Wie laat het Formulier toe tot de H. Tafel?

In „De Reformatie" van 27 Mei 1927 plaatste ondergeteekende een stuk, waarin hij betoogde, dat eensdeels denkelijk te velen, doch andersdeels te weinigen toetreden. Dit laatste omdat het Formulier het voorstelt, dat de waarachtige zelfbeproeving, — die den toegang waarlijk ontsluit, — zóó ver moet gaan, dat zij brengt tot het volle besef van de zonde-vergeving.

En toch, primordiaal komt het alleen hierop aan, of wij, — hoe duister overigens ook nog, — vóór de keus gesteld, met Petrus kunnen zeggen: Heere, tot wien zullen wij heengaan; Gij hebt de Woorden des eeuwigen levens! Gelijk ook overigens naar de Schrift het al oi niet in de ziel verbonden zijn aan den Persoon, aa, n Jezus, beslissend is voor onzen staat. En ook zelfs de Apostelen, al was de eigenlijke weg der verlossing eerst voor hen niet klaar, waren nochtans ware liefhebbers van Jezus. Er is somtijds, wij kunnen wel zeggen, door alle eeuwen heen, en ook nu, d i k w ij 1 s een slechts langzaam voortgaande ontwikkeling. Het kan m.i. ook gebeuren, dat iemand tot het bedoelde stuk des geloofs vroeger wel eens is gekomen, maar daar op het oogenblik van de noodiging tot toegaan niet recht staat, terwijl toch zijn ziel inderdaad wel den Heiland aanhangt.

In het door mij genoemde artikel wijdde ik verder uit.

Nu was mijn bezwaar, dat het Formulier niet laat gevoelen, dat ook zulk een zeer aanvankelijk geloof den toegang tot den Heiligen Disch opent.

Dit bezwaar is nu evenwel in hoofdzaak weggevallen, wijl ik tot het inzicht kwam, dat het Formulier onder de gebreken, die ons niet rechtens van de Heilige Tafel afhouden, niet noemt een zwak geloot, maar meer: een niet-volkomen geloof, een onvolkomen geloof dus (waaraan in zijn uitwerking nog eenig deel of stuk ontbreekt, dat er tot zijn goede ontwikkeling en welstand in behoort).

De m.i. Bijbelsche opvatting wordt alzoo door de bewoordingen van het Formulier niet finaal uitgesloten. Maar toch was het m.i. gewenscht, ja noodig, dat zulk een onvolkomen geloof, dat geen belemmering behoeft, noch mag zijn tot toegaan, met een korte aanduiding beschreven werd. Ik meen, dat dit menige oprechte, doch schuchtere ziel zou ten goede komen. .

En om het, toch al niet korte Formulier niet nog te verlengen, kon misschien weggelaten worden de Belijdenis naar de Twaalf artikelen.

A. M. DIERMANSE.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen