we steeds daarin hetzelfde schema gevolgd. Eerst, in welk jaar de jonge koning optrad. Dan den duur van zijn regeering. Vervolgens den naam zijner moeder. En dan steeds in een paar woorden, of hij deed, wat goed of wat kwaad was in de oogen des Heeren.

Zoo leest ge het in den boven a'fgeschreven tekst van Abiam. En zoo staat het te lezen in al de plaatsen, waar vermeld wordt het optreden van een nieuwen koning over Juda. Na de vermelding van den naam zijner moeder leest ge altijd, zonder één uitzondering, hoe die koning stond tegenover den dienst des Heeren.

Ik zal niet overschrijven die lange rij van voorbeelden. Men kan ze zelf zonder moeite vinden. En licht, dat er nu eens de aandacht op valt bij uw latere Schriftlectuur. Altijd weer hetzelfde. Vreeselijk eentonig. Monotoon. Dor.

Maar in die eenvoudige telkens weer terugkeerende notitie is een machtige gedachte, die tot ons spreekt. Ge hoort haar immers wel?

Het is de gedachte van den invloed der moeder voor het latere godsdienstige leven van haar kinderen. Voor wat het kind later zal zijn als man en vi'ouw tegenover den dienst des Heeren is do moeder van groote beteekenis. De moeders van de koningen van Juda hebben haar zonen opgevoed voor den dienst des Heeren of voor dien van de afgoden.

De naam van de moeder van Abiam was Mailcha — en hij wandelde in alle de zonden zijns vaders.

Ahazia wandelde in den weg van het huis Achabs — en de naam zijner moeder was Athalia. Amon deed wat kwaad was in de oogen des Heeren — en de naam zijner moeder was Mesullémeth.

Josafath deed wat recht was in de oogen des Heeren; en de naam zijner moeder was Azuba de dochter van Silhi.

Deze moeders hebben haar koninklijke kinderen groot gebracht voor den Heere of voor de afgode-n; voor den hemel of voor het verderf.

En zoo doen moeders het heden nog. Niet alsof een moeder haar kind zou kunnen brengen naar de heerlijkheid. Dat kan alleen maar die Eéne doen, Jezus zelf. Maar moeders hebben op haar kinderen zoo grooten invloed ten goede of ten kwade, boms meer nog dan de vaiders.

Elken dag is moeder thuis. Het kind groeit tegen haar op. Naar moeder gaat het met zijn vragen. Moeders voorbeeld lokt het. Godvreezende moeders nemen vaak haar kinderen naar den hemel mee.

En als dan later dat kind man is geworden of vrouw, gedenkt het met dankbaarheid zijn moeder nog. En misschien zullen de menschen in de buurt, die dat kind zien opgroeien en zich keeren naar den Heere en Zijn dienst, als het ware ter verklaring zeggen den naam zijner moeder. De namen van vele moeders worden met dankbaarheid herdacht jaren lang door kinderen, die den Heere vreezen.

De namen der móéste Godvreezende moeders staan niet in regeeringsannalen vermeld ; .ils van deze vorstelijke vrouwen en moeders in het Koningenboek. Ze zijn over een paar tientallen van jaren vergeten. Misschien staan ze nog eenige jaren lang op een verweerden grafsteen, waar peinzend en dankbaar weemoedig een man staat of een vrouw, die daar dien naam zijner moeder leest.

Maar in de heerlijkheid' worden die vrouwennamen niet vergeten. En dankend worden ze vermeld, als de wegen des Heeren worden bezongen in do heerlijkheid.

Deze simpele notitie van den naam zijner moeder scheen zoo weinig te zeggen. Ik hoop, dat ze na dit woord wat meer zegt. Dat ze moeders roept, toch te waken in de opvoeding der kinderen. Dat ze kinderen leert, met dankbaarheid te denken aan vrome moeders-.

Dat ze dringt tot aanbidden van Gods wegen, die ook onder ons volk vrome moeders geeft.

C. B.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 juni 1929

De Reformatie | 8 Pagina's

De naam zijner moeder.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 juni 1929

De Reformatie | 8 Pagina's