GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Kerkelijk leven in Ned. Indië. De Vergadering van de Glassls-Batavia.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kerkelijk leven in Ned. Indië. De Vergadering van de Glassls-Batavia.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Slechts eenmaal per jaar komt deze Olassis, met de bevoegdheid van een Particuliere Synode in Indische zaken, samen. Het zijn hoogtijdagen voor de Gereformeerde Kerken in Ned. Indië. Zoo zorgvuldig mogelijk voorbereid, is men er reeds maanden tevoren mee bezig. Ontmoet men dan elkander op den eersten avond vóór de eigenlijke Classisdagen, saamgekomen uit ver van elkander weg gelegen streken, dan groeit al aanstonds de warmte van de broederschap op, en er is vreugde en dankbaarheid om het samenzijn.

We vergaderden ditmaal in Djokja; de eerste dagen van Juni. Het kerkgebouw leent zich om zijn uitnemende akoustiek voortreffelijk voor vergaderen. Jammer, dat van onze jongste kerk, die van Pematang Siantar, nog geen afgevaardigden konden aanwezig zijn. Met vreugde echter konden een viertal nieuwe predikanten, die voor het eerst de Classicale Vergadering bijwoonden, Di. Holtrop, Bergenia, Keuchenius en Goossens begroet worden. De Zending leeft, zooals ook hieruit blijken kan, hartelijk mee met het leven onzer kerken. De oudere Missionairen misten we echter, soimmigen vanwege verlot-in-HoUand, anderen vanwege hun werkzaamheden. Slechts Ds K. van Dijk woonde, van de ouderen, onze Classis bij. „De oude Bakker" wordt op iedere Classisvergadering nog gemist, en gedacht.

De bidstond, die steeds, op dien eersten avond, aan onze Vergaderingen voorafgaat, werd ditmaal geleid door Ds Fernhout van Bandoeng, die sprak O'Ver Matth. 28:20: En zie. Ik ben met ulieden alle de dagen tot de voleinding der wereld". Dit woord leidde metterdaad tot gebed, en le^de beslag op heel onze vergaderingen. De vereeniging in gemeenschappelijk gebed voor onze Kerken en haar Classis werd het hoogtepunt van den avond, waarvoor we oprecht dankbaar mochten zijn. Het was heel mooi; en een oogenblik dachten we aan de HoUandsche Classes en Part. Synoden, die het voorrecht van een voorafgaanden bidstond niet kennen. Natuurlijk is dit gemakkelijk te verklaren, maar alle verklaring nam het gevoel van dankbaarheid niet weg, dat wij hier in Indië onze Classisvergadering met een bidstond beginnen mogen. We hebben de beteekenis en kracht daarvan inzonderheid ditmaal gevoeld.

O neen, dat wil heelemaal niet zeggen, dat er slechts goede en mooie besluiten op deze Classis genomen zijn. Er zijn ook wel beslissingen gevallen, waar we persoonlijk ons niet mee vereenigen konden. Maar de kracht van het gebed bleef daarom toch merkbaar, en de stemming en de toon van onze vergaderingen werden er door beheerscht.

Groote, ingrijpende, belangrijke zaken stonden ditmaal niet op het agendum. Met minder spanning en verwachting werd deze Classis tegemoet gezien dan vroeger wel eens het geval was. Het merkwaardigste is achteraf misschien nog wel de optimistische geest, waardoor deze Classis gekenmerkt werd. Terwijl toch in Indië de algemeene, maatschappelijke nood hoe langer hoe sterker gevoeld wordt, en voor sommigen belemmerend of zelfs benauwend wordt, werd op de Classis met geen woord van malaise gerept, en scheen het wel alsof er met heel den maatschappelijfcen druk niet gerekend werd. Vol goeden moed werd veel eerder de verwachting uitgesproten, dat onze kerken in groei zouden toenemen; en bij verschillende besluiten ging men zoo blij-verzekerd-van-de-toekomst te werk, dat men aan luchtigheid zou kunnen denken, als niet ernst de goede ondergrond ware geweest.

Een breedere bespreking werd allereerst gewijd aan het Indisch Kerkblad, door de Indische kerken gezamenlijk uitgegeven. Wij durven de uitgave nog niet over te laten aan het particulier initiatief. Daarvoor is het kerkelijk leven in Indië nog te weinig tot ontplooiing gekomen. De Classis moet dit nog dekken met haar gezag en verantwoordelijkheid. Want algemeen wordt wel gevoeld, dat Indië, méér nog dan eenige plaats in Holland, een eigen Kerkblad noodig heeft; met name zeker voor de eenzaam en verspreid wonende Verstrooiden, die in deze periodiek een krachtig hulpmiddel hebben, om met 't kerkelijk leven mee te blijven leven. Zelfs echter nu de Classis hier achter staat, blijkt nog hoe moeilijk het is, dit blad in het leven te houden en aan zjn roeping en doel te doen beantwoorden. Eigenlijk hebben de predikanten (en zij zijn toch wel de eerst-aangewezenen voor de redactie van dit blad) het te druk, om dit werk te kunnen verrichten. Allerlei uitwegen werden gezocht; maar ieder gevoelde wel, dat de werkelijkheid er, zoo niet mee spotte, dan toch om lachte. Niemand wilde voorstellen het Kerkblad op te heffen. Er bleef tenslotte maar één ding over: we zullen het nog eens weer gezamenlijk probeeren; en lukt het niet, dan laten we het blad versterven tot berichtenblad. Van harte hopen we, dat de poging slagen zal. Want het verdwijnen of minder-worden van het Kerkblad zou een belangrijk verlies beteekenen voor et Indisch kerkelijk leven.

