GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De „structuur” van den modernen tijd.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De „structuur” van den modernen tijd.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

III.

Dat men in onzen tijd zoo weinig acht op niet in concreten vorm aanwezige schade; dat men zoo weinig let op de geestelijke strekking van een bepaalde handeling, van een bepaalde daad of van een bepaalde nalatigheid, dat men deswegen ook zoo •jveinig voelt van den zin van de solidariteit van de schuld, is een erfenis van een vorige periode.

We zijn de dagen van het V o o r b ij, zoo het s c h ij n t. materialisme

Er leeft een nieuwe tijd op; „de psyche overwint" en er is een eigenaardige neiging naar het doorvoelen en doorleven van de meer geestelijke waarden.

Maar één ding toch heeft het materialisme achtergelaten.

Dat is, dat men altijd begeert een tastelijken vorm ta geven aan het goede of aan het kwade.

En in deze tendenz ligt een samenkomst van het materialisme met de algemeene begeerte naar de ervaring en de beleving, zooals die in de sfeer van de fijngevoeligheid, waarover we eerder spraken, ook naar voren dringt.

Op deze wijze materialiseert de zonde zich in den zondaar; het goede in den drager van het goede.

In dezen beschouwlngskring is het begrijpeUjk, dat men zelfs weer belangstelling gaat koesteren voor den Christus. „Christus" dan niet zooals Hij ons in de Schrift wordt geteekend, maar „Christus" zooals Hij het gematerialiseerde goede is; een Christus, zooals sommigen zegge» of denken hem te ervaren in een 'bewogenheid van het aesthetisch voelende gemoed.

Maar tevens is het kwade bij een dergelijke beschouwing ook alleen in concreten vorm t© beleven.

En nu komt er de merkwaardige tendenz, , om door verwisseling van de zonde met den zondaar, voor 'de zonde zelf weer alle dementie in het leven te roepen, die men voor den medemensch, den zondaar, vraagt.

Bij deze constellatie der feiten is een „ervaringsmaterialisme" de toonaangevenderidhting. Onder ervaringsmaterialisme verstaan we dan, dat men slechts erkent, hetgeen men ervaart, en dat men den concreten vorm van datgene wat men prvaart, als de verschijning van het geestelijk goede, met dat geestelijk goede zelf identificeert.

Zoo is het begrijpelijk, dat de zonde vergoelijkt wordt, omdat men den zondaar nu eenmaal laat vallen onder de algemeene wet van menschlievendheid, en omdat men niet kan nalaten de geestelijke grootheid ©en vleeschelijken vorm te geven.

Wij zouden kunnen zeggen, dat in onzen tijd alles vleesch worden moet voor het door de mensch en als bestaande grootheid wordt erkend.

We hebben waarlijk niet te juichen, dat we het materialisme overwonnen hebben. Het heeft zijn indruk in onze samenleving nagelaten, want hoe^ zeer leven we nog onder den druk van dat materialisme!

Dit nu is evenwel de pretentie van het Christendom, dat het den mensch in staat stelt om zuiver te onderscheiden; om te onderscheiden tusschen d© zonde en den zondaar, tusschen het goede en den drager van het goede. Want de moderne tijd wil wel alles zien in het teeken, waarin het Christendom den Christus ziet. In den Christus toch was er een éénheid tusschen geestelijken zin en uiterlijke verschijning. Het Woord werd vleesch in Hem. En deze eenheid vat men dan ten onrechte op, alsof het goede zich in Christus vermateriaiiseerde.

Maar bij den mensch is deze eenheid niet aanwezig.

De zonde en het goede materialiseer en zich niet in een bepaalden individu.

We kunnen slechts zeggen, dat ethische waarden of onwaarden zich manifesteeren in den individu. Maar juist omdat in den individu leven een manifestatie is van het goede en het kwade, daarom hebben we ook altijd te zorgen, dat we het kwa; de en den overtreder van elkander onderscheiden. Zoo alleen wordt het mogelijk, de geestelijke waarden als zelfstandige grootheden t© blijven beschouwen. Maar zoo ook kunnen we verstaan, dat we met ons doen en laten, oofc al voelen wfa het op het moment niet, en ook al brengen we geen concrete schade ergens toe, toch in overtreding zijn tegen een heilige wet. Zoo kunnen we ook begrijpen, dat, al is iemand zelfs op verschillende wijzen in dienst van het kwade, hij toch in zijn laven het goede doen en de gerechtigheid dienen tan. Zoo behoudt in onze beschouwing goed en tevaad ©en objectief karakter.

Zoo ook worden we ervoor bewaard, om^ telkens weer te zeggen: „och — zou het zoo slecht zijn, wat die man doet? Zou hij niet beter zijn dan wij denken? Zouden wij in zïj'n omstandigheden niet hetzelfde gedaan hebben"?

Zoo spreekt men in onzen tijd.

En den psychologischen achtergrond van dergeUjBe opvattingen en beschouwingswijzen meenen we te hebben geteekend.

Juist tegen deze opvatting nu gaat ons protest.

Al zouden wij in de omstandigheden van den ander hetzelfde duizendmaal erger gedaan hebben, daarom blijft het kwaad: kwaad. We kunnen met den zondaar clementie gebruiken. Desnoods hem gratie schenken.

Maar de zonde is schending van de majesteit des Allerhoogsten. ^

Doch met deze beschouwing gaan we rechtstreeks in tegen datgene, wat onze tijd als het karakter van goed en kwaad ziet.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 juni 1930

De Reformatie | 8 Pagina's

De „structuur” van den modernen tijd.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 juni 1930

De Reformatie | 8 Pagina's