GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Nog Iets over ons Psalmgezang

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Nog Iets over ons Psalmgezang

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Naar aanleiding vaii mijn vorig artikel orer „Hot zingen iu onze kerken" wei'd door Ds .1. L. .v. d. Wolf iu het „Kerkblad voor Bussum" de vraag gesteld, of het niet gewenscht was om de psalmen rythmisch te zingen, immers bij het streng handhaven van de ouds kerktoenladder behoort ook het handhaven van de rythmiek. Gaarne wil ik even mijn meening over deze kwestie; uiteenzetten; opzettelijk heb ik in mijn vorig artikel er niet over geschreven, omdat ik meende niet te veel tegelijk te mogen vergen bij de hervorming van het kerkgezang en alleen het naar mijn meoning bereikbare op den voorgrond wilde schuiven.

Ontegenzeggelijk hebben vele koraalmelodioën verloren door ze op • te vatten als geschreven in onze tegenwoordige groote en kleine tertstoonladder, maar evenmin valt te ontkennen, dat vele melodieën door al de melodienolen een gelijken tijdduur te geven veel aan schoonheid verloren hebben. Neem bijvoorbeeld de melodie van psalm 138. rythmisch en het is of ge een heel andere, veel rijkere wijs voor dezen psalm hebt gevonden. Lang niet altijd is echter het resultaat, dat verkregen wordt door de psalmen rythmisch Ie zingen, zoo bevredigend. Ik denk bijvoorbeeld aan psalm 79. Men kan toch moeilijlc het bekende vierde vors van dezen psalm („Gedenk niet meer aan 't kwaad, dat wij bedreven") of het zevende vers („Zoo zullen wij, do schapen uwer weiden") met dezelfde rythmiek zingen als het eveneens welbekende geuzenlied: „Do geuzen zijn in de Bommelerweerd gevallen". Hier komt natuurlijk de kwestie van den oorsprong van vele psalmmelodieën aan de orde. In den vervolgingstijd zong men de psalmen, die men zoo lief gekregen had, maar op bekende wijzen, dat leverde liet minste gevaar op. Do wijs was dus niet speciaal voor een psalm gedacht, maar er uil bekende wijzen bij gezocht. Uit muzikaal oogpunt is dit zeker wel de minst aan te bevelen manier.

Evenmin is liet juist, dat voor verzen met zeer verschillenden inhoud éénzelfde melodie gebruikt moet worden. De inhoud van het Ie vere van psalm 10.3 („Loof. loof den Heer, mijn ziel, met alle krachten") kan toch moeilijk door dezelfde wijze worden vertolkt als den inhoud van het 8e vers van dien psalm („Gelijk het gras is ons kortstondig leven"). Ook zijn wol melodieën aan te wijzen, die zoo weinig melodisch zijn, dat ze moeilijk kunnen worden gezongen. Een poging om voor eenige psalmen betere melodieën te krijgen wordt op het oogenblik gewaagd door onze Zuid-Atrikaansche gelootsgenooten, die een prijsvraag hebben uitgeschreven, om nieuwe wijzen voor een aantal psalmen te componeeren.

Welk resultaat zal nu voor onze kerken praktisch beieikbaar zijn?

Gesteld men wilde ook in ons land besluiten om ènkeiè 'moeilijk zingbare wijzen, tè vervangen.door meer melodische, dan zal dit aUeeii mogelijk zijn voor de meest onbekende wijzen, de meer bekende wijzen zal men slechts uiterst moeilijk kunnen verdringen, bovendien is de waardeering nogal verschillend ten opzichte van do bruikbaarheid.

Is het praktisch uitvoerbaar om de psalmen rythmisch to laten zingen in de kerk? Het lijkt me in de meeste gevallen zeer slecht mogelijk. In verschillende kerken, waar zeer weinig monschen komen, is het meestal een mislukking als men rythmisch de liederen zingen gaat. Ik denk aan een aantal Engelsche kerken in ons land en sommige Luthersche en Doopsgezinde keiken. Wanneer ge de organisten dezer kerken vraagt hoe het rythmisch zingen gaat, is het antwoord meestal, dat men het. met de maat niet al te nauw moet nemen, zal het niet misloopen. Nn is rythmisch zingen mooi, mits liot werkelijk correct gaat. Moet men hier wat geven en daar wat nemen, dan maar liever niet rythmisch gezongen. In onze kerken, waar gelukkig het aantal kerkgangers heel wat grooter is, vrees ik dan • ook, dat rythmiscli zingen op een mislukking zal uitloopen. Laat men in de eerste plaats streven naar het veibeteren van het kerkgezang in zijn tegenwoordigen vorm en pas wanneer daarin zeer merkbaar verbetering gekomen is, trachten naar het moeilijker bereikbare rvthmisch koraalgezang.

D. STROO.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 juni 1929

De Reformatie | 8 Pagina's

Nog Iets over ons Psalmgezang

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 juni 1929

De Reformatie | 8 Pagina's