GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Financiëel Economische Rubriek.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Financiëel Economische Rubriek.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

13 April 1931.

Geleidelijk beginnen de lijnen, waarlangs de internationale politiek gaat, zich duidelijker af te teekenen. Kort na den oorlog voelde Frankrijk zich oppermachtig, trachtte Duitschland op alle wijzen te knechten en gebruikte, om de goê-gemeente zand in de oogen te strooien, de oude, maar toch altijd weer nieuwe leuzen van „een muur opwerpen tegenover den erfvijand", „de bescherming van de grenzen tegen een nieuw agressief optreden van Duitschland", „de wereld bevrijden van den geesel van den oorlog", leuzen, die er als koek ingingen, waardoor de Roer bezet, de kleine Entente gesticht en Oostenrijk in een hoek geduwd werd. Frankrijk wilde koning kraaien en zijn wil aan de wereld opdringen. Het zou ons te ver voeren alle détails op te sommen, die geleidelijk Frankrijk aan de spits der naties zouden brengen: de goud-supprematie, hegemonie in de Middellandsche Zee, meesterschap in het vliegverkeer naar Afrika en Zuid-Amerika etc. Genoeg zij het te constateeren, dat Frankrijk op subtielere wijze dan Duitschland dat vóór 1914 probeerde, de macht aan zich trachtte te trekken. Marianne had echter buiten den waard van Italië, Rusland en ook van Duitschland gerekend. Had men grif Briand's „Pan-Europa" geaccepteerd, dan was de Quai d'Orsay in zijn streven geslaagd; Europa zou zich dan geleidelijk tot een eenheidsfront vervormen onder leiding van Parijs. Helaas voor de Fransche politiek verzette Mussolini zich met alle macht tegen de opdringerige Fransche politiek, spande samen met Engeland om een vlootaccoord tot stand te brengen, waarbij Frankrijk zich bij de meerderheid zou moeten' neerleggen, terwijl de economische crisis, die Frankrijk langei^ tijd heeft gespaard, ook daar dwingt een toontje lager te zingen. Rusland had_, wat men wellicht een weinig parlementaire uitd'rukking zal vinden, „lak" aan de Fransche houding. Moskou deed geen moeite de Galliërs zachter jegens haar te stemmen; de Sovjets trachtten ter wille van de smeer, eerst in het gevlei van Engeland, daarna van Amerika en ten slotte van Duitschland te komen. Of Parijs zich aan het hoofd zette van de anti-Russische beweging, onderdeel van haar supprematie-politiek, liet Stalin koud en deze negatie van het hoogerop willende Frankrijk verhoogde het prestige van Parijs niet. Tot Duitschland met zijn tolunie-gedachten de deur dicht deed. Wij gelooven niet te boud te spreken om aan de Duitsch-Oostenrijksche overeenkomst een grootere internationale waarde toe te kennen, dan algemeen wordt aangenomen. Europa's politieke zwaartepunt begint zich geleidelijk te verplaatsen; de uitnoodiging van Henderson aan Dr Brüning en Curtius om in Chequers eens een weekend door te brengen, wat te bridgen en de mooie voorjaarsdagen met een flinke partij golf te vieren, is een gebeurtenis van zeer groote belangrijkheid. Dat Briand bij het hooren dezer vriendelijke invitatie een gezicht als azijn trok, was even begrijpelijk als de vreugde in het Duitsche kamp, nu de zon der Germanen weer wat helderder gaat schijnen, Young-plan-narigheden en Nazi's ten spijt. Dat Frankrijk het gedaan gekregen heeft den datum van het bezoek tot na de Volkenbond-vergadering te verschuiven, woidt als een politiek succes beschouwd, waarbij aan de Seine een zucht van verlichting geslaakt werd. De politieke verhoudingen veranderen kan een verschuiving van het tijdstip echter niet. Bij het „golven en bridgen" zal men en passant van gedachten wisselen over de groote Europeesche problemen, die op oplossing wachten, zooals de herstelbetalingen, de oorlogsschulden, de tol-verdragen, de verhouding met Rusland en wanneer men bedenkt, dat ook in Amerika hoe langer hoe meer stemmen weerklinken om aan de oorlogs-verdwazing voor goed een einde te maken, dan mag men de „Labour-regeering" een pluim op den hoed niet onthouden, nu MacDonald op serieuze wijze is gaan bouwen aan een bomvrije, Europeesche woning met zoomin mogelijk schietgaten en zooveel mogelijk gemakken — een geheel andere stijl dan de kazerne-woning, die Marianne's bouwmeesters hadden ontworpen. En het kenmerkende hiervan is, dat de Europeesche touwtjes in handen worden gehouden van Londen en Berlijn, eene situatie, die wij —• wellicht vergissen wij ons — voor Europa heel wat gewenschter vinden, dan de Gallische overheersching. Trouwens wij gelooven, dat ons land het veel beter zal hebben bij een Engelsch-Duitsch samengaan, dan bij een Fransch regiem; vandaar, dat de tolunie Duitschland—Oostenrijk ons op den duur ten goede zal komen, hetgeen wij in ons vorig overzicht reeds hebben laten uitkomen.

