GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Langs den Weg.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Langs den Weg.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Toen ik Along the Way, een bundel Engelsche gedichten van Lura May Love Postma, uitgegeven door Pdoegsma te Zeist, in handen kreeg, ging bet mij, zooals het U waarschijnlijk zal gaan, wanneer ge zoo'n echt-HoUandsohe naam als Postma ziet verbonden aan een boek met Engelsche gedichten, versohenen bij een HoUandschen uitgever: mijn interesse was omniddellijk gewekt; en ik sloeg dientengevolge het keurige, zeer smaakvolle, met gouden letters gesierde bandje gretiger open, dan de meeste van de vele Engelsche boeken, die mij wekelijks worden toegezonden.

Voorin het zeer sympathieke portret van de schrijfster. Maar geen „woord vooraf", of iets van dien aard, dat mij nadere inlichtingen kon geven. Ik bladerde het boekje eens door, en vond enkele gedichten, die een eigenaardige bekoring voor me hadden. Ik keek nog eens naar den naam van de schrijfster, en gaf meer aandacht aan haar voornamen: Lura May Love. .Lura May Love Postma, dat wees op een vermenging van Angelsaksisch en Nederlansch bloed.

Een Amerikaansche van oud-Hollandsche afkomst misschien?

Het bleek me later toch nog anders te zijn.

De •dichteres is de vrouw van Dr H. Postma, geneesheer aan het Rüksopvoedimgsgestioht te Zeist en aan de Tuchtschool te Montfoort. Dat verklaart dus de HoUandsche naam Postma.

Maar zij is een Amerikaansche van geboorte, van Schotsch-Iersche ouders; dat „accounts for" Lura May Love.

Haar vader was een predikant der Methodisten in

Toledo en omliggende plaatsen, in den staat Ohio. Zij genoot haar opvoeding in een z.g. High School, daarna in Fdndlay College en aan de Universiteit van Chicago.

Toen haar opvoeding voltooid was, werd zij leerares in 't Fransch en in 't Latijn aan een paar scholen voor

Voorbereidend Hooger Onderwijs.

Weldra verwierf zij bökendheid als zangeres en door lezingen over Engelsche literatuur.

Zij was een jaar in Parijs en schreef schetsen van het Parijtsohe leven voor een Amerikaansche courant.

Sinds haar huwelijk met Dr Postma, in 1905, is zij woonachtig te Zeist.

Waarom ik deze bijzonderheden over het leven der 'dichteres geef?

Wel, in 'de eerste plaats, omdat het tot recht verstand van alle literair werk, maar inzonderheid van lyrische' poëzie, altijd gewenscht is, zooveel mogelijk inzicht in 'het leven van d0(n) auteur te hebben.

In dit geval echter in het bijzonder, om'dat in het werk van Mevrouw Postma kliükt de herinnering aan haar leven.

Uit haar gedichten spreekt een innige huiselij'khe'id, verknochtheid aan Vader, Moeder, echtgenoot. Die heerlijke „ouderwetsohheid" — dat ze weer steeds meer „nieuwerwetsoh" moge worden! — doet weldadig aan.

De geest, die deze eenvoudige poëzie bezielt, is dan ook over 't geheel zóó heilzaam en goed, dat ik er reden in vond, ze een plaats in deze rubriek te verleenen.

Hij is, onopzettelijk, 'u stil en mooi protest tegen wat tegenwoordig maar al te veel gezien wordt in 'de verhouding tusschen ouders en kinderen, in gezins-en huwelijksleven. En aangezien niets iu dit ons aardsche leven zooveel waarde heeft als een hecht en liefdevol familieleven, en 'de bedreiging daarvan heden ten dage hét groote gevaar onzer Ohristelijke 'beschaving ds, 'hebben deze „kleengedichten" in dien zin reeds cultureele en ethische waarde genoeg, om onze aandacht in 'het jachtige leven hier even stil te zetten.

We beluisteren er een gezond „conservatisme" —• conserveering, namelijk, van onze beste geestelijke goederen

— in, zooals we dat ook vinden bij een schrijfster als Mevrouw van HoogstratenHSchoch, aan wie Lura Love Postma mij trouwens in meer dan één opzicht herinnert.

'Ook uit literair oogpunt bezien, zijn er juweeltjes bij deze gedichten, waarin dikwijls een eenvoudige liefde tot 'de natuur, naast en doorstrengeld met die to „Father" en„Mother" en „husband" op treffende wijze tot uiting 'komt.

Merk b.v. op den schoonen eenroud en de lieMeroHe wijsheid van deze coupletten:

FATHER.

The blaokhird trills on the tree-top, The swaUow swings on the spray, The sunlight sifts through the hawthorne bloom; But father has gone away.

They have laid him to rest 'by the riTer, Where the bee and the butterfly play. 0, my spirit is aged, in grief is bowed low. Since father has gone away.

My sky is forever grown gray, My singing is silenced for ever, Since they laid him to rest on te green hill-side, Since father has gone away.