Van meer belang waren de zeer uitvoerige besprekingen, die gehouden werden over het werk der Zending onder de Chineezen van Midden-Java, dat door de Classis Batavia, met hulp van de Generale ynode, op zich' genomen werd. Er was een pes-

simistisch rapport van onze Zendingsdeputateii ter tafel. De kerken van Batavia en Soerabaja kunnen, zooals reeds van meet af bekend was, zich finantieel voor dit werk niet binden, aangezien ze eigen Zendingswerk te verzorgen hebben. Ook met Medan en Pematang Siantar is dit het geval, maar haar Zendingsplannen laten thans het geven van eenigen steun voor Midden-Java nog wel toe. Dat was een eerste lichtpunt op de Classis. Daar stond echter weer tegenover, dat men het op Midden-Java nog lang niet met elkander eens was, zóó zelfs, dat Deputaten op deze Olassis niet met nadere voorstellen ter uitvoering van dit gemeenschappelijk Zendingswerk durfden komen. De Classis moest zich nu oip een en ander nader bezinnen, en uitwegen zien te zoeken.

Uit de uren lange discussies kwam steeds duidelijker vóór alles d i t naar voren, dat eigenlijk niemand het gemeenschappelijke Zendingswerk wilde opgeven. Maar over de nadere inrichting en opzet ervan moest men tot nadere overeenstemming zien te komen; evenals over de kosten verdeeling, èn den inhoud van dit werk. Met name ging het o^ver de belangrijke vraag, of de kerken slechts tezamen een predikant zouden beroepen, of ook gezamenlijk al het werk, dat thans reeds plaatselijk geschiedt, zonden overnemen. Had de Classis zich hl vorige jaren tot het eerste beperkt, thans won de tweede gedachte het, en in beginsel werd daartoe besloten. Deputaten zullen er thans nog slechts nader het gevoelen der plaatselijke kerken over hooren: of zij bereid zijn, haar plaatselijk werk onder de Classis te stellen, en of zij zich in een nieuwe kostenverdeeling kunnen vinden.

Wij zullen afwachten wat hiervan wordt. Onmogelijk schijnt liet ons niet, dat volgende Classes zich opnieuw hiermede zullen moeten bezig houden. Het is nog een zoeken en tasten; en ten deele ook een tillen a, an een voor de Indische kerken wel zware taak. De stuwing van Ds van Dijk en de optimistische gezindheid dezer Classis hebben echter dit jaar wel 't gemeenschappelijk Zendingswerk onder de Chineezen voor ontijdigen ondergang behoed. Daar dreigde wel even gevaar voor. We verblijden ons, dat d i t althans is afgewend. Maar toch, zoowel principieel-theoretisch, als practisch-finantieel zullen er nog wel heel wat besprekingen moeten gevoerd worden. Intusschen hopen we, dat dit den goeden voortgang van dit schoone werk niet zal schaden. En dat mogen we vertrouwen ook. Er is een goede en geloovige wil tot dezen arbeid in de Classis.

Als derde punt van meerdere beteekenis mogen we zeker wel vermelden de unanieme instemming der Classis met het verzoek van den Kring te Malang, onder leiding van Soerabaja, tot kerkinstitueering te mogen overgaan. Dit zou dan straks de tiende Gereformeerde Kerk in Ned. Indië worden.

Onopgemerkt zal in Holland zeker ook niet blijven de emeriteering van Dr D'. K. Wielenga, predikant te Bandoeng en godsdienstleeraar aan het Chr. Lyceum aldaar. Z.eker heeft de Classis hierbij niet lichtvaardig dit emeritaat toegekend. Men was gedachtig aan het Synodebesluit, dat in deze materie genomen werd, maar meende eenstemmig zijn goedkeuring aan deze emeriteering niet te kunnen, noch te mogen onthouden.

_ Het is niet onze bedoeling een volledig verslag van deze Olassis te geven. Men zal dit zeker elders, ook in Hollandsche bladen, wel kunnen aantreffen. Wij wilden slechts enkele persoonlijke indrukken weergeven van de hoofdmomenten dezer vergaderingen; en dan ook nog niet eens van alle. Want dan zouden we niet mogen zwijgen van het rapport der Kerkvisitatie; van dat der Generale Synode te Arnhem; van besprekingen over Zondagsrust, Radio, Wereldbond der Kerken, enz. We vreezen echter dan te uitgebreid te zullen worden.

Alles samengenomen, was het een goede Classis; van beteekenis voor het Indisch kerkelijk leven; waarover God ook nu Zijn zegen moge gebieden bij de uitvoering der genomen besluiten en het leven naar de gehouden besprekingen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 juli 1931

De Reformatie | 8 Pagina's

Kerkelijk leven in Ned. Indië. De Vergadering van de Glassls-Batavia.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 juli 1931

De Reformatie | 8 Pagina's