Uit al deze feiten vermeenen wij de gevolgtrekking te mogen maken, dat de grondslagen gelegd worden voor een komend wereldherstel, al zullen daarmede jaren gemoeid zijn. De crisis, waaronder wij momenteel zuchten is geen zuiver economisch verschijnsel en verband zoeken met vroegere crises is o.i. onjuist. De gewone economische conjunctuurperiodiciteit is samengevallen met abnormale oogstoverschotten tengevolge van bijzonder gunstige weersomstandigheden, met nationale politieke leuzen, die zich naar buiten in hoog opbouwen der tolmuren uiten, met een nieuwe experimenteele mentaliteit in het onmetelijk groote Rusland en met een intemationaal-politieken chaos, waarvan men in de laatste decennia geen weerga vindt. De economische janboel kan niet worden opgeredderd, alvorens de Europeesche pohtieke richtlijnen zijn vastgesteld. Zoolang hier geen orde heerscht, heeft men ook geen prestige om naar buiten op te 'treden. De terugkeer van het prestige is voor ons het eerste teeken van hoopvoller tijden. Want ontegenzeggelijk begint Duitschland's prestige toe te nemen, niet alleen naar buiten, zooals wij hierboven in het licht hebben gesteld, maar ook naar binnen, getuige het op rustige wijze in den hoek dringen der oproerige elementen en het onder den duim houden van de heterogene elementen, zoowel in de publiekrechtelijke organen als in het bedrijfsleven. De moeilijke winter van 1930 is voorbijgegaan zonder ernstige rustverstoringen, zonder scherpen strijd tusschen de werkgevers en de tot wanhoop gebrachte werkloozen. Het daghet in het Oosten!

Uit onze woorden mag men niet afleiden, dat het binnenkort pais en vree op de effectenbeurzen zal worden. Integendeel, wij zijn de meening toegedaan, dat het aanpassingsproces nog veel offers zal vergen en dat het koersverloop eerder naar beneden gericht zal blijven. De beurs zoekt naar evenwicht en dit is nog ver te zoeken. Talrijke dividend-verlagingen zullen den eersten tijd de gemoederen blijven verontrusten, vele zwakkere broeders in tal van bedrijfstakken zullen het laatste sprankje leven moeten inboeten, terwijl de dalende inkomsten uit rente en dividenden de beleggers dwingen om geringere bedragen in de beurskanalen te doen afvloeien. Daarbij komt, dat nog veel te veel materiaal zich in handen van speculatieve combinaties bevindt, gekocht in de veronderstelling, dat het herstel aanstaande was, welk material elk - mo­ ment kan worden losgelaten. De investmenttrusts, in tijden van oplaaiend vertrouwen, stimuleeren de speculatie-zucht, terwijl zij in tijden van teruggaande conjunctuur door het af stoeten der belangen, de daling accentueeren. Wij kunnen ons dan ook vereenigen met de opinie van enkele vooraanstaande Amerikaansche economen, die geen herstel zien alvorens een nieuwe liquidatie-golf het fcoersniveau drastisch omlaag heeft gebracht. Dat het die richting uitgaat bemerkt men aan het koersverloop in Amerika. Nemen wij b.v. twee fondsen, die speciale aandacht bij ons beleggend publiek genieten, te weten Bethlehem Steel en Anaconda, De verwachtingen op een sterke stijging der activiteit in de Amerikaansche staalindustrie zijn overdreven. De fabrieken werken in het gewoonlijk bedrijvige voorjaar op 53 pCt. van hun capaciteit. Vandaar dat men een sterke verlaging van het 6 pCt. jaar-dividend van de Bethlehem Steel verwacht. Gevolg hiervan was de terugval van 69, het hoogste punt in 1931, tot 51V8 (het laagste punt dit jaar werd met 463/8 op 19 Januari j.l. behaald), terwijl de stemming voor staalaandeelen zwak blijft.

De koperprijs beweegt zich voor de buiten het kartel staande producenten beneden de 10 dollarcent per Ib., terwijl de kartel-leden den prijs op 0.1006 dollar houden. De Anaconda verlaagde haar jaar-dividend van 2.50 dollar per aandeel van 50 dollar (5 pCt.) tot 1.50 dollar (3 pCt.). De aandeelen reageerden van het hoogste punt dit jaar ad 42S/8 dollar tot 323/4 dollar, laagste punt Sli^. Bedenkt men daarbij, dat bijna alle kunstmatige restricties het niet kunnen houden, koper ligt zwak, niettegenstaande de onderlinge beperking, rubber weerstaat alle restrictie-pogingen, de suikerprijzen bewegen zich, ondanks de fanfare-muziek van Chadbourne, niet van het de laatste maanden geldende niveau, over tin zijn de producenten uiterst ontevreden, zoodat wellicht de ontbindende krachten ook hier succes zullen hebben, kortom de wereld wil nu eenmaal de richting van de „survival of the fittest" uit, vandaar dat wij eerder eene verscherping der crisis verwachten dan vermildering, alhoewel wij onze meening over het in den aanvang vermelde embryonale herstel in "de politieke constellatie handhaven.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 april 1931

De Reformatie | 8 Pagina's

Financiëel Economische Rubriek.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 april 1931

De Reformatie | 8 Pagina's