And I weep and I sorrow alone. While all nature around me is gay; For my joy lies entombed by the far-off stream. Since father has gone away.

Wie, die op volwassen leeftijd zijn ouders door den dood heeft verloren, kent niet het gevoel, uitgedrukt in den derden regel van het tweede couplet: het zich plotseling zooveel ouder voelen, nu een geslacht vóór ons is weggevallen en w ij de oudsten in deze linie zijn.

En dan de tegenstelliag in de eerste twee regels van het laatste couplet: tussohen de blijde natuur en onze sombere smart, — ook 'dit is gegrepen uit het leven van allen, die leed gekend hebben.

Lura Love Postma zou geen Angelsaksische zijn — en dan nog wel met lersch bloed in de aderen! — wanneer niet nu en dan de humor ook sipeelde door haar gedichten, die overigens meer van Schotsohen ernst dan van Keltische luchtigheid getuigen.

Neem b.v. het alleraardigste gedicht TheVanished Glory, een geestige satire op onzen tijd: op ons materialisme, op jazz, op bobbed hair, overkorte rokken en de cigaret der dames; een satire, die snijdend wordt, wanneer zij spreekt over de verdwaasde menschen, die elkander in broedermoord dooden met bommen en gas, van uit vliegmachines en onderzeeërs, zoodat Jupiter zijn bliksemschichten verstoord als oude rommel ter zijde werpt.

Mag ik nog even citeeren: Quenched is the pure celestial fire. The bright Apollo, — where is he? No more resounds his heavenly brass Borne with the breezes' gentle moan. 'Our ear drinks in the liveley jazz Of 'drum, triangle and trombone. And staid Minerva in disdain Has s'talked away with stately tread: No reason why she Should remain To 'guide a world where wisdom's dead. Proud Geres, too, refused to live Where grain was made a gambler's tool. Old Father Bacchus, fugitive, Drmks lemonade to keep him cool. Fierce Jupiter, with brow austere. Arrayed in majesty auguöt. Whom mortal man 'did once revere. And bemd before his mandate just, 'Stern Jupiter with brow serene. When he perceived how human dolts, In aeroplane and submarine, Each other slay with bomb and gas, his bolts. His forket flame he spurned in rage, And as old rubbish cast aside. „No need óf me in such an age: They kiH 'themselves in fratricide!" While haughty Juno, in despair. Surveyed her tresses' dusky length, — Observed the style that mortals wear, — Her buxom form, her sturdy strength. „I can 't endure the cigarette. I'le never wear a robe-chemise. Nor bob my 'hair, 'tis too coguette. Nor cut my skirt off at the knees. 'Twould scarce be fitting in a queen To look so masculine and (lueer".

Ik heb ook wel mijn bezwaren tegen dezen bundel. Graag had ik den toon in religieus opzicht soms wat beslister 'geboord. Voorts gaat 'de scherts, of ironie — of wat is het? — in „Eve" beslist te ver. En zoo is er wel meer, 'dat m.i. beter gemist of anders 'gezegd had kunnen worden.

Doch ovtr 't geheel hebben we hier te doen met aantrekkelijke, vlotte poëzie, hier en daar een tikje ouderwetsch getint — men denkt nu en dan even aan Gowper of zoo — maar „sound to the core" en in allen eenvoud diep doorvoeld. En 'de ethische strekking is voor onzen tijd verheugend. Gezin en huwelijk, liefde en eerbied, hebben in onzen tijd van omwoeling der Christelijke 'grondslagen van ons volksleven wel een steuntje noodig. Die hen — onop'zeïtelijk — geschonken wordt door de zangerige lier van Lura May Love Postma.

In welken geest deze bloemen, geplukt „langs den weg", worden aangeboden, 'blijkt uit deze schoone slotverzen:

Dear God, I bring these blossoms, I gathered by the [way.

I know they are not many for a long summer day, For I have dreamed and idled many a priceless hour. And trodden under careless foo't many a budding flower. And often I have sat beside a stream to muse and rest. While unremarked the sun waa swiftly speeding towards [the west.

I watched the golden-coated bee toiling with tireless zeal, I watched the ant hoai'dlng her store, mindful of winter [weal.

And chased the shining butterflies that fluttered in the [sun.

Until, 'before I knew it, God, the day was past and done. The song-birds all have gone to rest, the happy bees are [stül;

And shivering I feel the mist come creeping deadly chill. Silent and sorrowful I stand amid the deepening glooms, With nothing of the glory left but these poor fading [blooms.

But breathe upon them, God, I pray, with Thy reviving [grace:

And let them spring to life anew before Thy smyling face. Accept them, token of my love, and bless them. Father [mild.

And, in Thv peace receive, I pray, receive Thy weary [child.

J. VELDKAMP.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 november 1929

De Reformatie | 8 Pagina's

Langs den Weg.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 november 1929

De Reformatie | 8 Pagina's